OG 1 – Erfdienstbaarheden
• Wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut
o Openbare erfdienstbaarheden: onroerende eigendomsbeperkingen die door of krachtens
de wet in het algemeen belang worden opgelegd.
o Geen vergoeding verschuldigd, tenzij bepaald bij wet. Wel 3 nuanceringen:
Bij eigendomsbeperkingen die zo ingrijpend zijn dat ze het eigendom uithollen,
moet men zich houden aan strenge vereisten (bv vergoeding bij onteigening)
Gelijkheid en non-discriminatie beginsel respecteren
Proportionaliteit (1 EP)
• Wettelijke erfdienstbaarheden
o Lichten en uitzichten 675-680 BW
Beplantingen moeten de afstanden van Veldwetboek respecteren
Voor gebouwen geldt dit niet. Er is wel een beperking in 675 BW + partijen moeten
milieuwetgeving respecteren.
– Lichten laten enkel licht door (bv venster die niet open gaat)
– Uitzichten laten zowel licht als lucht door
Bevrijdende verjaring is slechts mogelijk, waarbij men bevrijd wordt van de
wettelijke ERFD die op het perceel rust.
o Recht van uitweg 682-685 BW
Ontstaat niet automatisch, moet worden gevorderd door de rechter
Procedure 1345 en 1371 GerW
• Privaatrechtelijke erfdienstbaarheden
o 637 BW: 3 elementen:
2 onderscheiden erven
Die toebehoren aan 2 verschillende eigenaars
Waarbij het ene erf ten dienste staat van het ander
(Het is een eigendomsbeperking van het ene goed ten voordele van het andere)
o 3 wezenskenmerken:
Objectieve last voor het lijdend erf
– Opgelegd aan OG niet aan een persoon
– Lijdend erf: passief karakter, geen verplichting om iets te doen, maar wel
om iets te dulden bv gebruik dulden (bv overgang) of zich onthouden van
bepaalde handelingen (bv niet bouwen)
Objectief nut ten voordele van het heersend erf
– Er is sprake van erfdienstbaarheid zodra de dienst in direct en onmiddellijk
verband staat met het gebruik en de exploitatie van het heersend erf, zelfs
als die dienst geen ander gevolg heeft dan de toename van het gemak van
dat gebruik en van die exploitatie. Een loutere verhoging van het
gebruiksgemak volstaat dus om van erfdienstbaarheid te kunnen spreken.
– Concurrentiebeding op een handelszaak is geen erfdienstbaarheid want de
handelszaak is een RG en de definitie vereist een OG.
– Bijrecht of accessorium van heersend erf 1615 BW
Heersend en lijdend erf hebben verschillende eigenaars
– 705 BW: erfdienstbaarheid gaat teniet als beide erven van zelfde eigenaar
worden
o 639 BW: 3 mogelijke vormen
o Eeuwigdurend karakter als enige ZR. Partijen kunnen wel anders bedingen.