B1-K1-W2
Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen.
, Inhoudsopgave
plan van aanpak...................................................................................................................... 3
situatie:.................................................................................................................................... 4
Benoemt veranderingen in het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden en de
veiligheid van de zorgvrager...................................................................................................5
Bespreekt de belangrijkste gegevens vanuit de verkregen informatie van collega’s en
deskundigen van andere disciplines, overdrachten en onderzoeken met de zorgvrager en of
diens naastbetrokkene............................................................................................................ 5
Toont respect voor de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen
en/of ervaringsdeskundigen....................................................................................................6
Stelt vragen aan de zorgvrager en/of diens naastbetrokkene over de veiligheid en
welbevinden van de zorgvrager...............................................................................................6
Reageert op (non-)verbale signalen van de zorgvrager en naastbetrokkene..........................6
Rapporteert op basis van de verzamelde gegevens risico’s, veranderingen in het gedrag,
gezondheidstoestand, welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager bevindingen
nauwkeurig en volledig in correct Nederlands.........................................................................7
Gebruikt gesignaleerde en gemeten informatie over de gezondheidstoestand om
aanpassingen in de geboden zorgverlening te bespreken en af te stemmen met betrokkenen.
................................................................................................................................................ 8
2
Reageert adequaat op de verandering in het gedrag, de gezondheidstoestand, het
welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager.....................................................................8
Kiest en gebruikt (een of meerdere) relevante observatie en/of signaleringsinstrumenten om
de gezondheidstoestand, welbevinden en veiligheid in kaart te brengen................................9
Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen.
, Inhoudsopgave
plan van aanpak...................................................................................................................... 3
situatie:.................................................................................................................................... 4
Benoemt veranderingen in het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden en de
veiligheid van de zorgvrager...................................................................................................5
Bespreekt de belangrijkste gegevens vanuit de verkregen informatie van collega’s en
deskundigen van andere disciplines, overdrachten en onderzoeken met de zorgvrager en of
diens naastbetrokkene............................................................................................................ 5
Toont respect voor de ervaringsdeskundigheid van de zorgvrager en/of naastbetrokkenen
en/of ervaringsdeskundigen....................................................................................................6
Stelt vragen aan de zorgvrager en/of diens naastbetrokkene over de veiligheid en
welbevinden van de zorgvrager...............................................................................................6
Reageert op (non-)verbale signalen van de zorgvrager en naastbetrokkene..........................6
Rapporteert op basis van de verzamelde gegevens risico’s, veranderingen in het gedrag,
gezondheidstoestand, welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager bevindingen
nauwkeurig en volledig in correct Nederlands.........................................................................7
Gebruikt gesignaleerde en gemeten informatie over de gezondheidstoestand om
aanpassingen in de geboden zorgverlening te bespreken en af te stemmen met betrokkenen.
................................................................................................................................................ 8
2
Reageert adequaat op de verandering in het gedrag, de gezondheidstoestand, het
welbevinden en de veiligheid van de zorgvrager.....................................................................8
Kiest en gebruikt (een of meerdere) relevante observatie en/of signaleringsinstrumenten om
de gezondheidstoestand, welbevinden en veiligheid in kaart te brengen................................9