MDL – dieetleer – hoorcollege
Hoorcollege 1: Voeding bij aandoeningen in mond- keel- slokdarm
Thema: de voedingsbehandeling van patiënten met gastro-intestinale aandoeningen.
Toetsing:
- Casuïstiek
o Dieetleervragen
o Pathologievragen
- Diverse ziektebeeld
- Voorbeelden van vragen komen in de werkcolleges aan bod
Lesdoelen:
- Voedingsproblemen die voorkomen bij aandoeningen in de mond, keel of slokdarm herkennen
- Beredeneren welke (voedings-) interventies noodzakelijk zijn bij aandoeningen in de mond, keel of
slokdarm
- De indicaties voor voeding met een aangepaste consistentie benomen
- Indicaties voor sondevoeding benoemen
- Verschillende types sondevoeding herkennen
- Soorten sondes en toedieningswegen of –mogelijkheden benomen
Mond (Cavitatis oris)
- Afhappen: doe je in principe met je tanden maar ook je lippen hebben daarbij een functie. (denk aan
het eten van vla)
- Kauwen: de tanden, mond gezondheid is erg van belang voor het maagdarmstelsel en je eigen
voedingstoestand. Mensen die ziek zijn denken vaak meer na over kauwen, over hoe ze kauwen en
dat ze het goed fijn kauwen. Dit kan extra verzadigend werken.
Ook wanneer een kunstgebit niet goed past kan dit voor veel problemen zoeken.
- Vermengen met speeksel: Mengen met de voeding en belangrijk bij het verplaatsen.
- Verzamelen van voedsel op de tong: je tong en wangen spelen hierbij een rol
- Vervoer van het voedsel naar de keel
- Per dag produceer je ongeveer 1 liter speeksel.
o = voor voorvertering
o Het verschil tussen waterig en taai speeksel is erg belangrijk voor ‘de mond ervaring’
Keel (fauces)
- Sluiting strottenklepje
- Sluiting stembanden
- Verdere verplaatsing voedselbrij naar de slokdarm
Slokdarm (oesophagus)
- Verplaatsing van de voedselbrij naar de maag
- Afgesloten naar 2 sfincters: zodat het langzaam naar de maag komt en dat het niet gelijk in een keer
gedropt wordt.
Hoorcollege 1: Voeding bij aandoeningen in mond- keel- slokdarm
Thema: de voedingsbehandeling van patiënten met gastro-intestinale aandoeningen.
Toetsing:
- Casuïstiek
o Dieetleervragen
o Pathologievragen
- Diverse ziektebeeld
- Voorbeelden van vragen komen in de werkcolleges aan bod
Lesdoelen:
- Voedingsproblemen die voorkomen bij aandoeningen in de mond, keel of slokdarm herkennen
- Beredeneren welke (voedings-) interventies noodzakelijk zijn bij aandoeningen in de mond, keel of
slokdarm
- De indicaties voor voeding met een aangepaste consistentie benomen
- Indicaties voor sondevoeding benoemen
- Verschillende types sondevoeding herkennen
- Soorten sondes en toedieningswegen of –mogelijkheden benomen
Mond (Cavitatis oris)
- Afhappen: doe je in principe met je tanden maar ook je lippen hebben daarbij een functie. (denk aan
het eten van vla)
- Kauwen: de tanden, mond gezondheid is erg van belang voor het maagdarmstelsel en je eigen
voedingstoestand. Mensen die ziek zijn denken vaak meer na over kauwen, over hoe ze kauwen en
dat ze het goed fijn kauwen. Dit kan extra verzadigend werken.
Ook wanneer een kunstgebit niet goed past kan dit voor veel problemen zoeken.
- Vermengen met speeksel: Mengen met de voeding en belangrijk bij het verplaatsen.
- Verzamelen van voedsel op de tong: je tong en wangen spelen hierbij een rol
- Vervoer van het voedsel naar de keel
- Per dag produceer je ongeveer 1 liter speeksel.
o = voor voorvertering
o Het verschil tussen waterig en taai speeksel is erg belangrijk voor ‘de mond ervaring’
Keel (fauces)
- Sluiting strottenklepje
- Sluiting stembanden
- Verdere verplaatsing voedselbrij naar de slokdarm
Slokdarm (oesophagus)
- Verplaatsing van de voedselbrij naar de maag
- Afgesloten naar 2 sfincters: zodat het langzaam naar de maag komt en dat het niet gelijk in een keer
gedropt wordt.