lOMoARcPSD|14974337
College 1: Het gezin in evolutionair perspectief- De rol van moeders en anderen
Genen en omgeving
• Factoren ontwikkeling:
o Gebieden beïnvloeden elkaar
• Error: Gescheiden omgeving= unieke omgeving
• Common environment: Unieke omgeving
• Genes: Genen tegenwoordig A (additive genetic
effect)
• Fenotype= wie je bent, uitkomst
• Gedragsgenetica= de grootte van de invloeden van genen (nature) en
omgeving (nurture) op het fenotype te schatten
• Assortative mating= gelijke fenotype zoeken elkaar op
• Correlatie tussen genen en omgeving:
o Kind kiest omgeving die bij hem past
o Omgeving kan uitkomst gen versterken
o Genetische bagage kind roept reacties omgeving op o Sociale interactie met genetisch verwante personen
• Interactie tussen genen en omgeving = G*O
o Samenspel van nature en nurture
• Genetisch bepaalde ontvankelijkheid bij blootstelling aan omgevingsinvloeden
Apen en mensen
• Verschillen:
• Taal
• Gedeelde doelen en intenties mind reading o Grotere hersenen
• Chimpansees geen interesse in wat andere apen willen of bedoelen:
• Aandacht voor anderen bij competitie, niet samenwerken
• Mensen in beide gevallen aandacht voor anderen
• Mensen delen graag:
• Chimpansees: aanvallen, niet tolereren
o Bonobo’s: toestaan dat iets gepakt wordt
• Mensen: geven, hypersociaal
• Ultrasociaal: mensen willen van nature samenwerken, helpen en geven, vaak wel om credit op te bouwen
• Geld geven aan anderen geeft meer positieve impact op mensen dan hetzelfde bedrag voor jezelf
houden
Theory of mind- apen:
o Begrip van doelen en intenties anderen
o Begrijpen wat anderen zien en horen
o Geen begrip van false-beliefs
o Kunnen niet voorspellen wat iemand gaat doen die verkeerd geïnformeerd is
Sociale intelligentie
o Machiavellian intelligence hypothesis= gebruik maken van inside information, weten wat een ander weet
o Zicht baar in gedrag -> manipuleren
Gehechtheid
• Homo sapiens gevorm in Oost-afrika in Pleistoceen:
o Pleistoceen: 2.5 miljoen tot 12.000 jaar geleden
o Homo sapiens: 200.000 jaar oud
• EEA= environment of evolutionary adaptedness= het geheel van de omgevingsfactoren waarin de voorouders van
die soort leefden en waaraan ze, na een lang proces van adaptaties en natuurlijke selecte, aangepast waren.
Gehechtheidsgedrag heeft overlevingswaarde:
• Bowlby: nabijheid moeder essentieel voor overleven
• Monotropie= maar 1 hechtings figuur
, lOMoARcPSD|14974337
• Maar zorg door alloparents kan ook
• Maar in werkelijkheid moeder niet altijd beschikbaar
o Infant survival= kind +moeder + anderen
• Bowlby-Ainsworth
• kind vertoont gehechtheidsgedrag om te overleven
• Lorenz: kindchenschema
• Kinderen zien er zo uit omdat dat schattig is o Lokt zorggedrag moeder uit
Evolutietheorie
• Baby’s van (mens)apen gaan nauwelijks zonder fysiek contact met moeder, van jagers verzamelaars wel
ontwikkeling skills
• Kijken of staren
o Interpreteren
• Kinderen groeien op afhankelijk van meerdere verzorgers
• Natuurlijke selectie van degenen die beter waren in het lezen van andermans mentale staat
o Voorkeur voor objecten die gezichten lijken te hebben
• Emotionele neglect
• kinderen hebben interactie en contact nodig
• Taal: motheres/parentese
o Niet alleen moeders, iedereen doet het automatisch
o Kung: andere caregivers spreken meer/vaker motherese dan moeder zelf
Gezin
• Kerngezin altijd al uitgangspunt geweest
• Hunting hypothese= man gaat jagen en vrouw zorgt voor huishouden o Mensen eten paar keer per dag
o Twee keer per maand groot beest is niet genoeg
o Dus:vrouwen verzamelen en vangen kleine beesten
• Sex contract= vrouw is trouw aan de man, man zorgt voor voedsel :man kan genen doorgeven
• Alloparents= individuen ander dan de daadwerkelijke ouders vervullen ook een ouderlijke rol:
o Kung:
o 25% van tijd vastgehouden door anderen
• Zorg en melk delen
• emotionele band is een verzekering -> groepsverband
• Kinderen later ook voor jou zorgen
• Cooperative breeding= systeem waarin anderen, niet ouders, helpen bij de opvoeding o Oudere kinderen nog
steeds afhankelijk van moeder bij nieuwe baby
• Grote belasting, hulp nodig
o Voordelen:
• Dyade
• Gehele groep
• Inclusive fitness o Hamilton’s rule= kosten van helpen zouden minder moeten zijn dan de voordelen van
kinderen vergeleken met kosten alloparents
• Hoe dichter je bij kunt staat, hoe meer je met de opvoeding zal bemoeien
• o R (relatedness) * B (benefits) > c (costs)
• Rol van vaders:
• o Jagers-verzamelaars:
• Niet voldoende voedsel
• Moeders konden niet rekenen op aanwezigheid van vaders
• Vaders contributie belangrijk (voedsel) maar niet gegarandeerd o Vroeger ook
belangrijk als beschermers
• Hoe het kind zich ontwikkelt hangt af van beschikbare alloparents
• Antropologen 15 traditionele samenlevingen
• 8 geen effect van wel/geen vaders
, lOMoARcPSD|14974337
• Als er maar andere verzorgers waren
• Opgroeien zonder vader: gebrek aan vader of alloparent ?
• Meer gedragsproblemen
• Lagere opleiding
• Jonger zwanger
• Vaker werkloos
• Vaker in gevangenis
Gezinsvormen
• Polyandrie= vrouw met meerdere mannen o Vaderschap onduidelijk dus
helpen allemaal mee
• Partible paternity= gedeeld vaderschap
• Zwangerschap als cumulatief resultaat van gemeenschap met meerdere mannen
• Meer dan één man draagt bij aan vorming foetus
• Soms polyandrie, niet altijd
• Gehechtheid vaders (Michael Lamb):
o Veilig gehecht aan voltijds moeder
o Ook veilig gecht aan vader
- Zelf bij alleen contact na werk (+- 1 uur)
Alloparents:
•
Moeders afhankelijk van alloparents:
• Infanticide
• Te vondeling leggen
• Kinderen krijgen uitstellen
• Besluiten om geen kinderen te krijgen
o Kinderopvang:
• Hoge kwaliteit -> kinderen functioneren goed
• Kinderen kunnen zich hechten aan leidster
o Alle baby’s slapen vaak wel bij de moeder
• Uitgebreid netwerk beste voorspeller van later functioneren
• empathische, onafhankelijker en succesvoller
o Meerdere perspectieven
• Werkt veel beter in kleine groepen die consistent zijn ,dus minder in huidige maatschappij, want veel
mindervoorspelbaar
• Integration model: Beste uitkomsten voor kinderen met 3 goede relaties 3x ‘you will cared be cared for no
matter what’
College 2: Het gezin in historisch perspectief
De vorming van het kerngezin
• Het gezin valt onder de gedeelde omgeving
• Natuurlijke selectie:
• Strijd om bestaan: betere aanpassing = blijven leven
o Family systems zijn ook flexibel, cultureel divers en passen zich ook aan (plaats en tijd)
• Ecologisch
• Economisch
• Kennis over geschiedenis van gezin via archeologie, kunst en jagers/verzamelaars
• Gemiddeld 1.6 kindertal per vrouw in Nederland o Ook vrouwen meetellen die geen kinderen hebben o
Gezinnen vroeger groter is onze gedachten
• 1e generatie gezinnen nog groter, 2e generatie neemt al af
• o In gelovige gebieden grotere gezinnen. Omvang en samenstelling huishouden:
• o Vooral in west-europa sinds Middeleeuwen het kerngezin (= twee generaties, weinig inwoning van
ongehuwde familieleden of personeel)
• Gemiddelde omvang gezin in Nederland na middeleeuwen was 4-5 mensen
College 1: Het gezin in evolutionair perspectief- De rol van moeders en anderen
Genen en omgeving
• Factoren ontwikkeling:
o Gebieden beïnvloeden elkaar
• Error: Gescheiden omgeving= unieke omgeving
• Common environment: Unieke omgeving
• Genes: Genen tegenwoordig A (additive genetic
effect)
• Fenotype= wie je bent, uitkomst
• Gedragsgenetica= de grootte van de invloeden van genen (nature) en
omgeving (nurture) op het fenotype te schatten
• Assortative mating= gelijke fenotype zoeken elkaar op
• Correlatie tussen genen en omgeving:
o Kind kiest omgeving die bij hem past
o Omgeving kan uitkomst gen versterken
o Genetische bagage kind roept reacties omgeving op o Sociale interactie met genetisch verwante personen
• Interactie tussen genen en omgeving = G*O
o Samenspel van nature en nurture
• Genetisch bepaalde ontvankelijkheid bij blootstelling aan omgevingsinvloeden
Apen en mensen
• Verschillen:
• Taal
• Gedeelde doelen en intenties mind reading o Grotere hersenen
• Chimpansees geen interesse in wat andere apen willen of bedoelen:
• Aandacht voor anderen bij competitie, niet samenwerken
• Mensen in beide gevallen aandacht voor anderen
• Mensen delen graag:
• Chimpansees: aanvallen, niet tolereren
o Bonobo’s: toestaan dat iets gepakt wordt
• Mensen: geven, hypersociaal
• Ultrasociaal: mensen willen van nature samenwerken, helpen en geven, vaak wel om credit op te bouwen
• Geld geven aan anderen geeft meer positieve impact op mensen dan hetzelfde bedrag voor jezelf
houden
Theory of mind- apen:
o Begrip van doelen en intenties anderen
o Begrijpen wat anderen zien en horen
o Geen begrip van false-beliefs
o Kunnen niet voorspellen wat iemand gaat doen die verkeerd geïnformeerd is
Sociale intelligentie
o Machiavellian intelligence hypothesis= gebruik maken van inside information, weten wat een ander weet
o Zicht baar in gedrag -> manipuleren
Gehechtheid
• Homo sapiens gevorm in Oost-afrika in Pleistoceen:
o Pleistoceen: 2.5 miljoen tot 12.000 jaar geleden
o Homo sapiens: 200.000 jaar oud
• EEA= environment of evolutionary adaptedness= het geheel van de omgevingsfactoren waarin de voorouders van
die soort leefden en waaraan ze, na een lang proces van adaptaties en natuurlijke selecte, aangepast waren.
Gehechtheidsgedrag heeft overlevingswaarde:
• Bowlby: nabijheid moeder essentieel voor overleven
• Monotropie= maar 1 hechtings figuur
, lOMoARcPSD|14974337
• Maar zorg door alloparents kan ook
• Maar in werkelijkheid moeder niet altijd beschikbaar
o Infant survival= kind +moeder + anderen
• Bowlby-Ainsworth
• kind vertoont gehechtheidsgedrag om te overleven
• Lorenz: kindchenschema
• Kinderen zien er zo uit omdat dat schattig is o Lokt zorggedrag moeder uit
Evolutietheorie
• Baby’s van (mens)apen gaan nauwelijks zonder fysiek contact met moeder, van jagers verzamelaars wel
ontwikkeling skills
• Kijken of staren
o Interpreteren
• Kinderen groeien op afhankelijk van meerdere verzorgers
• Natuurlijke selectie van degenen die beter waren in het lezen van andermans mentale staat
o Voorkeur voor objecten die gezichten lijken te hebben
• Emotionele neglect
• kinderen hebben interactie en contact nodig
• Taal: motheres/parentese
o Niet alleen moeders, iedereen doet het automatisch
o Kung: andere caregivers spreken meer/vaker motherese dan moeder zelf
Gezin
• Kerngezin altijd al uitgangspunt geweest
• Hunting hypothese= man gaat jagen en vrouw zorgt voor huishouden o Mensen eten paar keer per dag
o Twee keer per maand groot beest is niet genoeg
o Dus:vrouwen verzamelen en vangen kleine beesten
• Sex contract= vrouw is trouw aan de man, man zorgt voor voedsel :man kan genen doorgeven
• Alloparents= individuen ander dan de daadwerkelijke ouders vervullen ook een ouderlijke rol:
o Kung:
o 25% van tijd vastgehouden door anderen
• Zorg en melk delen
• emotionele band is een verzekering -> groepsverband
• Kinderen later ook voor jou zorgen
• Cooperative breeding= systeem waarin anderen, niet ouders, helpen bij de opvoeding o Oudere kinderen nog
steeds afhankelijk van moeder bij nieuwe baby
• Grote belasting, hulp nodig
o Voordelen:
• Dyade
• Gehele groep
• Inclusive fitness o Hamilton’s rule= kosten van helpen zouden minder moeten zijn dan de voordelen van
kinderen vergeleken met kosten alloparents
• Hoe dichter je bij kunt staat, hoe meer je met de opvoeding zal bemoeien
• o R (relatedness) * B (benefits) > c (costs)
• Rol van vaders:
• o Jagers-verzamelaars:
• Niet voldoende voedsel
• Moeders konden niet rekenen op aanwezigheid van vaders
• Vaders contributie belangrijk (voedsel) maar niet gegarandeerd o Vroeger ook
belangrijk als beschermers
• Hoe het kind zich ontwikkelt hangt af van beschikbare alloparents
• Antropologen 15 traditionele samenlevingen
• 8 geen effect van wel/geen vaders
, lOMoARcPSD|14974337
• Als er maar andere verzorgers waren
• Opgroeien zonder vader: gebrek aan vader of alloparent ?
• Meer gedragsproblemen
• Lagere opleiding
• Jonger zwanger
• Vaker werkloos
• Vaker in gevangenis
Gezinsvormen
• Polyandrie= vrouw met meerdere mannen o Vaderschap onduidelijk dus
helpen allemaal mee
• Partible paternity= gedeeld vaderschap
• Zwangerschap als cumulatief resultaat van gemeenschap met meerdere mannen
• Meer dan één man draagt bij aan vorming foetus
• Soms polyandrie, niet altijd
• Gehechtheid vaders (Michael Lamb):
o Veilig gehecht aan voltijds moeder
o Ook veilig gecht aan vader
- Zelf bij alleen contact na werk (+- 1 uur)
Alloparents:
•
Moeders afhankelijk van alloparents:
• Infanticide
• Te vondeling leggen
• Kinderen krijgen uitstellen
• Besluiten om geen kinderen te krijgen
o Kinderopvang:
• Hoge kwaliteit -> kinderen functioneren goed
• Kinderen kunnen zich hechten aan leidster
o Alle baby’s slapen vaak wel bij de moeder
• Uitgebreid netwerk beste voorspeller van later functioneren
• empathische, onafhankelijker en succesvoller
o Meerdere perspectieven
• Werkt veel beter in kleine groepen die consistent zijn ,dus minder in huidige maatschappij, want veel
mindervoorspelbaar
• Integration model: Beste uitkomsten voor kinderen met 3 goede relaties 3x ‘you will cared be cared for no
matter what’
College 2: Het gezin in historisch perspectief
De vorming van het kerngezin
• Het gezin valt onder de gedeelde omgeving
• Natuurlijke selectie:
• Strijd om bestaan: betere aanpassing = blijven leven
o Family systems zijn ook flexibel, cultureel divers en passen zich ook aan (plaats en tijd)
• Ecologisch
• Economisch
• Kennis over geschiedenis van gezin via archeologie, kunst en jagers/verzamelaars
• Gemiddeld 1.6 kindertal per vrouw in Nederland o Ook vrouwen meetellen die geen kinderen hebben o
Gezinnen vroeger groter is onze gedachten
• 1e generatie gezinnen nog groter, 2e generatie neemt al af
• o In gelovige gebieden grotere gezinnen. Omvang en samenstelling huishouden:
• o Vooral in west-europa sinds Middeleeuwen het kerngezin (= twee generaties, weinig inwoning van
ongehuwde familieleden of personeel)
• Gemiddelde omvang gezin in Nederland na middeleeuwen was 4-5 mensen