Ulcus cruris venosum
,Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 2
CAT-onderzoek ........................................................................................................................................ 3
Conclusie, aanbevelingen en implementatie ...................................................................................... 3
Interview zorgprofessional ...................................................................................................................... 4
Proces van het interview ..................................................................................................................... 4
Uitwerking interview ........................................................................................................................... 4
Conclusie met kansen en belemmeringen voor de huidtherapeut in het kader van de gekozen
casuïstiek ............................................................................................................................................. 5
Maatschappelijke context ....................................................................................................................... 7
Bekostiging van de zorg ....................................................................................................................... 7
Wet en regelgeving ............................................................................................................................. 7
Substitutie van taken in de zorg .......................................................................................................... 8
Competentiegebieden van zorgverleners ........................................................................................... 9
Netwerk ............................................................................................................................................. 10
SWOT-analyse........................................................................................................................................ 11
Conclusie ............................................................................................................................................... 12
Reflectie ................................................................................................................................................. 13
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 14
Bijlage 1 het rationele schema .............................................................................................................. 16
Tekst presentatie ................................................................................................................................... 17
Bijlage 2 het interview ........................................................................................................................... 20
1
, Inleiding
Onder de ouderen populatie boven de 60 jaar is een ulcus cruris venosum een groot gezondheidsrisico
(O’Brien, Edwards, Stewart, & Gibbs, 2012). Het is in 70-80% van de gevallen het gevolg van een
chronische veneuze insufficiëntie (De Groot, Toonstra, & Lorist, 2012). Een ulcus cruris is een wond
dat meestal aan de mediale zijde van het onderbeen zit. De wond heeft weinig neiging tot genezing en
daarom is de juiste wondzorg bij een ulcus cruris venosum erg belangrijk (Van Hof et al., 2010).
De patiënt die centraal staat in dit zorgtraject is een 65-jarige mevrouw met een ulcus cruris venosum
dat is ontstaan door een chronische veneuze insufficiëntie. Mevrouw heeft veel last van de ulcus cruris
venosum en wilt graag dat de klacht vermindert wordt of weg gaat. Mevrouw is op verwijzing van een
huisarts terecht gekomen bij een groepspraktijk met vijf huid- en oedeemtherapeuten. Binnen de
groepspraktijk wordt geconstateerd dat de patiënt laat naar de huidtherapeutische praktijk worden
verwezen. Het gevolg hier van is meer klachten en een grotere problematiek voor de patiënt. Hierdoor
neemt de behandeling veel meer tijd in beslag.
Vanuit de aanleiding en probleemstelling komt de volgende vraagstelling voort: Welke belemmeringen
kunnen ervoor zorgen dat cliënten niet op de juiste plaats de juiste zorg kunnen ontvangen?
2