1. Anatomie: Atherosclerose is een ziekte van de arteriële bloedvaten die wordt
gekenmerkt door de vorming van plaques in de intima van de vaatwand. De intima is
de binnenste laag van de bloedvatwand en bestaat uit endotheelcellen die een
gladde en elastische bekleding vormen. De plaques bestaan uit ophopingen van
cholesterol, vetten, witte bloedcellen en calcium. Deze ophopingen vormen geleidelijk
aan een verharding van de vaatwand en kunnen uiteindelijk leiden tot afsluiting van
het bloedvat. Dit kan leiden tot ischemische schade aan de organen die door dit
bloedvat worden voorzien (1).
2. Fysiologie: De plaquevorming bij atherosclerose wordt veroorzaakt door een
combinatie van factoren, waaronder verhoogde niveaus van lipoproteïnen met een
lage dichtheid (LDL), oxidatieve stress en ontsteking. LDL-cholesterol is een van de
belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling van atherosclerose. Wanneer LDL-
cholesterol in het bloed aanwezig is in verhoogde concentraties, kan het zich
ophopen in de vaatwand en vervolgens geoxideerd worden. Dit leidt tot ontsteking en
de vorming van een atherosclerotische plaque (2).
3. Pathologie: De vorming van plaques in de vaatwand kan leiden tot een vernauwing
van het bloedvat en uiteindelijk tot afsluiting van het bloedvat. Als gevolg hiervan kan
er ischemische schade optreden aan de organen die door dit bloedvat worden
voorzien. Een van de meest voorkomende complicaties van atherosclerose is
coronaire hartziekte, waarbij de bloedtoevoer naar het hart wordt beperkt door
plaquevorming in de kransslagaders. Andere complicaties van atherosclerose zijn
beroerte, perifere arteriële ziekte en nierziekte (1).
4. Complicaties: De complicaties van atherosclerose zijn afhankelijk van het getroffen
bloedvat en de mate van vernauwing. Bij coronaire hartziekte kan atherosclerose
leiden tot angina pectoris, myocardinfarct of hartfalen. Bij perifere arteriële ziekte kan
atherosclerose leiden tot claudicatio intermittens, weefselnecrose of amputatie. Bij
cerebrovasculaire aandoeningen kan atherosclerose leiden tot een beroerte (3).
5. Onderzoeken: Er zijn verschillende onderzoeken die kunnen worden uitgevoerd om
de diagnose van atherosclerose te stellen en de mate van vernauwing te beoordelen.
Een elektrocardiogram (ECG) kan worden gebruikt om te kijken naar de elektrische
activiteit van het hart en eventuele tekenen van ischemie te detecteren. Een
echocardiogram kan worden gebruikt om de functie van het hart te evalueren en
structurele veranderingen te detecteren. Een angiografie kan worden uitgevoerd om
de mate van vernauwing van de bloedvaten te beoordelen. Andere tests omvatten
bloedonderzoek om cholesterol- en lipideniveaus te meten, bloeddrukmetingen,
stress-tests om de cardiovasculaire functie te testen en CT-scans en MRI's om de
mate van plaquevorming en de aanwezigheid van bloedstolsels te detecteren (4).
6. Behandeling: De behandeling van atherosclerose omvat verschillende strategieën die
gericht zijn op het verminderen van risicofactoren en het voorkomen van verdere
plaquevorming. Dit kan onder meer dieet- en levensstijlveranderingen omvatten,
zoals het verminderen van de inname van verzadigde vetten, het stoppen met roken,
het verhogen van de fysieke activiteit en het beheersen van de bloeddruk en
diabetes. Medicamenteuze behandelingen omvatten cholesterolverlagende
geneesmiddelen, zoals statines en fibraten, evenals bloedverdunners, zoals aspirine.
In sommige gevallen kan een operatie nodig zijn om de vernauwing van de