Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................................................................... 1
Week 2.......................................................................................................................................................... 6
Week 3........................................................................................................................................................ 10
Week 4........................................................................................................................................................ 13
Week 1
Wat is een theorie?
Een theorie is een reeks verklaringen die vastgestelde relaties beschrijven, ondersteund door
eerder onderzoek. Zij kan worden weergegeven door een model.
Een theorie bestaat uit aannames, variabelen (conceptueel of geoperationaliseerd) en
stellingen over de relaties tussen deze variabelen.
Een hypothese is de relatie tussen geoperationaliseerde variabelen die door de onderzoeker
wordt verwacht, als de theorie juist is. Een goede hypothese maakt duidelijk hoe het
onderzoek zal worden uitgevoerd (operationalisering van de variabelen).
Preregistratie houdt in dat je de hypothese, analyse en opzet opschrijft voordat je het
onderzoek uitvoert. Dit voorkomt:
- Hypotheseren nadat de resultaten bekend zijn. Vooral hypothesen moeten altijd vooraf
worden geformuleerd. In een dataset is de kans groot dat twee variabelen correleren, ook al
zijn de constructen niet echt gecorreleerd.
- P-hacking (vele manieren om de gegevens te analyseren worden uitgeprobeerd: resultaat is
waarschijnlijk toeval)
- Publication bias (bevindingen die de hypothese niet ondersteunen worden mogelijk niet
gepubliceerd)
Nadat preregistratie de norm werd is de hoeveelheid studies die een effect aantonen drastisch
afgenomen (Kaplan & Irvin, 2015).
De onafhankelijke variabelen in een theorie moeten ongecorreleerd, onafhankelijk en
orthogonaal zijn (alle drie deze zaken betekenen dat er geen relatie mag zijn tussen de
onafhankelijke/verklarende variabelen).
Medierende variabelen helpen het verband te verklaren. Dit wordt vaak gemeten door middel
van meervoudige regressie.
De invloed van A op B wordt gemeten met en zonder voorspeller C. Als C een
mediator is, is er geen effect zonder.
, Een modererende variabele verandert de relatie. Zij kan worden gemeten door meervoudige
regressie als de moderator categorisch is (interactie). Zij kan ook worden gemeten door een
ANOVA.
Eén subgroep met lage voorspeller C, één subgroep met hoge voorspeller C. Als C een
moderator is, zal A een groter effect hebben op B als C hoog is.
De theorie-data cyclus
Theorie
Onderzoeksvragen
Ondersteunt Ondersteunt
de theorie: Onderzoeksopzet
niet: de
steun voor de theorie herzien
theorie
Ideaal: vooraf
vastgestelde hypothese
Data
Wat maakt een goede theorie?
Een goede theorie is:
- Logisch consistent
- Falsifieerbaar
- In overeenstemming met de gegevens
- Duidelijk en specifiek
- Parsimonieus (de eenvoudigste verklaring van het fenomeen)
- Consistent met andere theorieën
- Nuttig/voorspellend
De wetenschappelijke normen van Merton
Week 1.......................................................................................................................................................... 1
Week 2.......................................................................................................................................................... 6
Week 3........................................................................................................................................................ 10
Week 4........................................................................................................................................................ 13
Week 1
Wat is een theorie?
Een theorie is een reeks verklaringen die vastgestelde relaties beschrijven, ondersteund door
eerder onderzoek. Zij kan worden weergegeven door een model.
Een theorie bestaat uit aannames, variabelen (conceptueel of geoperationaliseerd) en
stellingen over de relaties tussen deze variabelen.
Een hypothese is de relatie tussen geoperationaliseerde variabelen die door de onderzoeker
wordt verwacht, als de theorie juist is. Een goede hypothese maakt duidelijk hoe het
onderzoek zal worden uitgevoerd (operationalisering van de variabelen).
Preregistratie houdt in dat je de hypothese, analyse en opzet opschrijft voordat je het
onderzoek uitvoert. Dit voorkomt:
- Hypotheseren nadat de resultaten bekend zijn. Vooral hypothesen moeten altijd vooraf
worden geformuleerd. In een dataset is de kans groot dat twee variabelen correleren, ook al
zijn de constructen niet echt gecorreleerd.
- P-hacking (vele manieren om de gegevens te analyseren worden uitgeprobeerd: resultaat is
waarschijnlijk toeval)
- Publication bias (bevindingen die de hypothese niet ondersteunen worden mogelijk niet
gepubliceerd)
Nadat preregistratie de norm werd is de hoeveelheid studies die een effect aantonen drastisch
afgenomen (Kaplan & Irvin, 2015).
De onafhankelijke variabelen in een theorie moeten ongecorreleerd, onafhankelijk en
orthogonaal zijn (alle drie deze zaken betekenen dat er geen relatie mag zijn tussen de
onafhankelijke/verklarende variabelen).
Medierende variabelen helpen het verband te verklaren. Dit wordt vaak gemeten door middel
van meervoudige regressie.
De invloed van A op B wordt gemeten met en zonder voorspeller C. Als C een
mediator is, is er geen effect zonder.
, Een modererende variabele verandert de relatie. Zij kan worden gemeten door meervoudige
regressie als de moderator categorisch is (interactie). Zij kan ook worden gemeten door een
ANOVA.
Eén subgroep met lage voorspeller C, één subgroep met hoge voorspeller C. Als C een
moderator is, zal A een groter effect hebben op B als C hoog is.
De theorie-data cyclus
Theorie
Onderzoeksvragen
Ondersteunt Ondersteunt
de theorie: Onderzoeksopzet
niet: de
steun voor de theorie herzien
theorie
Ideaal: vooraf
vastgestelde hypothese
Data
Wat maakt een goede theorie?
Een goede theorie is:
- Logisch consistent
- Falsifieerbaar
- In overeenstemming met de gegevens
- Duidelijk en specifiek
- Parsimonieus (de eenvoudigste verklaring van het fenomeen)
- Consistent met andere theorieën
- Nuttig/voorspellend
De wetenschappelijke normen van Merton