Studietaken uitgewerkt
Respiratoire en Cardiovasculaire Aandoeningen
Hart en Longen
Hanze Hogeschool Groningen
Fysiotherapie
Blok 2.2
1
,2
,Week 1
Studietaak 1.1 Beschrijf het adempatroon, na bestudering van literatuur.
Ademen gebeurd voornamelijk vanuit de buik, borst en flanken. Door het diafragma aan de spannen
worden de organen in de buik naar beneden en voren geduwd waardoor deze dikker wordt.
Daarnaast vergroot het de toraxholte. De hierin gelegen longen vergroten gelijke tijd doordat in de
ruimte er tussen, de binnenkant van de borstholte en de buitenkant van de long (beide bedekt met
pleura, longen door visceral pleura binnenkant borstholte door parietal pleura) altijd negatief
geladen is (de intrapleurale druk). Door de vergroting van de longen ontstaat er een negatieve druk
waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. Naast deze vergroting worden ook de ribben gelift. Dit
gebeurd in laterale en frontale richting (resp. buckethandle en pumphandle). Dit wordt gedaan door
de intercostaal spieren. Voor de inademing de externe intercostaal spieren. Voor de uitademing de
interne intercostaal spieren. De borstademhaling ligt hoger en wordt voornamelijk door de
hulpademhalingsspieren geleid. Dit zijn de scalenii en sternocleidomastoideus. Bij beperkingen van
het diafragma (obesitas, zwangerschap en hyperinflatie) is de borstademhaling belangrijk.
Studietaak 1.2 Geef een beschrijving van fysische eigenschappen van de long.
De longen liggen in de thorax holte. En zijn gescheiden door het mediastinum en omgeven door
visceral pleura. De longen zijn gemaakt van poreus en sponsachtig materiaal (parenchyma) en
opgebouwd uit verschillende lobben. Links bestaat uit 2 en rechts uit 3 lobben. Lucht komt de longen
binnen via de mond of neus en getransporteerd door de trachea (bevat veel kraakbeen), bronchi
(minder kraakbeen) en bronchioles (voornamelijk spierweefsel) om uiteindelijk uit te komen in de
alveoli, waar de gaswisseling plaatsvind. Dit deel van de longen is hoog geënerveerd en
Studietaak 1.3 Bestudeer de literatuur over obesitas, veroudering, patho-fysiologische
veranderingen zoals COPD.
Obesitas zorgt voor een vermoeilijkte ademhaling door: vetafzetting waardoor de borstkas stijver
wordt. Een dikke buik belemmerd het diafragma, met name in lig. En door vet op het bovenlichaam is
de tegendruk bij vergroting van de thoraxholte groter.
Door het ouder worden van het lichaam treden er veranderingen op die een negatief effect op de
gezondheid kunnen hebben maar van natuurlijke aard zijn. Zo kunnen alveoli minder elastisch
worden en hun vorm verliezen. Daarnaast neemt de algehele spierkracht af, daarmee dus ook die
van het diafragma en de hulpademhalingsspieren. Daarnaast kan er ook verandering in de ribben
optreden, wat in sommige gevallen het bewegen vermoeilijkt. Al deze veranderingen kunnen samen
zorgen voor kortademigheid, benauwdheid en vermoeiing. Daarnaast neemt de kans op een
luchtweginfectie ook toe. Doordat de cilia minder goed werken is de kans op infectie groter en
samen met het minder goed werkend immuunsysteem is de kans op complicaties aanzienlijker
geworden.
COPD > roken zorgt voor een verlamming van de epitheelcellen (voor 3-5 uur, bij chronische roker
onomkeerbaar). Door het niet meer werken van deze slijmafvoerende cellen is de kans op
luchtweginfecties groter. Ook zorgt roken voor het niet meer inhiberen van protease. Hierdoor is de
eiwit (en dus cel afbraak) in de longen groter. Dit lijdt tot verdwijning van membraanwanden in de
alveoli. Dit zorgt voor een verminderde elasticiteit en compliantie en verminderde gaswisseling en
dus mogelijk tot benauwdheid en afname van in inspaningscapiciteit.
3
, Studietaak 1.4 Geef alle namen weer die als longvolumina worden gebruikt en zet deze op de
juiste plaats in de flowcurves.
- Tidal volume = in- en uitademingvolume in rust
- Total lung capacity = totale inhoud van de longen; vital lung
capacity + residual volume
- Inspiratory capacity = maximale inademings volume
- Expiratory capacity = maximale uitademings volume
- Vital lung capicity = maximale in- en uit ademingsvolume
volume
- Residual volume = het volume dat overblijft na uitademing
Studietaak 1.6 Bestudeer in en op BB de literatuur (548-551)
over auscultatie als onderzoekstechniek voor
longaandoeningen, zodat je dit kan toepassen in je assessment.
Auscultatie is een techniek voor het in kaart brengen van de status
van de longen. Door te luisteren naar de geluiden die de longen produceren kan er een inschatting
gemaakt worden van de status een mogelijke beperkingen.
Test Stoornis Uitvoering Uitkomst
Auscultatie longpijn en slijm Zittende positie. Verschil geluid Links en
Luisteren naar de 1. Sternum Rechts inspiratie en
ademhaling. 2. Ventraal, bovenkwab R-L hoeveelheid expiratie.
3. Lateraal, onderkwab R-L
4. Dorsaal
Wheezing (piepend of fluitend) = vernauwing van de luchtwegen
Rhonchi (snurkend) = aanwezigheid van sputum
Fine crakles = aanwezigheid van vocht in de longen
4
Respiratoire en Cardiovasculaire Aandoeningen
Hart en Longen
Hanze Hogeschool Groningen
Fysiotherapie
Blok 2.2
1
,2
,Week 1
Studietaak 1.1 Beschrijf het adempatroon, na bestudering van literatuur.
Ademen gebeurd voornamelijk vanuit de buik, borst en flanken. Door het diafragma aan de spannen
worden de organen in de buik naar beneden en voren geduwd waardoor deze dikker wordt.
Daarnaast vergroot het de toraxholte. De hierin gelegen longen vergroten gelijke tijd doordat in de
ruimte er tussen, de binnenkant van de borstholte en de buitenkant van de long (beide bedekt met
pleura, longen door visceral pleura binnenkant borstholte door parietal pleura) altijd negatief
geladen is (de intrapleurale druk). Door de vergroting van de longen ontstaat er een negatieve druk
waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. Naast deze vergroting worden ook de ribben gelift. Dit
gebeurd in laterale en frontale richting (resp. buckethandle en pumphandle). Dit wordt gedaan door
de intercostaal spieren. Voor de inademing de externe intercostaal spieren. Voor de uitademing de
interne intercostaal spieren. De borstademhaling ligt hoger en wordt voornamelijk door de
hulpademhalingsspieren geleid. Dit zijn de scalenii en sternocleidomastoideus. Bij beperkingen van
het diafragma (obesitas, zwangerschap en hyperinflatie) is de borstademhaling belangrijk.
Studietaak 1.2 Geef een beschrijving van fysische eigenschappen van de long.
De longen liggen in de thorax holte. En zijn gescheiden door het mediastinum en omgeven door
visceral pleura. De longen zijn gemaakt van poreus en sponsachtig materiaal (parenchyma) en
opgebouwd uit verschillende lobben. Links bestaat uit 2 en rechts uit 3 lobben. Lucht komt de longen
binnen via de mond of neus en getransporteerd door de trachea (bevat veel kraakbeen), bronchi
(minder kraakbeen) en bronchioles (voornamelijk spierweefsel) om uiteindelijk uit te komen in de
alveoli, waar de gaswisseling plaatsvind. Dit deel van de longen is hoog geënerveerd en
Studietaak 1.3 Bestudeer de literatuur over obesitas, veroudering, patho-fysiologische
veranderingen zoals COPD.
Obesitas zorgt voor een vermoeilijkte ademhaling door: vetafzetting waardoor de borstkas stijver
wordt. Een dikke buik belemmerd het diafragma, met name in lig. En door vet op het bovenlichaam is
de tegendruk bij vergroting van de thoraxholte groter.
Door het ouder worden van het lichaam treden er veranderingen op die een negatief effect op de
gezondheid kunnen hebben maar van natuurlijke aard zijn. Zo kunnen alveoli minder elastisch
worden en hun vorm verliezen. Daarnaast neemt de algehele spierkracht af, daarmee dus ook die
van het diafragma en de hulpademhalingsspieren. Daarnaast kan er ook verandering in de ribben
optreden, wat in sommige gevallen het bewegen vermoeilijkt. Al deze veranderingen kunnen samen
zorgen voor kortademigheid, benauwdheid en vermoeiing. Daarnaast neemt de kans op een
luchtweginfectie ook toe. Doordat de cilia minder goed werken is de kans op infectie groter en
samen met het minder goed werkend immuunsysteem is de kans op complicaties aanzienlijker
geworden.
COPD > roken zorgt voor een verlamming van de epitheelcellen (voor 3-5 uur, bij chronische roker
onomkeerbaar). Door het niet meer werken van deze slijmafvoerende cellen is de kans op
luchtweginfecties groter. Ook zorgt roken voor het niet meer inhiberen van protease. Hierdoor is de
eiwit (en dus cel afbraak) in de longen groter. Dit lijdt tot verdwijning van membraanwanden in de
alveoli. Dit zorgt voor een verminderde elasticiteit en compliantie en verminderde gaswisseling en
dus mogelijk tot benauwdheid en afname van in inspaningscapiciteit.
3
, Studietaak 1.4 Geef alle namen weer die als longvolumina worden gebruikt en zet deze op de
juiste plaats in de flowcurves.
- Tidal volume = in- en uitademingvolume in rust
- Total lung capacity = totale inhoud van de longen; vital lung
capacity + residual volume
- Inspiratory capacity = maximale inademings volume
- Expiratory capacity = maximale uitademings volume
- Vital lung capicity = maximale in- en uit ademingsvolume
volume
- Residual volume = het volume dat overblijft na uitademing
Studietaak 1.6 Bestudeer in en op BB de literatuur (548-551)
over auscultatie als onderzoekstechniek voor
longaandoeningen, zodat je dit kan toepassen in je assessment.
Auscultatie is een techniek voor het in kaart brengen van de status
van de longen. Door te luisteren naar de geluiden die de longen produceren kan er een inschatting
gemaakt worden van de status een mogelijke beperkingen.
Test Stoornis Uitvoering Uitkomst
Auscultatie longpijn en slijm Zittende positie. Verschil geluid Links en
Luisteren naar de 1. Sternum Rechts inspiratie en
ademhaling. 2. Ventraal, bovenkwab R-L hoeveelheid expiratie.
3. Lateraal, onderkwab R-L
4. Dorsaal
Wheezing (piepend of fluitend) = vernauwing van de luchtwegen
Rhonchi (snurkend) = aanwezigheid van sputum
Fine crakles = aanwezigheid van vocht in de longen
4
