Zuivere stof en mengsel
De meeste stoffen bestaan uit moleculen, dat zijn combinaties van twee
of meer atomen. Atomen zijn de kleinste deeltjes. Een element bestaat
uit alleen dezelfde atomen.Voorbeelden van stoffen die in zijn eentje in
de natuur voorkomen zijn (met het ezelsbruggetje Brinclhof): broom,
jood, stikstof, chloor, waterstof, zuurstof en fluor. Als het uit meerdere
soorten atomen bestaat noem je het een verbinding.
Een zuivere stof is een soort stof, een mengsel bestaat uit twee of meer
stoffen. Als je bij een zuivere stof een grafiek maakt bij het opwarmen
dan zie je dat de temperatuur gelijk blijft op het smeltpunt(wanneer het
smelt), ook blijft het gelijk op het kookpunt(als het kookt. Bij een
mengsel(rechterfoto) zie je dat de temperatuur ook zelfs tijdens het
smelten en koken langzaam oploopt, dat noem je het smelttraject en het
kooktraject.
Bij die grafieken zijn dus verschillende fasen. Zo gaan de fasen bij een
grafiek:
, Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen. Er zijn verschillende
soorten mengsels:
● Een oplossing is een mengsel van een stof in een vloeistof(dus L +
g/L/s), bijvoorbeeld cola
● Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een
vloeistof(L+S). De stoffen lossen niet echt goed op met elkaar. Een
voorbeeld is sinaasappelsap, het vruchtvlees mengt zich niet goed
met de vloeistof. Een suspensie is nooit kleurloos en je kan er niet
doorheen kijken. (de stoffen zijn hier niet in opgelost)
● Een emulsie is een troebel mengsel van twee vloeistoffen die niet
goed mengbaar zijn(L + L). De stoffen zullen zichzelf ontmengen
en er ontstaat dan een tweelagensysteem. Als je water en olie
hebt, dan mengt het pas met elkaar als je zeep gebruikt. De zeep
is een emulgator, het zorgt ervoor dat de stoffen wel gaan
mengen, dat komt doordat het zeep olieachtig en waterachtig
is(maar het lost nog steeds niet op).