Samenvatting Kinesitherapie Bij Kinderen: Psychomotoriek

Psychomotoriek
Inleiding
 Definitie psychomotoriek
o = gebaseerd op een holistische visie vd mens die vertrekt vd eenheid tussen
geest en lichaam
 Cognitieve
 Emotionele
 Motorische aspect
 Capaciteit om te zijn en ageren op psychosociale context

Uitgangspunten psychomotoriek
Eenheid van lichaam en geest
 Geest en lichaam samen vormen essentie van “mens zijn”
 Voorbeelden verband
o Kind met koorts zicht anders gedragen als zonder koorts
o Blij = huppelen, droevig = slenteren
o Stress, angst  klachten
 Emoties vast leggen met warmte camera  toont samenhang
o Terug vinden in bewegen, kunst, cultuur

Situering binnen menselijk bewegen




 Groen = typisch ontwikkelen
o Pedagogische maatregelen = aanleren van vaardigheden (rollen op mat,
klimmen)
 Stimuleren in school, inzetten op ontwikkeling bij groep van kinderen
die typisch ontwikkelen
 Rood = ontwikkelingsstoornissen
o Therapeutisch  kan dingen van les LO zijn maar toegespits op kind +
individueel Verschil pedagogisch en therapeutisch = verschil door doelstelling
vaak niet te zien

,  Rood en groen
o Voor beide gebruiken
o Diagnostiek = in kaart brengen
 Bij groen  zien wat kunnen en doen (meeste kracht, snelste)
 Bij rood  als medisch gebruiken  gestandaardiseerd!!!

Opvoeding & ontwikkeling
 Normaal
o kleuter en lager onderwijs  psychomotorische opvoeding
 = eigen lichaam beter leren waarnemen, kennen en uitdrukken
o Lager onderwijs en middelbaar onderwijs  lichamelijke opvoeding
 Motorische, sociale en cognitieve vaardigheden
 Ploegsporten = belangrijk voor sociale ontwikkeling
 Bewegingsontwikkelingsstoornis
o globale achterstand = therapeutische
maatregelen
o kleine achterstand = opvolging
 Grote achterstand = therapeutisch
o Groepstherapie belangrijk voor ontwikkeling



Onderlinge relatie tussen soma, psyche en omgeving
 Context = belangrijk
o Bepalen wat output wordt, hoe beweging gebeurd
 Stimulatie = belangrijk voor ontwikkeling
o Leren fietsen
o In elke nieuwe context !! (fietsen, zwemmen, …)



Welke kinderen
 Normale = thuis + normaal onderwijs
 Vertraagd + risico (plateau, regressie) = therapie

,Stoornissen bij kinderen
 Kunnen verschillend zijn
 Vaak In combinatie voorkomen
 Impact op kind en omgeving
o Kunnen deel uitmaken van kind (kleine bol)
o Bij zware aandoeningen  voor een heel groot stuk bepalen (grote bol)
  rekening mee houden

Genetische syndromen
 Syndroom = klinische tekenen en symptomen die voorkomen bij een bepaalde ziekte
of aandoening
 Genetisch = veroorzaakt door een verandering in het genoom
o Single <-> multiple
o Erfelijk
o Mutaties
  verschillende (single) genetische syndromen hebben invloed op de (motorische)
ontwikkeling  kine / psychomotorische therapie nodig

Klinische tekenen <-> symptomen
Klinische tekenen Symptomen
= Klinische identificeerbare effecten = effecten die het kind voelt of uitdrukt
Indicatoren van ziekte, handicap of stoornis Subjectief voor een iemands persoonlijke
ontdekt door evaluatie of testen ervaring
toegediend door medische deskundige

, Neurale ontwikkelingsstoornissen
 = verzamelnaam van psychische problemen in kindertijd of adolescentie waardoor
kinderen of jongeren niet kunnen deelnemen aan dagelijkse leven
o Aangeboren <-> ontstaan in vroege kindertijd
o Erfelijk <-> ingrijpende gebeurtenis
o Levenslang <-> tijdelijk
o Vaak samen met andere problemen
 Gevolgen
o  kinderen hebben meer moeite met bepaalde activiteiten
o  op lichamelijk emotioneel en sociaal vlak
 Definitie uit DSM V
o Een groep aandoeningen met onset in de ontwikkelingsperiode
o Aandoening manifesteert zich tijdens vroege ontwikkeling, meestal voor een
kind naar school gaat en zijn gekenmerkt door ontwikkelingsproblemen op
vlak van persoonlijk, sociaal, academisch of beroepsmatig vlak
 Soorten
o Specifieke
 = leerstoornis, stoornis van executieve functies
o Globaal
 = algemeen effect op functioneren
 = stoornis van sociale functies, intelligentie

Aandachtstekort / hyperactiviteitsstoornis
 Soorten
o Voornamelijk aandacht tekort ADD
o Voornamelijk hyperactief/ impulsief HD
o Combinatie ADHD
 Voorkomen: jongens = meisjes
o Meisjes minder hyperactief  latere diagnose

Oorzaken
 70-90% erfelijk
o Mechanisme niet kennen
 Omgevingsfactoren van gezin, school, werk
 Voeding
o Sommige voeding  hyperactiever ???
 Beschermende factoren:
o Psychisch gezonde ouders, stabiel gezin, evenwichtige opvoeding
o Bij aanleg voor ADHD  minder impact op ADL door beschermende factoren