100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting colleges 25 tot en met 44 Basiskennis LUK2.4

Rating
-
Sold
2
Pages
69
Uploaded on
14-03-2023
Written in
2020/2021

In deze samenvatting zijn de colleges 25 tot en met 44 van Basiskennis LUK2.4 samengevat en uitgewerkt van de opleiding HBO Verpleegkunde op het NHL Stenden.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 14, 2023
Number of pages
69
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

College 25: Voortplanting

Gonaden (=voorplantingsorganen): Testes bij de man en ovaria bij de vrouw.
Gameten (=voortplantingscellen): Spermacellen bij de man en eicellen bij de vrouw.
Bevruchting: versmelting van mannelijke en vrouwelijke voortplantingscel, zygote
(=bevruchte eicel).

Voorplantingsorganen bij de man:
- Testes
- Epididymis (=bijbal)
- Ductus deferens (=zaadleider)
- Ejaculatiekanaal
- Accessoire organen (zaadblaasjes,
prostaatklier, cowperklier)
- Zaadvocht

De Testes, de primaire geslachtsorganen bij de man, waarbij de
vorming van spermacellen plaatsvinden. De Testes hangen in het
scrotum (vlezige buidel). Het scrotum hangt aan het perineum,
bevat twee holten met elk een testis en bestaat uit een dunne
huidlaag die glad spierweefsel bevat - rimpelige oppervlak van
het scrotum. M. cremaster tillen testes naar lichaam toe.

De testis is verpakt in een vezelig kapsel: tunica albuginea.
Tussenschotten (=septa) verdelen de testes in lobjes.
Testiskanaaltjes in lobjes produceren spermacellen.
Interstitiële cellen omringen de testis kanaaltjes: produceren testosteron en
spermatogenese (=vorming van spermacellen). In de testiskanaaltjes bevinden zich
stamcellen voor spermatogenese, de spermatogonia. In de testiskanaaltjes bevinden zich
ook sertolicellen. Deze steunen en bevorderen de spermatogenese en leveren
voedingsstoffen.
Scrotum, testes en
testiskanaaltjes
Spermatogenese behoren: mitose, meiose en spermiogenese.
- Mitose:
Mitotische deling van spermatogonia (stamcellen)
Gedurende het gehele volwassen leven
Dochtercellen ontwikkelen zich tot spermatocyten
Spermatocyten: 46 chromosomen
- Meiose:
Speciale vorm van celdeling waarbij de gameten worden
gevormd
Half zoveel chromosomen: 23 chromosomen
Spermatiden
- Spermiogenese:
Spematiden rijpen uit tot spermacellen

, 1. Mitose: Somatische celdeling, uit de moedercel ontstaan twee identieke
dochtercellen (diploïd), 46 chromosomen of 23 paar.
2. Meiose: Twee fasen: uit een dochtercel of een spermatocyt worden vier spermatiden
gevormd met elk 23 chromosomen (haploïd).
Fase 1: Verdubbelt de primaire spermatocyt het aantal chromosomen tot 46 paar of
92 chromosomen (tetrade). Deze primaire spermatocyt deelt in twee secundaire
spermatocyten met elk 46 chromosomen of 23 paar.
Fase 2: Een secundaire spermatocyt deelt in twee spermatiden met elk 23
chromosomen. Uit twee secundaire spermatocyten ontstaan vier spermatiden met
elke 23 chromosomen. Haploïd.

Spermiogenese = elke spermatide rijpt uit tot een volwassen
spermacel of spermatozoon. Duur van de gehele spermatogenese is
negen weken. Sertolicellen ondersteunen de spermatogenese.
Interstitiële cellen leveren testosteron.

Spermacel:
De kop bevat de celkern en chromosomen. Het uiteinde van de kop
bevat het acrosoom. Het acrosoom bevat enzymen die noodzakelijke
zijn voor de bevruchting.
Middelste gedeelte bevat alleen mitochondriën en leveren ATP voor de beweeglijkheid van
de staart. Haalt energie uit de omgeving (vloeistof). Geen andere organellen.
De staart zweept de spermacel voort. Spermacel

Het voorplantingsstelsel van de man: Meiose produceert gameten die
de helft van het aantal chromosomen in lichaamscellen bevatten. Voor
elke cel die meiose ondergaat, produceren de testes vier spermacellen,
terwijl de ovaria slechts één eicel produceren.

Epididymis – bijbal. Spermacellen in de holte van testiskanaaltjes zijn
nog volledig uitgerijpt en zijn nog niet in staat tot bevruchting.
Spermacellen worden via vloeistofstromingen vanuit de testisholte naar
de epididymis gebracht. Langwerpige buis van zeven meter lang die
gekronkeld en opgerold is. In de epididymis:
- Spermacellen uitrijpen
- Recyclingcentrum, beschadigde spermacellen opruimen
- Aanpassen van de vloeistof in de testiskanaaltjes
De epididymis speelt een belangrijke rol en voorkomt voortijdige capacitatie:
Spermacellen die de testiskanaaltjes verlaten zijn nog onbeweeglijk.
Spermacellen moeten capacitatie ondergaan om volledig functioneel te zijn.
Capacitatie vindt plaats:
- Spermacellen gemengd worden met klierproducten van de zaadblaasjes.
- Spermacellen blootgesteld worden aan omstandigheden binnen de vrouwelijke
geslachtsorganen.

,Ductus deferens (=zaadleider):
- Stijgt op in de buikholte binnen de zaadstreng
- Zaadstreng is een koker van bind- en spierweefsel die verbonden is met de testis
- Twee zaadleiders lopen vanaf de testis in de buikholte, richting de blaas naar de
prostaatklier
Via peristaltische bewegingen bewegen spermacellen en vloeistof door de
zaadleiders
De zaadleiders verenigen zich met de afvoerbuizen van zaadblaasjes tot de
ductus ejaculatorius (ejaculatiekanaal)
Ejaculatiekanalen lopen aan weerszijde door de gespierde wand van de
prostaatklier en monden samen uit in de urethra
Ductus deferens
Urethra
- Loopt van blaas naar uiteinde penis
- Kanaal van urine en sperma

De accessoire klieren, de zaadblaasjes, prostaatklier en
cowperklieren. Vloeistoffen die door de testis en de epididymis
worden afgegeven vormen slechts 5% van het uiteindelijke
volume die de zaadcellen vervoeren en voeden. De overige 95%
wordt geleverd via het zaadvocht.
Primaire functies van deze klieren zijn:
- Activeren van spermacellen
- Leveren van voedingsstoffen om de beweeglijkheid
te garanderen van spermacellen
- Vormen van peristaltische bewegingen die de spermacellen en vloeistoffen door
de afvoergangen van de mannelijke voortplantingsorganen voortstuwen
- Vormen van buffers die de zuren in de urethra van de man en de vagina
neutraliseren

De zaadblaasjes scheiden 60% van spermavolume af. Scheiden fructose af om het sperma te
voeden. Scheiden prostaglandinen af die de contracties van gladspierweefsel bevorderen.
Scheiden fibrinogeen af om na de ejaculatie een stolsel te vormen in de vagina.

De prostaatklier is een klein gespierd rond orgaan (4 cm), bevindt zich vlak onder de
urineblaas en produceert en geeft een licht zuur klierproduct af. Vorm ca. 30% van het
zaadvocht. Bevat seminalplasmine: antibioticum dat mogelijke infecties van de ureters van
de man tegengaat. De klierproducten van de prostaat worden via peristaltische bewegingen
naar de urethra gestuwd.

Cowperklieren hebben ronde structuren (10 mm). Geven een dik, kleverig basisch slijm af,
beschermen de spermacellen tegen het zure milieu van de urine (urinezuur) en geven
glijmiddel af.

, Zaadvocht of semen: gemiddelde ejaculatie loost 2-5 ml zaadvocht, wordt ejaculate
genoemd. bevat 20-50 miljoen spermacellen per ml. Samenstelling: 60% zaadblaasjes, 30%
prostaatklier, 5% testis en 5% cowperklieren. Er zijn enzymen aanwezig die:
- Slijm afbreken in de vagina
- Fungeren als antibioticum
- Sperma laten stollen in de vagina
- Sperma weer vloeibaar maken in de vagina

De penis is een buisvormig orgaan die bestaat uit:
Wortel: verbinding met het lichaam
Schacht: buisvormige orgaan dat uit erectiel weefsel bestaat
Glans: verbrede distale gedeelte rond de uitwendige
uitmonding van de urethra
De huid van de penis lijkt op het scrotum. De voorhuid van
de penis of het preputium omgeeft de uiteinde van de
penis. Klieren in de voorhuid van de penis geven een
wasachtige stof af, smegma. Het smegma is een
voedingsbron voor bacteriën.

De schacht van de penis bevat de zwellichamen:
- Erectiel weefsel bestaat uit een netwerk van bloedvaten
- Twee dorsale zwellichamen: corpora cavernosa
- Een ventraal zwellichaam: corpus spongiosum
- Erectie= verhoogde bloedtoevoer naar de zwellichamen
Via de parasympathicus zal er een verhoogd stikstofoxide afgifte plaatsvinden.
Het gladde spierweefsel in de bloedvaten ontspant → vasodilatatie
Verhoogde doorbloeding en erectie van de penis

De hormonen die een belangrijke rol spelen bij de
voorplantingsfunctie van de man:
Adenohypofysehormonen:
Follikelstimulerend hormoon (FSH): bevordert spermatogenese
Luteïniserend hormoon (LH): stimuleert productie testosteron
Gonadotropin-releasing hormoon (GnRH):
Hypothalamushormoon dat afgifte van de adenohypofyse
hormoon reguleert
Androgenen (steroïden):
Testosteron is het belangrijkste
Inhibine:
Negatieve terugkoppeling, remt de spermatogenese en afgifte van testosteron
$7.20
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
maybrittoostenbrug

Get to know the seller

Seller avatar
maybrittoostenbrug NHL Stenden Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
2 year
Number of followers
2
Documents
4
Last sold
5 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions