Nederlands Nederlands
14. houdt de darm bij absorptie van voedingsstoffen nee, er is altijd maximale absorptie, of het lichaam
rekening met de benodigdheden van het lichaam? nou veel of weinig nodig heeft
1. mechanisch proces = kauwen en contracties van
gladde spieren wat zorgt voor mixen, verkleinen,
transport, uitscheiden overig. -- 2.
verteringsenzymen. -- 3. enzymatische afbraak van
organische nutriënten = verteringssappen komen van
14. wat zijn de 4 aspecten van vertering
klieren (epitheel of grote orgaanklieren), deze geven
enzymen die specifiek in een bepaalde omgeving bij
een bepaalde pH functioneren, geeft katalyseren en
afbraak van macromoleculen. circulatie water en
ionen is zeer belangrijk. -- 4. absorptie
zeer belangrijk voor de regeling van peristaltiek -
Coördineert en reguleert de beweeglijkheid en
afscheiding in het spijsverteringsstelsel - Is
14. beschrijf kort het enterisch zenuwstelsel
verbonden met het CZS maar kan op zichzelf
handelen - Reguleert de reflexbogen op de korte
termijn en ook op lange termijn bemiddelen
voedsel komt binnen (sensorische receptoren,
chemoreceptoren en echanoreceptoren), enterisch
zenuwstelsel geprikkeld (motorneuronen, verbonden
met gladde spiercellen, gebruiken soms
14. beschrijf de korte reflexboog van de regulatie van acetylcholine), enzymes gesecreteerd. -- staat los
spijsverteringsstelsel van CZS - regulatie in de wand van verteringsstelsel -
korte reflexboog mag maar 1 sensorische cel en 1
motorneuron bevatten (en eventueel interneuronen) -
ze hebben alleen effect op enterische zenuwstelsel,
de afstand maakt verder niet uit
Reflexen die inwerken op het spijsverteringsstelsel
maar gecoördineerd zijn in het CZS - kan ook via
externe factoren geïniteerd worden (zoals ruiken) -
14. beschrijf de lange reflexboog van de regulatie van werken via autonome zenuwstelsel (efferente banen)
spijsverteringsstelsel - er zijn Entero-enterische reflexen (zoals kauwen en
feed-forward mechanisme), parasympatische
reflexen (verhoogt secretie en beweeglijkheid),
sympatisch reflex (afname secretie en bloedtoevoer)
De enige manier om energievoorziening onder
controle te houden is door eetlust onder controle te
houden = lichaamsconditie behouden -
, gecontroleerd in eetlustcentrum in hypothalamus -
factoren van invloed: de gastro-intestinale vulling
(mechanoreceptoren), hormonen van svs en
vetweefsel (leptine), concentratie stoffen in plasma
(zoals glucose), externe factoren zoals stress of de
14. beschrijf de regulatie van eetlust
geur van voedsel. --- er zijn 3 hypotheses: 1.
Glucostaat theorie glucosemetabolisme thv van de
hypothalamus regelt de voederopname - 2. 'CCK'-
theorie = release van CCK uit dundarmepitheel na
stijging van peptiden, het activeert het
verzadigingscentrum, CCK ook gevormd in CZS na
maaguitzetting - 3. ‘lipostatische’ theorie = leptine
stuurt informatie over vetweefsel(opslag)
epitheelcellen transporteren ionen van extracellulair
vocht de lumen in -> water volgt dmv osmose ->
epitheelcellen secreteren proteïnen dmv exocytose -
14. beschrijf de vorming van speeksel
> Na en Cl worden uit speeksel gehaald in ruil voor K
en HCO3 (want Na is belangrijk) -> speeksel is dus
alkalisch
14. hebben hormonen invloed op speekselvorming? - nee - ja (water secretie) - ja (verhoogde proteïne
en de parasympaticus? - en de sympaticus? secretie)
Wanneer onder anesthesie ook de epiglottis verlamd
is -> kunnen niet slikken -> dus wanneer sappen van
14. waarom is vasten voor anesthesie belangrijk?
SVS lekt het in de luchtpijp -> terecht in de longen ->
-> dier kan overlijden
14. juist? -> speekselklierafscheiding is belangrijk als
buffer vanwege het HCO3-gehalte om de pH te
juist
reguleren bij dieren met een eenvoudige maag en bij
herkauwers
14. juist? -> speekselklierafscheiding is belangrijker
bij herkauwers dan bij dieren met een eenvoudige juist
maag
14. juist? -> speekselklierafscheiding is essentieel onjuist -> dit kan ook in de dunne darm door de
voor de vertering en opname van koolhydraten pancreas
eerst vind er reticulaire contractie plaats -> voedsel
naar dorsale rumenzak en craniale blindzak ->
dorsale en ventrale rumenzak contraheert wat voor
18. beschrijf de 3 soorten contracties schematisch
circulaire mixing zorgt -> voedsel naar reticulum ---
soms vind er een 2e contractie plaats van de dorsale
en ventrale penszak, wat ookwel eructation heet
1. contractie van de wand -> reticulum krimpt ->
voedsel verplaatst naar de dorsale penszak -- 2.