Samenvatting
Arm en Rijk
3.1 | Kennismaking met India en Groot-Brittannië
BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China (semiperiferie)
G7 landen: Japan, Italië, UK, VS, Canada, Duitsland, Frankrijk
1900: Groot-Brittannië is door industrialisatie een machtig land en India een:
exploitatiekolonie = gebied dat door een ander land wordt overheerst met als belangrijkste
doel er grondstoffen te winnen.
India staat in dienst van Brits-Indië:
- levering van grondstoffen
- infrastructuur en zeehavens voor vervoer van grondstoffen
- India als afzetgebied = het gebied waar iets gekocht kan worden.
Australië: vestigingskolonie = overzeese gebiedsdelen onder Europees bestuur met als
functie vestigingsgebied voor Europeanen
Na Tweede Wereldoorlog: de kolonie Brits-Indië viel uiteen en er ontstonden 4 landen: India,
Sri Lanka, Pakistan en Bangladesh.
↳ dekolonisatie = kolonisatie valt uiteen
Na de onafhankelijkheid emigreerden veel Indiërs om economische redenen naar
Groot-Brittannië. → multiculturele samenleving in Groot-Brittannië
1800: Groot-Brittannië is plattelandssamenleving
Snelle verstedelijking begon met opkomst van industrie (stoommachine) in
Midden-Engeland.
Verstedelijking later in India dan in Engeland:
● Urbanisatie = het wegtrekken van het platteland naar de stad, uitgedrukt in
procenten = urbanisatiegraad
Tweedeling:
● rijke mensen in gated communities,
● arme mensen in sloppenwijken
Na Tweede Wereldoorlog: industrie in Groot-Brittannië → de-industrialisatie →
diensteneconomie
oorzaken:
● arbeiders waren te duur
● concurrentie van lagelonenlanden was groot
gevolgen:
● steden werden aantrekkelijk als vestigingsplaats voor:
- dienst leverende bedrijven vestigen zich liever in de steden
- vanwege hoogopgeleid personeel
- multinationale ondernemingen
- bedrijven op het gebied van research en marketing
- zakelijke en financiële dienstverlening
de-industrialisatie ook in andere delen West-Europa en de VS:
● kansrijke bewoners trekken weg→ hoge werkloosheid en dalende inkomsten
9
, Samenvatting
regionale ongelijkheid binnen Groot-Brittannië (Londen) neemt toe. De welvarende
hoogopgeleiden staan tegenover de laagopgeleiden met dalende inkomens.
3.2 | Welvaart en ontwikkeling
Welvaartspeil = bepaalt hoe ontwikkeld een land is
- verschillen in ontwikkeling binnen een land
Je kunt landen en gebieden vergelijken door te kijken naar indicatoren:
1) economische kenmerken
2) demografische kenmerken
3) sociaal-culturele kenmerken
Economische kenmerken
● Bruto nationaal product (BNP) = totale inkomen van een land (productie, van
goederen en diensten, binnenland + buitenland in een jaar)
- gemiddelde inkomen = bnp/inwoner
Arme landen:
- Inkomen stad > platteland
- Bruto regionaal product (brp) → zeer verschillend, kan leiden tot regionale
ongelijkheid
- cijfers vaak onbetrouwbaar, goede vergelijking is lastig
● Bruto binnenlands product (BBP) = productie binnen het land
● BNP/inw.
- geeft aan wat alle inwoners van een land samen verdienen
- vergelijking tussen landen: bnp/inwoner → gemiddelde inkomen
(bbp is ongeveer gelijk aan bnp)
Human development index (hdi)
- bnp per inwoner (economisch kenmerk)
- levensverwachting (demografisch kenmerk)
- analfabetisme (sociaal-cultureel kenmerk)
● Is een gemiddeld indexcijfer waardoor → geen informatie geeft over ruimtelijke en
sociale verschillen binnen het land
● India neemt een plaats in de middenmoot in
● Sterke sociale ongelijkheid binnen India (o.a. door kastensysteem)
Ontwikkelingslanden: economische ongelijkheid: weinig rijken & veel armen.
Verhoudingen Centrum - periferie
- noorden/zuiden
- waarom wordt ongelijkheid steeds groter
- ruilvoet(verslechtering)
- hoe los je dat op?
10
Arm en Rijk
3.1 | Kennismaking met India en Groot-Brittannië
BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China (semiperiferie)
G7 landen: Japan, Italië, UK, VS, Canada, Duitsland, Frankrijk
1900: Groot-Brittannië is door industrialisatie een machtig land en India een:
exploitatiekolonie = gebied dat door een ander land wordt overheerst met als belangrijkste
doel er grondstoffen te winnen.
India staat in dienst van Brits-Indië:
- levering van grondstoffen
- infrastructuur en zeehavens voor vervoer van grondstoffen
- India als afzetgebied = het gebied waar iets gekocht kan worden.
Australië: vestigingskolonie = overzeese gebiedsdelen onder Europees bestuur met als
functie vestigingsgebied voor Europeanen
Na Tweede Wereldoorlog: de kolonie Brits-Indië viel uiteen en er ontstonden 4 landen: India,
Sri Lanka, Pakistan en Bangladesh.
↳ dekolonisatie = kolonisatie valt uiteen
Na de onafhankelijkheid emigreerden veel Indiërs om economische redenen naar
Groot-Brittannië. → multiculturele samenleving in Groot-Brittannië
1800: Groot-Brittannië is plattelandssamenleving
Snelle verstedelijking begon met opkomst van industrie (stoommachine) in
Midden-Engeland.
Verstedelijking later in India dan in Engeland:
● Urbanisatie = het wegtrekken van het platteland naar de stad, uitgedrukt in
procenten = urbanisatiegraad
Tweedeling:
● rijke mensen in gated communities,
● arme mensen in sloppenwijken
Na Tweede Wereldoorlog: industrie in Groot-Brittannië → de-industrialisatie →
diensteneconomie
oorzaken:
● arbeiders waren te duur
● concurrentie van lagelonenlanden was groot
gevolgen:
● steden werden aantrekkelijk als vestigingsplaats voor:
- dienst leverende bedrijven vestigen zich liever in de steden
- vanwege hoogopgeleid personeel
- multinationale ondernemingen
- bedrijven op het gebied van research en marketing
- zakelijke en financiële dienstverlening
de-industrialisatie ook in andere delen West-Europa en de VS:
● kansrijke bewoners trekken weg→ hoge werkloosheid en dalende inkomsten
9
, Samenvatting
regionale ongelijkheid binnen Groot-Brittannië (Londen) neemt toe. De welvarende
hoogopgeleiden staan tegenover de laagopgeleiden met dalende inkomens.
3.2 | Welvaart en ontwikkeling
Welvaartspeil = bepaalt hoe ontwikkeld een land is
- verschillen in ontwikkeling binnen een land
Je kunt landen en gebieden vergelijken door te kijken naar indicatoren:
1) economische kenmerken
2) demografische kenmerken
3) sociaal-culturele kenmerken
Economische kenmerken
● Bruto nationaal product (BNP) = totale inkomen van een land (productie, van
goederen en diensten, binnenland + buitenland in een jaar)
- gemiddelde inkomen = bnp/inwoner
Arme landen:
- Inkomen stad > platteland
- Bruto regionaal product (brp) → zeer verschillend, kan leiden tot regionale
ongelijkheid
- cijfers vaak onbetrouwbaar, goede vergelijking is lastig
● Bruto binnenlands product (BBP) = productie binnen het land
● BNP/inw.
- geeft aan wat alle inwoners van een land samen verdienen
- vergelijking tussen landen: bnp/inwoner → gemiddelde inkomen
(bbp is ongeveer gelijk aan bnp)
Human development index (hdi)
- bnp per inwoner (economisch kenmerk)
- levensverwachting (demografisch kenmerk)
- analfabetisme (sociaal-cultureel kenmerk)
● Is een gemiddeld indexcijfer waardoor → geen informatie geeft over ruimtelijke en
sociale verschillen binnen het land
● India neemt een plaats in de middenmoot in
● Sterke sociale ongelijkheid binnen India (o.a. door kastensysteem)
Ontwikkelingslanden: economische ongelijkheid: weinig rijken & veel armen.
Verhoudingen Centrum - periferie
- noorden/zuiden
- waarom wordt ongelijkheid steeds groter
- ruilvoet(verslechtering)
- hoe los je dat op?
10