Samenvatting Kinesitherapie Bij Ouderen: Theorie

Kine bij ouderen – theorie
 20 meerkeuze
 Opgenvragen = casus
o  wat test test + ongeveer weten wat cut off  weten dat 30 te veel is voor
TUG

Healthy ageing – kwetsbaarheid
Introductie
 Veel onderzoek naar ouderen
 Veralgemening vermijden!!
o Kalender leeftijd: Leeftijdsverschil tussen groep ouderen = groot
o Biologische leeftijd = leeftijd van de weefsels  verschillen ook
 Musculair, vasculair, endocrien, …
 Inhoud beroep
o Beweging stimuleren  preventief
o Curatief minder

Healthy ageing
 Healthy ageing = proces van ontwikkelen en onderhouden van functioneel vermogen
dat het welzijn bij ouderen in staat stelt

Gebaseerd op 2 concepten
 Intrinsieke capaciteit (# systemen)
o Ouder  verminderen in functie
o = alle fysieke en mentale capaciteiten dat een individu kan
gebruiken
o Afhankelijk
 Genetica + persoonlijke factoren (ras, geslacht, rijk) +
gezondheidskarakteristieken
 van Lichaamssystemen kunnen door omgeving anders ontwikkelen
 Functionele mogelijkheden
o = mogelijkheid tot functioneren = individu en de omgeving en de interactie
tussen deze
 In ene omgeving wel kunnen functioneren en andere ni
o 1/meer systemen ↓  ook mee dalen
o Niet direct komt iets later
  hangen samen

,Trajecten volgens WHO
 = intrinsieke capaciteit in functie van # omgevingen bij # mensen om # manieren
evolueren in de loop van tijd


 Meest optimale
o Blauw
o Op einde van leven  problemen wanneer die heel snel op korte tijd op
einde van leven gaat dalen
 Geel
o Eerst normaal
o Op bepaald moment terugval (ziekte)
 Herstellen / minder maar toch verbeteren / helemaal verergeren
 Rood
o Intrinsieke capaciteit lineair dalen  door interventie soms toch omhoog
krijgen
 Gemiddelde evolutie intrinsieke capaciteit
o Blauw = man rood = vrouw
o Grote variabiliteit

Preventie bij kinderen
 Groeicurve
o  reageren als kind niet goed evolueert
 Zoeken vergelijkbaar iets bij ouderen
o Vanaf 40J spierkracht jaarlijks dalen = normaal
o  ook vgl met norm waarden  reageren met interventie als te weinig
kracht

,Geriatrische kine
 Waarom
o Preventie
o Kijken naar patiënt als geheel op basis van criteria

Comorbiditeiten
 Kijken naar multi-morbiditeit
o Rekening houden met andere aandoeningen  vaak meerdere tegelijk
o Prioriteren tussen comorbiditeiten
 Impact
o Wandelsnelheid: 3 groepen
 Snel - gemiddeld - traag
o Cumulatieve incidentie mortaliteit
 Onderscheid in groepen van wandelsnelheid
 Snel snelheid dalen = meeste sterfgevallen
o  # comorbiditeiten correlatie wandelsnelheid
 Meer comorbiditeiten = trager wandelen
 Diagnose bij ouderen
o Bij helft van patiënten kan op basis van symptomen een probleem koppelen

Modellen
Synergistische model
 Voorkomen meerdere aandoeningen (3)  functionaliteit zakken  onder drempel
waarde (niet meer functioneel)
 Op moment van pijl aanmelden bij kine  zorg veel te laat




Attributie model
 = Toewijzen aan een verkeerd probleem
o  Er is een chronisch probleem waarvan op de hoogt
o Comorbiditeit nog niet kennen
o  Op moment zorg vragen
o  symptomen aan chronisch probleem toegekend
o  verkeerde aandoening behandelen

, causaal kettingmodel
 Interactie van ene ziekte op andere
o  C opnieuw verergeren van B geven
o  verergering op initiële probleem




 Voorbeeld
o Artritis knie  lang minder fysiek actief  cadriovasc. Dalen  hart
aandoening  perifeer vasculaire aandoening  terug op cardiovasculair
slaan  amputatie onderbeen
Unmasking event model
 Probleem manifesteren
o Door goed functioneren andere systemen  opvangen
o Opvang systeem uitgeschakeld  dan pas probleem uiten




 Voorbeeld
o Last van vertigo toch voldoende balans door visus en proprioceptie
o  zachte ondergrond / donker  vallen  fractuur?

Polyfarmacie
 Veel ouderen # soorten medicatie nemen
o Weinig info over interacties medicatie

Interdisciplinaire behandeling
 Samen met: psychologen, verpleegkundigen, gerontologen, ergotherapeut
  communicatie van behandelplan en diagnostiek