Samenvatting Farmacologie
Kimmy Mesbahi
1
Kimmy Mesbahi VDK2
, 1. Inleiding
1.1 Ontwikkeling van farmaca
Oorsprong van farmaca
Verleden
o Extractie uit planten
Morfine
Digitalisglycosiden
o Afgescheiden door schimmels
Penicilines
o Extractie uit dierlijke organen
Insuline (pancreas)
Heden
o Synthetisch design: nieuwe GM en structurele modificaties
Dierenexperimenten
o Toxiciteit
o Werkingsmechanisme
o Farmacokinetische aspecten
Humaan fysiologisch onderzoek
o Fase 1: gezonde vrijwilligers (20)
Onderzoek dosering, tolerantie en toxiciteit
o Fase 2: patiënten (100)
Doeltreffendheid testen en bijwerkingen oplijsten
o Fase 3: patiënten (>1000)
Werking testen tov GM of placebo
o Fase 4: GM op de markt
Opvolgen nevenwerkingen
1.2 Soorten formuleringen
Vaste formuleringen
o Tabletten
o Gelules
o Suppositoria
Halfvaste formuleringen
o Zalven
o Crèmes
o Gellen
Vloeibare formuleringen
o Oplossingen
o Siropen
o Emulsies
o Suspensies
Deel 1: dispositie en farmacokinetiek
Hoe, hoeveel en hoe snel gaat een GM vanuit de buitenwereld naar de plaats van werking?
Wat doet ons lichaam met farmacon?
Deel 2: farmacodynamie
Groepen GM met werking, bijwerkingen, interacties; wat doet een farmacon met ons lichaam?
2
Kimmy Mesbahi VDK2
, 2. Farmacodynamiek
2.1 Passage door membranen
Beide: passief; hoog laag
Filtratie
o Doorheen poriën
o Grootte GM wel of niet kunnen passeren
o GM via filtratie: geen probleem
o Bloedhersenbarrière: stoffen afremmen om niet naar de hersenen te gaan
Vb. Parkinson: niet genoeg dopamine, dopamine kan niet door bloedhersenbarrière
L-dopa = precursor dopamine; kan wel door bloedhersenbarrière
o Meer drukverschil: sneller
o Verbindingen in plasma niet gefiltreerd naar extraplasmatisch deel: eiwitten
o Geneesmiddelen gebonden aan eiwitten: kunnen niet door, vrije GM wel
Diffusie
o Doorheen cel
o Lipidenmembraan
o GM: relatief vetoplosbaar
o Geladen: wateroplosbaar moeten niet geladen zijn
o Concentratiegradiënt
Lipofiele, niet-ionische diffusie
Zure en basische moleculen kunnen in waterig milieu in geïoniseerde en niet geïoniseerde vorm
voorkomen
Afhankelijk van
o pH: zuurtegraad milieu
o pKa: dissociatieconstante
pKa laag bij zeer sterke zuren want Ka laag
Zuur in zuur milieu: niet geladen
Zuur in basisch milieu: geladen
Base in basisch milieu: niet geladen
Base in zuur milieu: geladen
pH = pKa + log B/Z
o 1000 = 10^3 log = 3
o 100 = 10^2 log = 2
o 10 = 10^1 log =1
o 0,1 = 10^-1 log = -1
o 0,01 = 10^-2 log = -2
o Basevorm: geïoniseerd: grotendeels in plasma
o Zure vorm: niet-geïoniseerd: grotendeels in maag
Niet-geïoniseerde vorm naar plasma vanuit maag wordt
meteen omgezet naar geïoniseerde vorm = ion-trapping
Van plasma opgenomen in dunne darm
2.2 Absorptie – opname
Van buitenwereld naar plasma
o Enteraal
Oraal
Buccaal: via mondslijmvliezen: onder tong = sublinguaal
Binnen 2 minuten in plasma
Rectaal
3
Kimmy Mesbahi VDK2
, via gastro-intestinaal stelsel
o Parenteraal
Intra-veneus
Subcutaan: onderhuids
Intra-musculair
Transdermaal
Pulmonair
niet via gastro-intestinaal stelsel
Biologische beschikbaarheid = fractie van de dosis die de
algemene circulatie bereikt (%)
o Oraal en rectaal: first pass effect
o Lever: verbindingen omzetten/afvalstoffen
afbreken
Kan dat alles in lever afgebroken wordt en niks
in plasma terecht komt
Intravasculair – intraveneus
o Voordelen
100% BB: alles wordt opgenomen; geen opnamefase
Snel effect
o Nadelen
Irritatie vaatwand: kan door GM zijn, door oplossingsmiddel
Emboolvorming – neerslag
Anafylactische reacties: allergische reacties vb. wespensteek
Kan je niet bij jezelf doen
Intramusculair – subcutaan
o In oplossing gaan van het geneesmiddel
pH
Moleculair gewicht
Verdelingscoëfficiënt
o Resorptie geneesmiddel; capillaire doorbloeding van het weefsel
Plaats
Inspanning: meer bloed naar die plaats
Vasoconstrictoren – depotwerking: tragere verdeling, langere werking
Pulmonair
o Voordeel
Groot oppervlak
Groot debiet: grote gradiënt, snelle uitwisseling
Geen first-pass effect
Systemisch: komt overal in het lichaam
Aerosolen
o Nadeel
Niet zo evident
Transdermaal
o Voordeel
TTS: volgehouden effect, therapietrouw (therapeutisch transdermaal systeem) vb.
mensen die willen stoppen met roken
Constante plasmaconcentratie
Plakker werkt 3-4 weken; niet vergeten om medicatie te nemen
Geen first-pass effect
4
Kimmy Mesbahi VDK2
Kimmy Mesbahi
1
Kimmy Mesbahi VDK2
, 1. Inleiding
1.1 Ontwikkeling van farmaca
Oorsprong van farmaca
Verleden
o Extractie uit planten
Morfine
Digitalisglycosiden
o Afgescheiden door schimmels
Penicilines
o Extractie uit dierlijke organen
Insuline (pancreas)
Heden
o Synthetisch design: nieuwe GM en structurele modificaties
Dierenexperimenten
o Toxiciteit
o Werkingsmechanisme
o Farmacokinetische aspecten
Humaan fysiologisch onderzoek
o Fase 1: gezonde vrijwilligers (20)
Onderzoek dosering, tolerantie en toxiciteit
o Fase 2: patiënten (100)
Doeltreffendheid testen en bijwerkingen oplijsten
o Fase 3: patiënten (>1000)
Werking testen tov GM of placebo
o Fase 4: GM op de markt
Opvolgen nevenwerkingen
1.2 Soorten formuleringen
Vaste formuleringen
o Tabletten
o Gelules
o Suppositoria
Halfvaste formuleringen
o Zalven
o Crèmes
o Gellen
Vloeibare formuleringen
o Oplossingen
o Siropen
o Emulsies
o Suspensies
Deel 1: dispositie en farmacokinetiek
Hoe, hoeveel en hoe snel gaat een GM vanuit de buitenwereld naar de plaats van werking?
Wat doet ons lichaam met farmacon?
Deel 2: farmacodynamie
Groepen GM met werking, bijwerkingen, interacties; wat doet een farmacon met ons lichaam?
2
Kimmy Mesbahi VDK2
, 2. Farmacodynamiek
2.1 Passage door membranen
Beide: passief; hoog laag
Filtratie
o Doorheen poriën
o Grootte GM wel of niet kunnen passeren
o GM via filtratie: geen probleem
o Bloedhersenbarrière: stoffen afremmen om niet naar de hersenen te gaan
Vb. Parkinson: niet genoeg dopamine, dopamine kan niet door bloedhersenbarrière
L-dopa = precursor dopamine; kan wel door bloedhersenbarrière
o Meer drukverschil: sneller
o Verbindingen in plasma niet gefiltreerd naar extraplasmatisch deel: eiwitten
o Geneesmiddelen gebonden aan eiwitten: kunnen niet door, vrije GM wel
Diffusie
o Doorheen cel
o Lipidenmembraan
o GM: relatief vetoplosbaar
o Geladen: wateroplosbaar moeten niet geladen zijn
o Concentratiegradiënt
Lipofiele, niet-ionische diffusie
Zure en basische moleculen kunnen in waterig milieu in geïoniseerde en niet geïoniseerde vorm
voorkomen
Afhankelijk van
o pH: zuurtegraad milieu
o pKa: dissociatieconstante
pKa laag bij zeer sterke zuren want Ka laag
Zuur in zuur milieu: niet geladen
Zuur in basisch milieu: geladen
Base in basisch milieu: niet geladen
Base in zuur milieu: geladen
pH = pKa + log B/Z
o 1000 = 10^3 log = 3
o 100 = 10^2 log = 2
o 10 = 10^1 log =1
o 0,1 = 10^-1 log = -1
o 0,01 = 10^-2 log = -2
o Basevorm: geïoniseerd: grotendeels in plasma
o Zure vorm: niet-geïoniseerd: grotendeels in maag
Niet-geïoniseerde vorm naar plasma vanuit maag wordt
meteen omgezet naar geïoniseerde vorm = ion-trapping
Van plasma opgenomen in dunne darm
2.2 Absorptie – opname
Van buitenwereld naar plasma
o Enteraal
Oraal
Buccaal: via mondslijmvliezen: onder tong = sublinguaal
Binnen 2 minuten in plasma
Rectaal
3
Kimmy Mesbahi VDK2
, via gastro-intestinaal stelsel
o Parenteraal
Intra-veneus
Subcutaan: onderhuids
Intra-musculair
Transdermaal
Pulmonair
niet via gastro-intestinaal stelsel
Biologische beschikbaarheid = fractie van de dosis die de
algemene circulatie bereikt (%)
o Oraal en rectaal: first pass effect
o Lever: verbindingen omzetten/afvalstoffen
afbreken
Kan dat alles in lever afgebroken wordt en niks
in plasma terecht komt
Intravasculair – intraveneus
o Voordelen
100% BB: alles wordt opgenomen; geen opnamefase
Snel effect
o Nadelen
Irritatie vaatwand: kan door GM zijn, door oplossingsmiddel
Emboolvorming – neerslag
Anafylactische reacties: allergische reacties vb. wespensteek
Kan je niet bij jezelf doen
Intramusculair – subcutaan
o In oplossing gaan van het geneesmiddel
pH
Moleculair gewicht
Verdelingscoëfficiënt
o Resorptie geneesmiddel; capillaire doorbloeding van het weefsel
Plaats
Inspanning: meer bloed naar die plaats
Vasoconstrictoren – depotwerking: tragere verdeling, langere werking
Pulmonair
o Voordeel
Groot oppervlak
Groot debiet: grote gradiënt, snelle uitwisseling
Geen first-pass effect
Systemisch: komt overal in het lichaam
Aerosolen
o Nadeel
Niet zo evident
Transdermaal
o Voordeel
TTS: volgehouden effect, therapietrouw (therapeutisch transdermaal systeem) vb.
mensen die willen stoppen met roken
Constante plasmaconcentratie
Plakker werkt 3-4 weken; niet vergeten om medicatie te nemen
Geen first-pass effect
4
Kimmy Mesbahi VDK2