E. Architectuur
Hoofdstuk 1: (samenvattingsschrift)
Hoofdstuk 2:
Communicatie van computers verloopt via allerlei netwerken, bijv wifi of binnen een gebouw Lan
(Local Area Network). Of 5G
Ook bij het internet kunnen we de drie lagen onderscheiden:
Fysieke laag: kabels, apparaten, servers, clients
Logische laag: software op apparaten, netwerkprotocollen = afspraken over hoe data
getransporteerd moet worden – IP (Internet Protocol) en HTTP (HyperText Transfer Protocol)
Toepassingen laag: websites en webapplicaties
Clients – beschouwen als klanten, gebruikers van de site/app
Servers – apparaten die deze klanten bedienen
BIJV: sturen een website of bestand naar de client als die daarom vraagt.
Client Server
Computers dienen als
Apparaat van de gebruiker,
server, ze versturen de
Fysieke laag ontvangt informatie via het
informatie over het
netwerk
netwerk.
Besturingssysteem
Databasemanagementsyste
em
Logische laag Webbrowser Software die de aanvragen
afhandelt en die daarvoor
programmacode uitvoert
(webserver/web-API)
Toepassingenlaag De website of webapplicatie
Hoofdstuk 3:
Supercomputers zijn de krachtigste en snelste computers die er zijn. Voeren veel instructies per
seconde uit --> ze maken gebruik van parallelle verwerking, verschillende bewerkingen vinden op
hetzelfde moment naast elkaar plaats. De term MPP (Massive Parallel Processing) wordt ook
gebruikt. Mainframes zijn ook supersnelle computers. Ze zijn ontworpen om grote hoeveelheden
gegevens snel te verwerken. VERSCHIL: mainframes zijn zeer stabiel. Ze zijn gemaakt om jarenlang
ononderbroken te blijven werken zonder storingen.
, Server = computer die en netwerk- of internettoepassing mogelijk maakt. (website, opslag van
data/bestanden). Kleine computer (Raspberry Pi) kan ook werken als server.
In een serverpark staan duizenden servers. (documenten in de Cloud worden daar beheerd – op het
moment dat je in een document werkt sta je in verbinding met deze server)
Deze computers zijn in gebruik door bedrijven, instellingen en overheden. Computers voor
persoonlijk gebruik: PC (Personal Computer). IBM kwam met de eerst PC snel daarna kwam Apple.
Apple vermeed de term pc en noemde hem Mac, nog steeds zo genoemd.
Embedded system = apparaat waarbij de computer ingebed is, ze zijn overal. Je koopt de hardware
en software dus niet gescheiden zoals bij een gewone computer. 4 belangrijke kenmerken van
embbed stystems. - auto's, vliegtuigen en tv's
1. Oponvalledheid.
2. Betrouwbaarheid, blijven eeuwig
3. Veiligheid
4. Tijdigheid
Veel embedded systems gekoppend aan het internet --> IoT (Internet of Things) = internet niet
alleen uit servers en clientcomputers (laptop en telefoons) bestaat.
(toepassing IoT) Smart city = verzameling van sensoren die informatie verzameld over wat er
allemaal in de stad gebeurt (hoe druk het is op bepaalde plekken).
Al deze meetgegevens zorgen voor Big Data, verschaffen bestuurder van de stad nuttige informatie.
Andere topassing van Iot en embedded systems = domotica – gaat om embedded systems in rond
en gebouw (woning)
Voorbeelden van industriële apparaten: verpakkingsmachines, lopende banden, krattenvullers. Voor
de besturing van deze apparaten andere soort computer nodig. Deze worden PLC's genoemd
(Programmable Logic Controllers). VERSCHIL met normale computer en plc: PLC werden
besturingseenheden die slechts enkele simpele taken kon uitvoeren (betrouwbaarheid stond
voorop).
Een PLC heeft een aantal speciale eigenschappen, waaronder:
Hij is betrouwbaar.
Er is de garantie dat een opdracht binnen een bepaalde tijd afgerond is.
Hij heeft in- en uitgangen voor sensoren en actuatoren.
Hij doorloopt zijn programma in een cyclus binnen een maximale of vaste tijd.
Aan het eind van die cyclus worden alle uitgangen aangepast en alle ingangen gelezen.
(Wijzigingen van een ingang gedurende de cyclus hebben geen invloed op het verloop van
de cyclus.)
Op elk moment is de toestand van elke uitgang bekend.
Onderdelen die elke computer, elke smartphone of elke IoT-apparaat voorkomen zijn de processor
en het interne geheugen. Deze vormen samen de kernapparatuur. Alle andere hardware, van
communicatiechips tot touchscreen en permanente opslag noemen we randapparatuur.
Hoofdstuk 1: (samenvattingsschrift)
Hoofdstuk 2:
Communicatie van computers verloopt via allerlei netwerken, bijv wifi of binnen een gebouw Lan
(Local Area Network). Of 5G
Ook bij het internet kunnen we de drie lagen onderscheiden:
Fysieke laag: kabels, apparaten, servers, clients
Logische laag: software op apparaten, netwerkprotocollen = afspraken over hoe data
getransporteerd moet worden – IP (Internet Protocol) en HTTP (HyperText Transfer Protocol)
Toepassingen laag: websites en webapplicaties
Clients – beschouwen als klanten, gebruikers van de site/app
Servers – apparaten die deze klanten bedienen
BIJV: sturen een website of bestand naar de client als die daarom vraagt.
Client Server
Computers dienen als
Apparaat van de gebruiker,
server, ze versturen de
Fysieke laag ontvangt informatie via het
informatie over het
netwerk
netwerk.
Besturingssysteem
Databasemanagementsyste
em
Logische laag Webbrowser Software die de aanvragen
afhandelt en die daarvoor
programmacode uitvoert
(webserver/web-API)
Toepassingenlaag De website of webapplicatie
Hoofdstuk 3:
Supercomputers zijn de krachtigste en snelste computers die er zijn. Voeren veel instructies per
seconde uit --> ze maken gebruik van parallelle verwerking, verschillende bewerkingen vinden op
hetzelfde moment naast elkaar plaats. De term MPP (Massive Parallel Processing) wordt ook
gebruikt. Mainframes zijn ook supersnelle computers. Ze zijn ontworpen om grote hoeveelheden
gegevens snel te verwerken. VERSCHIL: mainframes zijn zeer stabiel. Ze zijn gemaakt om jarenlang
ononderbroken te blijven werken zonder storingen.
, Server = computer die en netwerk- of internettoepassing mogelijk maakt. (website, opslag van
data/bestanden). Kleine computer (Raspberry Pi) kan ook werken als server.
In een serverpark staan duizenden servers. (documenten in de Cloud worden daar beheerd – op het
moment dat je in een document werkt sta je in verbinding met deze server)
Deze computers zijn in gebruik door bedrijven, instellingen en overheden. Computers voor
persoonlijk gebruik: PC (Personal Computer). IBM kwam met de eerst PC snel daarna kwam Apple.
Apple vermeed de term pc en noemde hem Mac, nog steeds zo genoemd.
Embedded system = apparaat waarbij de computer ingebed is, ze zijn overal. Je koopt de hardware
en software dus niet gescheiden zoals bij een gewone computer. 4 belangrijke kenmerken van
embbed stystems. - auto's, vliegtuigen en tv's
1. Oponvalledheid.
2. Betrouwbaarheid, blijven eeuwig
3. Veiligheid
4. Tijdigheid
Veel embedded systems gekoppend aan het internet --> IoT (Internet of Things) = internet niet
alleen uit servers en clientcomputers (laptop en telefoons) bestaat.
(toepassing IoT) Smart city = verzameling van sensoren die informatie verzameld over wat er
allemaal in de stad gebeurt (hoe druk het is op bepaalde plekken).
Al deze meetgegevens zorgen voor Big Data, verschaffen bestuurder van de stad nuttige informatie.
Andere topassing van Iot en embedded systems = domotica – gaat om embedded systems in rond
en gebouw (woning)
Voorbeelden van industriële apparaten: verpakkingsmachines, lopende banden, krattenvullers. Voor
de besturing van deze apparaten andere soort computer nodig. Deze worden PLC's genoemd
(Programmable Logic Controllers). VERSCHIL met normale computer en plc: PLC werden
besturingseenheden die slechts enkele simpele taken kon uitvoeren (betrouwbaarheid stond
voorop).
Een PLC heeft een aantal speciale eigenschappen, waaronder:
Hij is betrouwbaar.
Er is de garantie dat een opdracht binnen een bepaalde tijd afgerond is.
Hij heeft in- en uitgangen voor sensoren en actuatoren.
Hij doorloopt zijn programma in een cyclus binnen een maximale of vaste tijd.
Aan het eind van die cyclus worden alle uitgangen aangepast en alle ingangen gelezen.
(Wijzigingen van een ingang gedurende de cyclus hebben geen invloed op het verloop van
de cyclus.)
Op elk moment is de toestand van elke uitgang bekend.
Onderdelen die elke computer, elke smartphone of elke IoT-apparaat voorkomen zijn de processor
en het interne geheugen. Deze vormen samen de kernapparatuur. Alle andere hardware, van
communicatiechips tot touchscreen en permanente opslag noemen we randapparatuur.
