Praktijk respi
Practicum 1: spirometrie
Inleiding
o Longfunctietest
1. Spirometrie (geforceerd)
2. Meten longvolumes (niet geforceerd)
3. Bepalen diffusiecapaciteit
Spirometrie
o Anamnese
o Procedure uitleggen
o 3x reproduceren
Verschil tss beste FVC en FEV1 max 150ml of 5%
o Waarden
Forced vital capacity (FVC)
= totale volume tijdens geforceerd manoeuvre uitgeademd
Normaal FVC = VC
o Collaps: FVC < VC
Forced expiratory volume in 1 second (FEV1)
= volume uitgeademd in de eerste seconde van krachtige uitademing
o Gedaald bij obstructief, restrictief en gemend longaandoening
Tiffeneau-index
= FEV1/FVC (in absolute waarde of %)
o Verminderd bij obstructieve longaandoeningen => <70%
o Restrictieve aandoeningen: FEV1 EN FVC zijn gedaald
(doorgankelijkheid normaal, volumes beperkt)
Longvolumina
o Niet geforceerd manoeuvre
o Teugvolume (TV) (tidal volume)
= volume lucht dat zich verplaatst bij rustig in- en uitademen
Ongv 500mL
o Vitale capaciteit (VC)
= volume dat zich verplaatst tijdens volledige uitademing
Max in en dan rustig max uit
o Residueel volume (RV)
= wat overblijft in de longen na max diepe uitademing (VC)
o Totale longcapaciteit (TLC)
= som VC en RV
Niet meten met spirometer
o Functionele residuele capaciteit (FRC)
= volume lucht dat achterblijft in longen na een rustige uitademing
o Diagnostisch:
Restrictief
Longvolumina vermindert
Gemengd
Longvolumina vermindert
Obstructief
FVC normaal, soms vermindert door collaps kleine luchtwegen uitademing of
obstructie
o = air trapping
, Diffusiecapaciteit
o Hoeveelheid gas die wordt uitgewisseld tss lucht uit longblaasjes en bloed longhaarvaatjes
o Gasmengsel inademen
o Diffusiecapaciteit <60% van voorspelde waarde
= geassocieerd met
Toename symptomen
Verminderde inspanningscapaciteit
Slechtere gezondheidsstatus
Verhoogd risico op overlijden
Verschillen tussen restrictief, obstructief en gemengd longlijden
o
Maximale vrijwillige ventilatie (MVV)
o = max ventilatiedebiet (L/min) dat gedurende een korte tijd onder invl van de wil kan worden
onderhouden
o Rustige ademhaling ongv 12sec, zo diep mogelijk in en uit ademen
o MVV = FEV1 * 37.5 (theoretisch)
Referentiewaarden
o FEV1 en FVC zijn afh van
Leeftijd, lengte, etniciteit en geslacht
Zie formules
o Z-waarde en Lower limits of normal
Gauss curve, mediaan verdeelt populatie in 2 gelijke delen
Klassiek 95% populatie normaal en 5% afwijkend
Waarde hoger dan z-waarde -2 of lager dan z-waarde +2 = normaal
o = de Z-waarde van (-)1.64
In spirometrie andere criteria
Hoge FEV1, FVC of FEV1/FVC = een voordeel
o Enkel linker deel gauss curve = pathologie
Waarde die overeenkomt met Z-waarde van -1.64 = lower limit of normal (LLN)
Curves
o Flow-volume curve
Luchtstromen van in-en uitgeademde lucht gemeten
via pneumatachograaf
buis met middenin een weerstand, voor en na weerstand wordt druk gemeten,
debiet bepalen via wet van Ohm
, expiratoire curve
= geforceerde expiratoir manoeuvre, gedeelte boven de x-as
Stijl oplopend begin, dan progressieve afname debiet tot volume uitgeblazen
o PEF zegt iets over doorgankelijkheid grote luchtwegen
Gezond: samen met hoogste debiet uitademing
o Debiet na 75% van lucht uitgeblazen => zegt iets over doorgankelijkheid
kleine bronchiën/bronchiolen
Inspiratoire curve
= deel onder de x-as, na uit max inademen
Beinvl door luchtwegobstructie of pulmonale restrictie
Afwijkend: verschillende oorzaken p12
Evaluaties
Vrij van uitvoeringsfouten (Zie p. 15)
Steile start: Dit wijst erop dat de patiënt snel uitademt na de maximale inademing
zonder enige aarzeling.
Scherpe top: Deze top is een weerspiegeling van de PEF.
Inspiratoir volume = Expiratoir volume: Mocht dit niet het geval zijn, wijst dit op een
onvolledige in- en/of uitademing.
Voldoende lang uitademen: Volwassenen dienen min. 6 sec uit te ademen
Kinderen dienen min. 3 sec uit te ademen.
o Volume-tijd curve
Uitgeademde volume (y-as) tov tijd (x-as)
Ademhaling moet volledig zijn => einde manoeuvre = curve moet horizontaal lopen
Anders FVC onderschat
Normaal 5-7 seconden uitademen voor volledig FVC
Obstructief longlijden: meer tijd nodig
Casussen
o P16-19
o Interpretatie
Stroomdiagram
Bepalen of obstructief, restrictief, gemengd longlijden of normaal
,
Tiffeneau lager dan 75-80% (60-jarigen: 70%)
o Obstructie
=> lucht stoomt trager naar buiten omdat doorgankelijkheid
luchtwegen belemmerd is
FVC en FEV1
o Moeten min 80% van voorspelde waarde zijn of hoger dan LLN
GOLD
o Mensen met COPD te classificeren volgens ernst, obv FEV1
o
Practicum 2: inspectie, onderzoek en thorax mobiliserende
oefeningen
Inspectie van het ademhalingsapparaat
o Statische inspectie
Frontaal, lateraal en dorsaal
Diameter anteroposterieur, laterolateraal; verloop ribben, clavicula; stand
schouders/schoudergordel, epigastrische hoek (stomp/scherp), afstand cricoïd tot
manubrium sterni
Hyperinflatiestand = houding ingehouden inspiratiestand
o Thorax mobiliteit
Max in en max uit meten
Onder oksel = hoog thoracaal
o Pump handle (borstademhaling)
Lage ribben = laag thoracaal
o Bucket handle (flankademhaling)
Buik
o (half)Zit met voeten gesteund
Halfzit zodat buikspieren ontspannen
o Buikademhaling (diafragmale ademhaling)
Normaalwaarden en relevantie
Geen nrmlwaarden
o Tss hoog als laag thoracaal verschil tss 5-10cm (= gezond)
Verschil tss in en uitademen kan zijn door
o Verminderde beweeglijkheid
Practicum 1: spirometrie
Inleiding
o Longfunctietest
1. Spirometrie (geforceerd)
2. Meten longvolumes (niet geforceerd)
3. Bepalen diffusiecapaciteit
Spirometrie
o Anamnese
o Procedure uitleggen
o 3x reproduceren
Verschil tss beste FVC en FEV1 max 150ml of 5%
o Waarden
Forced vital capacity (FVC)
= totale volume tijdens geforceerd manoeuvre uitgeademd
Normaal FVC = VC
o Collaps: FVC < VC
Forced expiratory volume in 1 second (FEV1)
= volume uitgeademd in de eerste seconde van krachtige uitademing
o Gedaald bij obstructief, restrictief en gemend longaandoening
Tiffeneau-index
= FEV1/FVC (in absolute waarde of %)
o Verminderd bij obstructieve longaandoeningen => <70%
o Restrictieve aandoeningen: FEV1 EN FVC zijn gedaald
(doorgankelijkheid normaal, volumes beperkt)
Longvolumina
o Niet geforceerd manoeuvre
o Teugvolume (TV) (tidal volume)
= volume lucht dat zich verplaatst bij rustig in- en uitademen
Ongv 500mL
o Vitale capaciteit (VC)
= volume dat zich verplaatst tijdens volledige uitademing
Max in en dan rustig max uit
o Residueel volume (RV)
= wat overblijft in de longen na max diepe uitademing (VC)
o Totale longcapaciteit (TLC)
= som VC en RV
Niet meten met spirometer
o Functionele residuele capaciteit (FRC)
= volume lucht dat achterblijft in longen na een rustige uitademing
o Diagnostisch:
Restrictief
Longvolumina vermindert
Gemengd
Longvolumina vermindert
Obstructief
FVC normaal, soms vermindert door collaps kleine luchtwegen uitademing of
obstructie
o = air trapping
, Diffusiecapaciteit
o Hoeveelheid gas die wordt uitgewisseld tss lucht uit longblaasjes en bloed longhaarvaatjes
o Gasmengsel inademen
o Diffusiecapaciteit <60% van voorspelde waarde
= geassocieerd met
Toename symptomen
Verminderde inspanningscapaciteit
Slechtere gezondheidsstatus
Verhoogd risico op overlijden
Verschillen tussen restrictief, obstructief en gemengd longlijden
o
Maximale vrijwillige ventilatie (MVV)
o = max ventilatiedebiet (L/min) dat gedurende een korte tijd onder invl van de wil kan worden
onderhouden
o Rustige ademhaling ongv 12sec, zo diep mogelijk in en uit ademen
o MVV = FEV1 * 37.5 (theoretisch)
Referentiewaarden
o FEV1 en FVC zijn afh van
Leeftijd, lengte, etniciteit en geslacht
Zie formules
o Z-waarde en Lower limits of normal
Gauss curve, mediaan verdeelt populatie in 2 gelijke delen
Klassiek 95% populatie normaal en 5% afwijkend
Waarde hoger dan z-waarde -2 of lager dan z-waarde +2 = normaal
o = de Z-waarde van (-)1.64
In spirometrie andere criteria
Hoge FEV1, FVC of FEV1/FVC = een voordeel
o Enkel linker deel gauss curve = pathologie
Waarde die overeenkomt met Z-waarde van -1.64 = lower limit of normal (LLN)
Curves
o Flow-volume curve
Luchtstromen van in-en uitgeademde lucht gemeten
via pneumatachograaf
buis met middenin een weerstand, voor en na weerstand wordt druk gemeten,
debiet bepalen via wet van Ohm
, expiratoire curve
= geforceerde expiratoir manoeuvre, gedeelte boven de x-as
Stijl oplopend begin, dan progressieve afname debiet tot volume uitgeblazen
o PEF zegt iets over doorgankelijkheid grote luchtwegen
Gezond: samen met hoogste debiet uitademing
o Debiet na 75% van lucht uitgeblazen => zegt iets over doorgankelijkheid
kleine bronchiën/bronchiolen
Inspiratoire curve
= deel onder de x-as, na uit max inademen
Beinvl door luchtwegobstructie of pulmonale restrictie
Afwijkend: verschillende oorzaken p12
Evaluaties
Vrij van uitvoeringsfouten (Zie p. 15)
Steile start: Dit wijst erop dat de patiënt snel uitademt na de maximale inademing
zonder enige aarzeling.
Scherpe top: Deze top is een weerspiegeling van de PEF.
Inspiratoir volume = Expiratoir volume: Mocht dit niet het geval zijn, wijst dit op een
onvolledige in- en/of uitademing.
Voldoende lang uitademen: Volwassenen dienen min. 6 sec uit te ademen
Kinderen dienen min. 3 sec uit te ademen.
o Volume-tijd curve
Uitgeademde volume (y-as) tov tijd (x-as)
Ademhaling moet volledig zijn => einde manoeuvre = curve moet horizontaal lopen
Anders FVC onderschat
Normaal 5-7 seconden uitademen voor volledig FVC
Obstructief longlijden: meer tijd nodig
Casussen
o P16-19
o Interpretatie
Stroomdiagram
Bepalen of obstructief, restrictief, gemengd longlijden of normaal
,
Tiffeneau lager dan 75-80% (60-jarigen: 70%)
o Obstructie
=> lucht stoomt trager naar buiten omdat doorgankelijkheid
luchtwegen belemmerd is
FVC en FEV1
o Moeten min 80% van voorspelde waarde zijn of hoger dan LLN
GOLD
o Mensen met COPD te classificeren volgens ernst, obv FEV1
o
Practicum 2: inspectie, onderzoek en thorax mobiliserende
oefeningen
Inspectie van het ademhalingsapparaat
o Statische inspectie
Frontaal, lateraal en dorsaal
Diameter anteroposterieur, laterolateraal; verloop ribben, clavicula; stand
schouders/schoudergordel, epigastrische hoek (stomp/scherp), afstand cricoïd tot
manubrium sterni
Hyperinflatiestand = houding ingehouden inspiratiestand
o Thorax mobiliteit
Max in en max uit meten
Onder oksel = hoog thoracaal
o Pump handle (borstademhaling)
Lage ribben = laag thoracaal
o Bucket handle (flankademhaling)
Buik
o (half)Zit met voeten gesteund
Halfzit zodat buikspieren ontspannen
o Buikademhaling (diafragmale ademhaling)
Normaalwaarden en relevantie
Geen nrmlwaarden
o Tss hoog als laag thoracaal verschil tss 5-10cm (= gezond)
Verschil tss in en uitademen kan zijn door
o Verminderde beweeglijkheid