SOCIALE INSTITUTIES
3.5 THUIS- EN OUDERENZORG : WOONZORG
3.5.1 INLEIDING
Sinds 2009 (woonzorgdecreet)
• Thuiszorg en ouderenzorg samen “woonzorg”
Toenemend belang thuiszorg door:
• Vergrijzing en verzilvering
• Meer alleenstaanden
• Verkleining kerngezin
• Wens om langer thuis te wonen
Doel woonzorg:
verhogen levenskwaliteit van mensen door:
• ondersteunen zelfzorg en mantelzorg
• gedifferentieerd aanbod aan vormen van woonzorg voorzien
• meer samenwerking ouderenzorg en thuiszorg
3.5.2 THUISZORGVOORZIENINGEN
• Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
– schoonmaak, oppashulp, verzorging,…
– Voor ouderen of anderen
– Na sociaal onderzoek (zorgbehoefte, netwerk)
– Aangepaste bijdrage per uur
– vzw of ocmw
• Diensten voor oppashulp (vrijwilligers)
• Diensten voor thuisverpleging
• Diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds (leden)
• Lokale dienstencentra
– hulp bij het dagelijkse leven
– zelfredzaamheid en sociaal netwerk versterken
• Diensten voor gastopvang (tijdelijk)
• Verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
3.5.3 OUDERENZORGVOORZIENINGEN
• Dagverzorgingscentra (DVC) wordt ook thuiszorgvoorziening
• Dagverzorgingscentra voor palliatieve zorg
• Groep van assistentiewoningen (crisis en overbruggingszorg, noodoproep,
woonassisstent)
• Centra voor herstelverblijf wordt ook thuiszorgvoorziening
• Centra voor kortverblijf wordt ook thuiszorgvoorziening
• Woonzorgcentra (“rusthuis”)
– meestal erkend als ‘rust- en verzorgingstehuis’ (RVT-bedden)
– ev. erkend voor niet-aangeboren hersenletsel NAH
– ev. aanbod voor personen met jongdementie
3.5 THUIS- EN OUDERENZORG : WOONZORG
3.5.1 INLEIDING
Sinds 2009 (woonzorgdecreet)
• Thuiszorg en ouderenzorg samen “woonzorg”
Toenemend belang thuiszorg door:
• Vergrijzing en verzilvering
• Meer alleenstaanden
• Verkleining kerngezin
• Wens om langer thuis te wonen
Doel woonzorg:
verhogen levenskwaliteit van mensen door:
• ondersteunen zelfzorg en mantelzorg
• gedifferentieerd aanbod aan vormen van woonzorg voorzien
• meer samenwerking ouderenzorg en thuiszorg
3.5.2 THUISZORGVOORZIENINGEN
• Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
– schoonmaak, oppashulp, verzorging,…
– Voor ouderen of anderen
– Na sociaal onderzoek (zorgbehoefte, netwerk)
– Aangepaste bijdrage per uur
– vzw of ocmw
• Diensten voor oppashulp (vrijwilligers)
• Diensten voor thuisverpleging
• Diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds (leden)
• Lokale dienstencentra
– hulp bij het dagelijkse leven
– zelfredzaamheid en sociaal netwerk versterken
• Diensten voor gastopvang (tijdelijk)
• Verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
3.5.3 OUDERENZORGVOORZIENINGEN
• Dagverzorgingscentra (DVC) wordt ook thuiszorgvoorziening
• Dagverzorgingscentra voor palliatieve zorg
• Groep van assistentiewoningen (crisis en overbruggingszorg, noodoproep,
woonassisstent)
• Centra voor herstelverblijf wordt ook thuiszorgvoorziening
• Centra voor kortverblijf wordt ook thuiszorgvoorziening
• Woonzorgcentra (“rusthuis”)
– meestal erkend als ‘rust- en verzorgingstehuis’ (RVT-bedden)
– ev. erkend voor niet-aangeboren hersenletsel NAH
– ev. aanbod voor personen met jongdementie