School- en pedagogische psychologie
Inleiding
4 delen:
- Leren en studeren
- Psychosociaal functioneren
- Onderwijsloopbaanbegeleiding
- Twee algemene kaders voor begeleiding in het SPP-werkveld
Verstandelijke beperking
2 teksten uit re der te kennen hierbij:
- Kinderen en jongeren met verstandelijke beperking
- Jeugdigen met een licht verstandelijke beperking: wat werkt? (Alleen eerste stuk kennen)
Klinisch beeld
- Je moet rustig zijn bij mensen met een verstandelijke beperking
Ze worden overdonderd met prikkels die op hun afkomen, omdat het tijd nodig heeft om
die prikkels te verwerken.
- Zwakbegaafdheid is niet hetzelfde als een verstandelijke beperking
- Mensen met VB verschillen veel van elkaar. 4 niveaus: BEKIJKEN
o Lichte VB
Zorgt dat het kind trager mijlpalen bereikt
o Matige VB
Bv.: syndroom van Down
o Ernstige VB
Motorisch
o Diepe VB
Cognitief niveau functioneren zoals baby
Criteria
‘De diagnose verstandelijke beperking geeft aan dat de persoon voornamelijk ernstige tekorten op
cognitief vlak vertoont.’
Dit is niet juist. Ze vertonen tekorten op cognitief vlak EN op vlak van sociaal aanpassingsgedrag.
, School- en pedagogische psychologie
Verstandelijke beperking is nooit alleen op vlak van intelligentie. Ook naar het andere stuk kijken
(dagelijkse leven).
Internationaal: DSM5
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis = ontwikkelingsstoornis met een biologische basis.
SLD = dyslexie, dyscalculie
Intellectual dissabilities = verstandelijke beperking.
Nog 3 categorieën:
- ID = verstandelijke beperking
- GBD = globale ontwikkelingsvertraging
Vooral bij jongere kinderen. Als een baby met een verstandelijke beperking geboren
wordt, kan je dat niet zien aan die baby dat die dat heeft. Dat komt pas naar voor rond het
eerste levensjaar.
- UID = rest categorie
Herexamen vraag: leg uit wat bachelors mogen op vlak van diagnostiek (bevoegdheid)
Wij mogen een paar diagnoses stellen in het SPP-werkveld:
- Zwakbegaafdheid
- Verstandelijke beperking (Intellectual Disability)
- Algemene ontwikkelingsvertraging (Global Development Delay)
- Dyslexie
- Dyscalculie
Maar waarom zien we wel al die dingen? Want wij mogen wel screenen. Uit de screening kunnen wij
een eerste indicatie stellen. Daarna kunnen we doorverwijzen.
We kunnen ook samen met een psychiater werken.
3 diagnostische criteria:
- Kind of jongeren moet een significante beperking hebben in het intellectuele functioneren
Intelligentie functioneert 2SD (100-15-15=70)
Inleiding
4 delen:
- Leren en studeren
- Psychosociaal functioneren
- Onderwijsloopbaanbegeleiding
- Twee algemene kaders voor begeleiding in het SPP-werkveld
Verstandelijke beperking
2 teksten uit re der te kennen hierbij:
- Kinderen en jongeren met verstandelijke beperking
- Jeugdigen met een licht verstandelijke beperking: wat werkt? (Alleen eerste stuk kennen)
Klinisch beeld
- Je moet rustig zijn bij mensen met een verstandelijke beperking
Ze worden overdonderd met prikkels die op hun afkomen, omdat het tijd nodig heeft om
die prikkels te verwerken.
- Zwakbegaafdheid is niet hetzelfde als een verstandelijke beperking
- Mensen met VB verschillen veel van elkaar. 4 niveaus: BEKIJKEN
o Lichte VB
Zorgt dat het kind trager mijlpalen bereikt
o Matige VB
Bv.: syndroom van Down
o Ernstige VB
Motorisch
o Diepe VB
Cognitief niveau functioneren zoals baby
Criteria
‘De diagnose verstandelijke beperking geeft aan dat de persoon voornamelijk ernstige tekorten op
cognitief vlak vertoont.’
Dit is niet juist. Ze vertonen tekorten op cognitief vlak EN op vlak van sociaal aanpassingsgedrag.
, School- en pedagogische psychologie
Verstandelijke beperking is nooit alleen op vlak van intelligentie. Ook naar het andere stuk kijken
(dagelijkse leven).
Internationaal: DSM5
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis = ontwikkelingsstoornis met een biologische basis.
SLD = dyslexie, dyscalculie
Intellectual dissabilities = verstandelijke beperking.
Nog 3 categorieën:
- ID = verstandelijke beperking
- GBD = globale ontwikkelingsvertraging
Vooral bij jongere kinderen. Als een baby met een verstandelijke beperking geboren
wordt, kan je dat niet zien aan die baby dat die dat heeft. Dat komt pas naar voor rond het
eerste levensjaar.
- UID = rest categorie
Herexamen vraag: leg uit wat bachelors mogen op vlak van diagnostiek (bevoegdheid)
Wij mogen een paar diagnoses stellen in het SPP-werkveld:
- Zwakbegaafdheid
- Verstandelijke beperking (Intellectual Disability)
- Algemene ontwikkelingsvertraging (Global Development Delay)
- Dyslexie
- Dyscalculie
Maar waarom zien we wel al die dingen? Want wij mogen wel screenen. Uit de screening kunnen wij
een eerste indicatie stellen. Daarna kunnen we doorverwijzen.
We kunnen ook samen met een psychiater werken.
3 diagnostische criteria:
- Kind of jongeren moet een significante beperking hebben in het intellectuele functioneren
Intelligentie functioneert 2SD (100-15-15=70)