Samenvatting Communicatietheorieën
Een social worker moet (destructieve) communicatie en interactiepatronen kunnen herkennen en
analyseren om tot interventie over te gaan. A.d.h.v. de vijf axioma’s van Watzlawick komen de
communicatie- en interactiepatronen aan bod. Het zijn heldere en eenvoudige stellingen waarmee
ook de systemische ideeën duidelijk en eenvoudig uiteengezet worden.
De vijf axioma’s zijn als volgt:
1. Men kan niet niet communiceren
2. Elke communicatie bezit een inhoudsaspect en betrekkingsaspect
3. Interpunctie
4. Communicatie kan zowel digitaal als analoog zijn
5. Elke uitwisseling v. communicatie is ofwel symmetrisch ofwel complementair.
Watzlawick spreekt over het inhouds- en betrekkingsniveau, terwijl Bateson spreekt over het
rapport- en bevelsaspect. Het inhoudsniveau brengt informatie over. Het betreft alles wat verbaal
en non-verbaal gecommuniceerd wordt, ongeacht het waarheidsgehalte. Het betrekkingsniveau of
bevelsaspect verwijst naar de wijze waarop de ontvanger het bericht moet opvatten en geeft de
relatie tussen beiden aan. Het betrekkingsaspect wordt ook wel met het begrip metacommunicatie
aangeduid.
Weijenberg onderscheidt de volgende communicatiestoornissen:
Onduidelijke communicatie Ontstaat door discrepantie tussen verbale en non-verbale
communicatie
Onvolledige communicatie Ontstaat omdat de informatie doorspekt is v. algemeenheden en
mistige boodschappen
Tegenstrijdige communicatie Ontstaat omdat de boodschappen in de communicatie elkaar
tegenspreken
Communicatie misverstanden Ontstaat omdat uitgesproken informatie als zodanig niet wordt
begrepen.
De door Weijenberg benoemde communicatiestoornissen worden door Bateson et al. Omschreven
als double bind, inconsistente, ziekmakende communicatie. Onder double bind vallen:
- paradoxale boodschappen: onvolledige communicatie en communicatief misverstand
- tegenstrijdigheden in verschillende communicatiekanalen: verbaal iets zeggen en non-verbaal iets
anders uitstralen (onduidelijke communicatie).
- Tegenstrijdigheden binnen één communicatiekanaal: Woorden als ‘hoewel’ en ‘ja maar’ zijn
typisch woorden die een tegenstrijdigheid aangeven.
De metacommunicatie is de feitelijke communicatie over de communicatie. Basale regels voor de
metacommunicatie vanuit hulpverleningsperspectief in contact met de cliënt, zijn de volgende:
- maak het doel v.h. gesprek duidelijk
- laat intenties weten
- laat weten dat je feedback nodig hebt
- laat weten dat je cliënt mag zwijgen
- benoem wat je voelt en volg je gevoel
- nodig cliënt uit om een mening te geven over het gesprek
- maak v. metacommunicatie een vast onderdeel van je communicatie.
Een social worker moet (destructieve) communicatie en interactiepatronen kunnen herkennen en
analyseren om tot interventie over te gaan. A.d.h.v. de vijf axioma’s van Watzlawick komen de
communicatie- en interactiepatronen aan bod. Het zijn heldere en eenvoudige stellingen waarmee
ook de systemische ideeën duidelijk en eenvoudig uiteengezet worden.
De vijf axioma’s zijn als volgt:
1. Men kan niet niet communiceren
2. Elke communicatie bezit een inhoudsaspect en betrekkingsaspect
3. Interpunctie
4. Communicatie kan zowel digitaal als analoog zijn
5. Elke uitwisseling v. communicatie is ofwel symmetrisch ofwel complementair.
Watzlawick spreekt over het inhouds- en betrekkingsniveau, terwijl Bateson spreekt over het
rapport- en bevelsaspect. Het inhoudsniveau brengt informatie over. Het betreft alles wat verbaal
en non-verbaal gecommuniceerd wordt, ongeacht het waarheidsgehalte. Het betrekkingsniveau of
bevelsaspect verwijst naar de wijze waarop de ontvanger het bericht moet opvatten en geeft de
relatie tussen beiden aan. Het betrekkingsaspect wordt ook wel met het begrip metacommunicatie
aangeduid.
Weijenberg onderscheidt de volgende communicatiestoornissen:
Onduidelijke communicatie Ontstaat door discrepantie tussen verbale en non-verbale
communicatie
Onvolledige communicatie Ontstaat omdat de informatie doorspekt is v. algemeenheden en
mistige boodschappen
Tegenstrijdige communicatie Ontstaat omdat de boodschappen in de communicatie elkaar
tegenspreken
Communicatie misverstanden Ontstaat omdat uitgesproken informatie als zodanig niet wordt
begrepen.
De door Weijenberg benoemde communicatiestoornissen worden door Bateson et al. Omschreven
als double bind, inconsistente, ziekmakende communicatie. Onder double bind vallen:
- paradoxale boodschappen: onvolledige communicatie en communicatief misverstand
- tegenstrijdigheden in verschillende communicatiekanalen: verbaal iets zeggen en non-verbaal iets
anders uitstralen (onduidelijke communicatie).
- Tegenstrijdigheden binnen één communicatiekanaal: Woorden als ‘hoewel’ en ‘ja maar’ zijn
typisch woorden die een tegenstrijdigheid aangeven.
De metacommunicatie is de feitelijke communicatie over de communicatie. Basale regels voor de
metacommunicatie vanuit hulpverleningsperspectief in contact met de cliënt, zijn de volgende:
- maak het doel v.h. gesprek duidelijk
- laat intenties weten
- laat weten dat je feedback nodig hebt
- laat weten dat je cliënt mag zwijgen
- benoem wat je voelt en volg je gevoel
- nodig cliënt uit om een mening te geven over het gesprek
- maak v. metacommunicatie een vast onderdeel van je communicatie.