Deel 3: mobiliserende en spier verlengende technieken
Inleiding
- Functie neuro-musculo-skeletaal systeem: produceren van bewegingen
o Afhankelijk van: gewricht, zenuwen en spieren
- ROM= beweeglijkheid gewricht -> mobiliseren om te onderhouden, herwinnen of bevorderen
o Afhankelijk van zowel structuur zelf als omliggende structuren
- Flexibiliteit / lenigheid = de mogelijkheid van de weke delen om te kunnen verlengen over de
volledige ROM
- Absolute immobilisatie niet aangeraden -> negatief effect op de ROM (gewrichtsstijfheid)
o Enkel indien bewegen gecontra-indiceerd is (beschermen gekwetste structuur)
- Mobilisatietechnieken = hands on, moet samengaan met educatie !!
o Zo snel mogelijk
- Effecten
o Biomechanisch: faciliteren weefsel herstel
o Neurofysiologisch: interactie mechanische effecten & veranderingen in werking
centraal en perifeer zenuwstelsel, veranderingen fysiologisch metabolisme
o Psychologisch: pijnpoort-theorie, inhibitie hypertone speren, reductie nociceptieve
activiteit, positief effect hands-on
3.1 effecten van een letsel / immobilisatie op de (peri)-articulaire structuren
Invloed van een letsel op (peri)-articulair weefsel
- Weefselschade door
o Acuut structureel trauma
o Herhaalde micro-trauma -> cumulatief effect
Leidt tot inflammatiereactie -> Inflammatie is
noodzakelijk voor weefselherstel
Elk weefsel rond het gewricht reageert anders op een letsel
- Synoviaal membraan
o Proliferatie van oppervlakkige cellen
o Verhoogde vascularisatie
o => leiden tot wijzigingen in het synoviaal
vocht waar geleidelijk fibrose ontstaat
Posttraumatische synovitis bij acuut letsel
Chronische synovitis bij chronisch letsel
Lange termijneffect -> progressieve sclerotische veranderingen =>
langdurige beweeglijkheidsbeperking
- Vasculaire structuren
o Hemartrose (bloeduitstorting) in gewricht ontstaat bij letsel
Effect op synoviaal vocht & aanwezigheid bloedklonters in gewricht, die
geleidelijk aan resorberen
Normaal na 4 dagen verdwenen -> tijdelijk verminderde belasting aangeraden
aangezien bloed schadelijk kan zijn voor kraakbeen
- Gewrichtskapsel
o Kapsel wordt fibreus indien lange inflammatoire reactie -> beweeglijkheidsbeperking
1
, - Kraakbeen (opvangen drukbelastingen)
o Degradatie van het kraakbeen -> daling van mechanische eigenschappen ->
verhoogde kwetsbaarheid van collageen -> erosies en onherstelbare schade kan
optreden
Invloed van immobilisatie op musculoskeletaal weefsel
· Verminderde ROM:
̵ Gewrichtsaandoening
̵ Neurologische aandoeningen
̵ Traumatische / chirurgische oorzaak
̵ Langdurige inactiviteit of immobilisatie
· Kwaliteit van alle weefsel op verschillende niveaus daalt.
=> de daling van de weefselkwaliteit gebeurt sneller dan de verbetering ervan bij re mobilisatie
̵ Snelle daling weefselkwaliteit met 50% door niet te bewegen in de eerste 5 weken
̵ Bij re mobilisatie duren de effecten langer, na 6 maand nog altijd niet terug op 100%
De weefsels reageren op verschillende manier op de immobilisatie
Spieren:
· Atrofisch + verkort na 1 week ( ernst atrofie neemt toe, hoe langer immobilisatie duurt; maar
snelheid grootst in eerste dagen)
̵ Na 24 u vaststellen
· Spierkracht:
̵ in de 1e dagen de snelste daling ( binnen 2 uur structurele en metabole
veranderingen)
̵ Na 5 - 7 dagen daalt de snelheid van de krachtsafname
̵ na 6 weken: 30 - 40% daling kracht + 20 - 30% daling CSA
̵ Na 12 weken: 50% van oorspronkelijke spierkracht
=> kracht gaat meer achterruit dan men denkt t.g.v. atrofie spiercellen + verlies van neuromusculaire
controle
· Na 2 uren: structurele en metabole veranderingen
· Positie waarin gewricht geïmmobiliseerd is, is super belangrijk!
̵ Verlengde positie: atrofiëren minder VS. Ontspannen + verkorte stand
· Toename van intramusculair bindweefsel + vet & verlies neuromusculaire controle vd spier
· Andere:
̵ Histologisch: Desintegratie spiercellen + Daling aantal sarcomeren
̵ Verhoging concentratie vetcellen
̵ Verhoging fagocyten
̵ Biochemisch: inhibitie van proteïne synthese
· Spieratrofie loopt niet in alle spieren gelijk
̵ Type I vezels: verlies van contractiele capaciteit ( minder daling spiervolume )
̵ Type II vezels: daling van spiervolume
bij gewrichtsimmobilisatie zullen niet alle omliggende spieren in dezelfde mate
atrofiëren ( selectief )
2
Inleiding
- Functie neuro-musculo-skeletaal systeem: produceren van bewegingen
o Afhankelijk van: gewricht, zenuwen en spieren
- ROM= beweeglijkheid gewricht -> mobiliseren om te onderhouden, herwinnen of bevorderen
o Afhankelijk van zowel structuur zelf als omliggende structuren
- Flexibiliteit / lenigheid = de mogelijkheid van de weke delen om te kunnen verlengen over de
volledige ROM
- Absolute immobilisatie niet aangeraden -> negatief effect op de ROM (gewrichtsstijfheid)
o Enkel indien bewegen gecontra-indiceerd is (beschermen gekwetste structuur)
- Mobilisatietechnieken = hands on, moet samengaan met educatie !!
o Zo snel mogelijk
- Effecten
o Biomechanisch: faciliteren weefsel herstel
o Neurofysiologisch: interactie mechanische effecten & veranderingen in werking
centraal en perifeer zenuwstelsel, veranderingen fysiologisch metabolisme
o Psychologisch: pijnpoort-theorie, inhibitie hypertone speren, reductie nociceptieve
activiteit, positief effect hands-on
3.1 effecten van een letsel / immobilisatie op de (peri)-articulaire structuren
Invloed van een letsel op (peri)-articulair weefsel
- Weefselschade door
o Acuut structureel trauma
o Herhaalde micro-trauma -> cumulatief effect
Leidt tot inflammatiereactie -> Inflammatie is
noodzakelijk voor weefselherstel
Elk weefsel rond het gewricht reageert anders op een letsel
- Synoviaal membraan
o Proliferatie van oppervlakkige cellen
o Verhoogde vascularisatie
o => leiden tot wijzigingen in het synoviaal
vocht waar geleidelijk fibrose ontstaat
Posttraumatische synovitis bij acuut letsel
Chronische synovitis bij chronisch letsel
Lange termijneffect -> progressieve sclerotische veranderingen =>
langdurige beweeglijkheidsbeperking
- Vasculaire structuren
o Hemartrose (bloeduitstorting) in gewricht ontstaat bij letsel
Effect op synoviaal vocht & aanwezigheid bloedklonters in gewricht, die
geleidelijk aan resorberen
Normaal na 4 dagen verdwenen -> tijdelijk verminderde belasting aangeraden
aangezien bloed schadelijk kan zijn voor kraakbeen
- Gewrichtskapsel
o Kapsel wordt fibreus indien lange inflammatoire reactie -> beweeglijkheidsbeperking
1
, - Kraakbeen (opvangen drukbelastingen)
o Degradatie van het kraakbeen -> daling van mechanische eigenschappen ->
verhoogde kwetsbaarheid van collageen -> erosies en onherstelbare schade kan
optreden
Invloed van immobilisatie op musculoskeletaal weefsel
· Verminderde ROM:
̵ Gewrichtsaandoening
̵ Neurologische aandoeningen
̵ Traumatische / chirurgische oorzaak
̵ Langdurige inactiviteit of immobilisatie
· Kwaliteit van alle weefsel op verschillende niveaus daalt.
=> de daling van de weefselkwaliteit gebeurt sneller dan de verbetering ervan bij re mobilisatie
̵ Snelle daling weefselkwaliteit met 50% door niet te bewegen in de eerste 5 weken
̵ Bij re mobilisatie duren de effecten langer, na 6 maand nog altijd niet terug op 100%
De weefsels reageren op verschillende manier op de immobilisatie
Spieren:
· Atrofisch + verkort na 1 week ( ernst atrofie neemt toe, hoe langer immobilisatie duurt; maar
snelheid grootst in eerste dagen)
̵ Na 24 u vaststellen
· Spierkracht:
̵ in de 1e dagen de snelste daling ( binnen 2 uur structurele en metabole
veranderingen)
̵ Na 5 - 7 dagen daalt de snelheid van de krachtsafname
̵ na 6 weken: 30 - 40% daling kracht + 20 - 30% daling CSA
̵ Na 12 weken: 50% van oorspronkelijke spierkracht
=> kracht gaat meer achterruit dan men denkt t.g.v. atrofie spiercellen + verlies van neuromusculaire
controle
· Na 2 uren: structurele en metabole veranderingen
· Positie waarin gewricht geïmmobiliseerd is, is super belangrijk!
̵ Verlengde positie: atrofiëren minder VS. Ontspannen + verkorte stand
· Toename van intramusculair bindweefsel + vet & verlies neuromusculaire controle vd spier
· Andere:
̵ Histologisch: Desintegratie spiercellen + Daling aantal sarcomeren
̵ Verhoging concentratie vetcellen
̵ Verhoging fagocyten
̵ Biochemisch: inhibitie van proteïne synthese
· Spieratrofie loopt niet in alle spieren gelijk
̵ Type I vezels: verlies van contractiele capaciteit ( minder daling spiervolume )
̵ Type II vezels: daling van spiervolume
bij gewrichtsimmobilisatie zullen niet alle omliggende spieren in dezelfde mate
atrofiëren ( selectief )
2