Hoofdstuk 1: Bedrijfscultuur en organisatiestructuur
BEDRIJFSCULTUUR
Langzaam gegroeide manier van handelen binnen een onderneming gebaseerd op tradities
en afspraken
○ Hoe ontstaat een bedrijfscultuur?
○ In een organisatie ontstaan gewoontes die aanvankelijk verklaarbaar zijn, later worden ze
○ door iedereen overgenomen en verdwijnt de oorspronkelijke verklaring.
○ Waarom is de bedrijfscultuur in alle ondernemingen verschillend?
○ Elk lid van de onderneming heeft zijn eigen overtuigingen en waarden, waardoor de
○ cultuur in elke onderneming anders is.
○ Staat een bedrijfscultuur op papier?
○ Neen, het gaat vaak om stilzwijgende afspraken: iedereen binnen de organisatie weet wat
○ van hem verwacht wordt zonder dat alles op papier staat.
○ Hoe beïnvloeden de structuur v/e onderneming en de bedrijfscultuur elkaar?
○ Een sterke hiërarchie structuur leidt vaak tot een strakke bedrijfscultuur. In een
○ onderneming met een losse bedrijfscultuur werkt een strakke structuur niet.
○ Belang van een bedrijfscultuur?
○ Die cultuur heeft invloed op de prestaties van de onderneming. Een herkenbare
○ bedrijfscultuur geeft elke werknemer een idee van de manier waarop hij moet werken en
○ beslissingen nemen. Een bedrijfscultuur geeft richting en doel aan de onderneming en kan
○ managers en werknemers dichter bij elkaar brengen.
● SOORTEN BEDRIJFSCULTUUR
• Machtscultuur
⇒ Alle relaties in een onderneming zijn op macht gebaseerd.
⇒ Een harde en competitieve manier van met elkaar omgaan.
⇒ - leger
• Rolcultuur
⇒ Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in detail opgenomen in
⇒ reglementeringen en handleidingen.
⇒ Taken zijn duidelijk afgebakend en er is geen sprake van onvoorspelbaarheid.
⇒ Grootste probleem: stugge werking.
⇒ - commerciële banken, verzekeringsmaatschappijen, overheidsministeries
• Taakcultuur
⇒ Het gestelde doel staat voorop.
⇒ Gezag vindt zijn oorsprong in deskundigheid en kennis.
⇒ Er kan snel actie ondernomen worden en er is ruimte voor improvisatie.
⇒ Weinig aandacht naar sociaal-emotionele aspecten.
⇒ - beursmakelaar, handelsonderneming
• Persoonscultuur
⇒ Het individu staat centraal
⇒ De onderneming is er voor de mensen en niet omgekeerd.
⇒ Er gaat veel aandacht naar het ontwikkelen van talenten en het realiseren van
⇒ ideeën.
⇒ Het begrip ‘leidinggeven’ moet onderdoen voor ‘coachen’
⇒ - internetbedrijven, ondernemingen die games ontwikkelen
, ● OEFENING
omschrijving machtscultuur rolcultuur taakcultuur persoonscultuur
arbeidsomstandigheden
Machtsstrijd zorgt voor een
onaangename sfeer en slorpt veel X
energie op.
Je mag jezelf ontplooien; er wordt X
gecoacht.
Je moet je mannetje kunnen staan,
er is veel druk om te presteren. X
Voorspelbaar en monotoon, alles X
wordt in reglementen vastgelegd.
collegialiteit
Relaties met collega’s zijn
gereglementeerd, iedereen is gelijk X
voor de wet.
In relaties staat het individu centraal. X
Prestatiedruk zorgt voor rivaliteit X
tussen collega’s.
Collega’s gaan niet amicaal met X
elkaar om. De baas is de baas.
oplossen van conflicten
Het individu staat centraal als er
conflicten zijn, alles moet uitgepraat X
worden.
Er is weinig aandacht voor X
sociaal-emotionele aspecten.
Er komen steeds nieuwe conflicten. X
Duidelijke reglementen en hiërarchie
zorgen voor minder conflicten. X
relatie baas / werknemer
Stugge structuur en sterke X
hiërarchie, echte ‘bazen’.
De baas is een ‘coach’. X
Gezag gebaseerd op
deskundigheid, weinig aandacht X
voor menselijke aspect.
Op macht gebaseerd. X
snelheid van beslissingen
Er wordt veel tijd verloren met X
conflicten en machtsstrijd.
Te veel reglementeringen, te stug,
beslissingen laten lang op zich X
wachten.
Iedere werknemer mag zichzelf
ontplooien; er is ruimte voor X
discussie.
Er wordt meer belang gehecht aan
improvisatie dan aan reglementen, X
waardoor er snel beslist kan
worden.
BEDRIJFSCULTUUR
Langzaam gegroeide manier van handelen binnen een onderneming gebaseerd op tradities
en afspraken
○ Hoe ontstaat een bedrijfscultuur?
○ In een organisatie ontstaan gewoontes die aanvankelijk verklaarbaar zijn, later worden ze
○ door iedereen overgenomen en verdwijnt de oorspronkelijke verklaring.
○ Waarom is de bedrijfscultuur in alle ondernemingen verschillend?
○ Elk lid van de onderneming heeft zijn eigen overtuigingen en waarden, waardoor de
○ cultuur in elke onderneming anders is.
○ Staat een bedrijfscultuur op papier?
○ Neen, het gaat vaak om stilzwijgende afspraken: iedereen binnen de organisatie weet wat
○ van hem verwacht wordt zonder dat alles op papier staat.
○ Hoe beïnvloeden de structuur v/e onderneming en de bedrijfscultuur elkaar?
○ Een sterke hiërarchie structuur leidt vaak tot een strakke bedrijfscultuur. In een
○ onderneming met een losse bedrijfscultuur werkt een strakke structuur niet.
○ Belang van een bedrijfscultuur?
○ Die cultuur heeft invloed op de prestaties van de onderneming. Een herkenbare
○ bedrijfscultuur geeft elke werknemer een idee van de manier waarop hij moet werken en
○ beslissingen nemen. Een bedrijfscultuur geeft richting en doel aan de onderneming en kan
○ managers en werknemers dichter bij elkaar brengen.
● SOORTEN BEDRIJFSCULTUUR
• Machtscultuur
⇒ Alle relaties in een onderneming zijn op macht gebaseerd.
⇒ Een harde en competitieve manier van met elkaar omgaan.
⇒ - leger
• Rolcultuur
⇒ Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in detail opgenomen in
⇒ reglementeringen en handleidingen.
⇒ Taken zijn duidelijk afgebakend en er is geen sprake van onvoorspelbaarheid.
⇒ Grootste probleem: stugge werking.
⇒ - commerciële banken, verzekeringsmaatschappijen, overheidsministeries
• Taakcultuur
⇒ Het gestelde doel staat voorop.
⇒ Gezag vindt zijn oorsprong in deskundigheid en kennis.
⇒ Er kan snel actie ondernomen worden en er is ruimte voor improvisatie.
⇒ Weinig aandacht naar sociaal-emotionele aspecten.
⇒ - beursmakelaar, handelsonderneming
• Persoonscultuur
⇒ Het individu staat centraal
⇒ De onderneming is er voor de mensen en niet omgekeerd.
⇒ Er gaat veel aandacht naar het ontwikkelen van talenten en het realiseren van
⇒ ideeën.
⇒ Het begrip ‘leidinggeven’ moet onderdoen voor ‘coachen’
⇒ - internetbedrijven, ondernemingen die games ontwikkelen
, ● OEFENING
omschrijving machtscultuur rolcultuur taakcultuur persoonscultuur
arbeidsomstandigheden
Machtsstrijd zorgt voor een
onaangename sfeer en slorpt veel X
energie op.
Je mag jezelf ontplooien; er wordt X
gecoacht.
Je moet je mannetje kunnen staan,
er is veel druk om te presteren. X
Voorspelbaar en monotoon, alles X
wordt in reglementen vastgelegd.
collegialiteit
Relaties met collega’s zijn
gereglementeerd, iedereen is gelijk X
voor de wet.
In relaties staat het individu centraal. X
Prestatiedruk zorgt voor rivaliteit X
tussen collega’s.
Collega’s gaan niet amicaal met X
elkaar om. De baas is de baas.
oplossen van conflicten
Het individu staat centraal als er
conflicten zijn, alles moet uitgepraat X
worden.
Er is weinig aandacht voor X
sociaal-emotionele aspecten.
Er komen steeds nieuwe conflicten. X
Duidelijke reglementen en hiërarchie
zorgen voor minder conflicten. X
relatie baas / werknemer
Stugge structuur en sterke X
hiërarchie, echte ‘bazen’.
De baas is een ‘coach’. X
Gezag gebaseerd op
deskundigheid, weinig aandacht X
voor menselijke aspect.
Op macht gebaseerd. X
snelheid van beslissingen
Er wordt veel tijd verloren met X
conflicten en machtsstrijd.
Te veel reglementeringen, te stug,
beslissingen laten lang op zich X
wachten.
Iedere werknemer mag zichzelf
ontplooien; er is ruimte voor X
discussie.
Er wordt meer belang gehecht aan
improvisatie dan aan reglementen, X
waardoor er snel beslist kan
worden.