Maastricht
University
Joost
OVERZICHT
COLLEGES CLUSTER
PSYCHOMEDISCHE
PROBLEMEN
Overzicht van de aantekeningen van alle meegetypte colleges tijdens het blok
pmp, geneeskunde jaar 3, Maastricht University.
,College 1; Clusteropening PMP en GGZ:
je hoeft geen DMS classificatie te gaan opzoeken.
mentale functies zitten op een continuum, van goed normaal tot slecht
abnormaal disfunctioneren. Er zijn altijd fluctuaties.
3 belangrijke doelstellignen in dit cluster: Psychiatrisch onderzoek/MSO + Bio-
psycho-sociale model + klinisch redeneren. mondelinge toets test veel meer het
klinisch redeneren, het bio-psychosociale model is veel meer CT.
leerboeken: STAHL essential psychopharmacology 4e editie- leerboek psychiatrie
- ereader
Voorbereidingsadvies BG 1: hfst 1 2 3 stahl, hrst 2 3 4 en 5 van Bear
is het email adres voor
overmachtsituaties.
1 schrijfopdracht; van 1 pt schrijven we een verslagbrief, zie eleum. anamnese
beschrijven vooral. actueel maar ook VG. lege artis het mentale status onderzoek
beschrijven, en uiteindeiljk eindigen met een structuuridagnose (waarom ziek
gewordne, vg, behandeling, diagnose stelling).
Toetsing;
BAP; basale anamnese in de psychatrie: MSO college, MSO practicum, college
neuropsychologie, College leertheorie en CGT. Gaat schriftelijk met MCQ en open
vragen. 10 MCQ en 10 open vragen in totaal. dit is de tussentoets dus. Hengeveld
+ vig boekje is basis. telt 30% mee.
CT: taken en colleges + neurobiologie. 45 vragen, Multiple choice. vormt het
tweede punt.
KRIP: klinisch redeneren in de psychiatrie: mondeling is dit, 15 min in de laatste
minuten in de laatste onderwijsgroep. mondeling open vragen dus; MSO
diagnostiek en behandeling. op papier 2 korte casussen te lezen, dingen vragen
als in psychische symptomen die je eruit haalt. hoe omschrijf je die in de MSO,
dd, behandeling, evt. bijwerkingen bepaalde medicatie. 70% samen met de BAP.
dit is een punt dus.
Verder nog schriftelijke casus dus, en PF. beide pass/fail.
Clusterdossies uiterelijk 1 week na de run inleveren.
introductie snijpractica;
Macroscopische anatomie van het humane brein
Hoeveel zenuwcellen zitten er in het humane hersenstelsel? 11^11 zenuwcellen.
Het CZS gebruikt 20% van het totale lichaamszuurstof en 25% van alle glucose.
Waarom is neurowetenschappen belangrijk? Er zijn meer dan 5000 bekende
genetische ziektebeelden bekend, 25 tot 50% heeft neurologische symptomen.
En dit aantal oudere personen die hiermee te maken krijgen stijgt.
Terminologie:
rostraal/anterior = aan de voorkant.
achterkant = caudaal of posterior
superior of dorsaal = bovenkant
inferior of ventraal = onderkant
Horizontaal /axiaal;
coronaal:
saggitaal:
Meningen: van buiten naar binnen:
dura mater (2 lagen, buitenste membraan) - arachnoid membraan (tussenlaag,
spinnenweb, rond het brein en ruggenmerg, maar niet in de groeven). -
Subarachnoidale ruimte - pia mater (dunne laag met bloedvaten, gehecht aan
2
, het brein, ook in de groeven).
gezond brein weegt 1.5 kilo, maar een brein met Alzheimer weegt al minder; 125
gram minder. Een down hersen weegt een kilo.
Frontaal kwab; zie dia
Temproaal kwab; speelt een rol in emoties en geheugen. Ook in reuken, proeven,
perceptie, agressie, seksueel gedrag. ook zit hier het taalcentrum en de spraak.
Het bevindt zich inferior van de laterale fissura, en anterior van de occipitale
kwab.
occipitale kwab; controleert voornameiljk zich en herkenning.
Ventrikelsysteem:
De laterale ventrikels gaan over in het 3e ventrikel, en die gaan via het cerebrale
aquaduct over in het 4e ventrikel. -
CSF productie komt door het chorioid plexus. overmatige productie kan leiden tot
een hydrocephalus.
de epifyse maakt melatonine. dit is belangrijk voor het dag nacht ritme.
Het limbische systeem: reguleert voornamelijk emoties. Het limbische systeem
wordt ook wel het circuit van Papes genoemd. Hierin zitten o.a. de amygdala,
hypothalamus, hipocampus etc.
wat is de hippocampus? zeer populair bij clinici, omdat het te maken heeft met
geheugenfuncties.
De basale ganglia; groep kernen die gelegen in de cerebrale witte stof. Belangrijk
bij het initieren en controleren van bewegingen.
De substantia nigra maken dopamine, als die disfunctioneel worden, dan krijg je
de circuits dat minder gaan werken; parkison.
verder heb je nog de nucleus accumbens, putamen, nucleus caudatus, nucleus
subthalamicus (STN), thalamus, en de globus pallidus internus en externus.
Bi jde ziekte van parkison heb je dus verminderde pigmentatie van de substantia
nigra. er zijn dus grenzen aan de capaciteit om dit te compenseren, en dan gaat
dit symptomen geven.
ziekte van huntington; de nucleus caudatus neemt enorm af. de ventrikel zijn
zeer sterk vergroot.
dan naar het diencephalon: hierin ligt o.a. de thalamus; brug tussen cortex en
hypothalamus. O.a. belangrijk voor emotionele reactie en gedrag,
lichaamstemperatuur, voedsel en waterinname, slaap wakker cyclus, endocriene
systeem en het seksueel gedrag. alles binnen het systeem van homeostase dus.
hersenstam ookwel mesencephalon.
Het dak heet het tectum, de bodem heet het tegmentum.
dus van boven naar beneden: mesenchephalon - pons - medulla.
3
University
Joost
OVERZICHT
COLLEGES CLUSTER
PSYCHOMEDISCHE
PROBLEMEN
Overzicht van de aantekeningen van alle meegetypte colleges tijdens het blok
pmp, geneeskunde jaar 3, Maastricht University.
,College 1; Clusteropening PMP en GGZ:
je hoeft geen DMS classificatie te gaan opzoeken.
mentale functies zitten op een continuum, van goed normaal tot slecht
abnormaal disfunctioneren. Er zijn altijd fluctuaties.
3 belangrijke doelstellignen in dit cluster: Psychiatrisch onderzoek/MSO + Bio-
psycho-sociale model + klinisch redeneren. mondelinge toets test veel meer het
klinisch redeneren, het bio-psychosociale model is veel meer CT.
leerboeken: STAHL essential psychopharmacology 4e editie- leerboek psychiatrie
- ereader
Voorbereidingsadvies BG 1: hfst 1 2 3 stahl, hrst 2 3 4 en 5 van Bear
is het email adres voor
overmachtsituaties.
1 schrijfopdracht; van 1 pt schrijven we een verslagbrief, zie eleum. anamnese
beschrijven vooral. actueel maar ook VG. lege artis het mentale status onderzoek
beschrijven, en uiteindeiljk eindigen met een structuuridagnose (waarom ziek
gewordne, vg, behandeling, diagnose stelling).
Toetsing;
BAP; basale anamnese in de psychatrie: MSO college, MSO practicum, college
neuropsychologie, College leertheorie en CGT. Gaat schriftelijk met MCQ en open
vragen. 10 MCQ en 10 open vragen in totaal. dit is de tussentoets dus. Hengeveld
+ vig boekje is basis. telt 30% mee.
CT: taken en colleges + neurobiologie. 45 vragen, Multiple choice. vormt het
tweede punt.
KRIP: klinisch redeneren in de psychiatrie: mondeling is dit, 15 min in de laatste
minuten in de laatste onderwijsgroep. mondeling open vragen dus; MSO
diagnostiek en behandeling. op papier 2 korte casussen te lezen, dingen vragen
als in psychische symptomen die je eruit haalt. hoe omschrijf je die in de MSO,
dd, behandeling, evt. bijwerkingen bepaalde medicatie. 70% samen met de BAP.
dit is een punt dus.
Verder nog schriftelijke casus dus, en PF. beide pass/fail.
Clusterdossies uiterelijk 1 week na de run inleveren.
introductie snijpractica;
Macroscopische anatomie van het humane brein
Hoeveel zenuwcellen zitten er in het humane hersenstelsel? 11^11 zenuwcellen.
Het CZS gebruikt 20% van het totale lichaamszuurstof en 25% van alle glucose.
Waarom is neurowetenschappen belangrijk? Er zijn meer dan 5000 bekende
genetische ziektebeelden bekend, 25 tot 50% heeft neurologische symptomen.
En dit aantal oudere personen die hiermee te maken krijgen stijgt.
Terminologie:
rostraal/anterior = aan de voorkant.
achterkant = caudaal of posterior
superior of dorsaal = bovenkant
inferior of ventraal = onderkant
Horizontaal /axiaal;
coronaal:
saggitaal:
Meningen: van buiten naar binnen:
dura mater (2 lagen, buitenste membraan) - arachnoid membraan (tussenlaag,
spinnenweb, rond het brein en ruggenmerg, maar niet in de groeven). -
Subarachnoidale ruimte - pia mater (dunne laag met bloedvaten, gehecht aan
2
, het brein, ook in de groeven).
gezond brein weegt 1.5 kilo, maar een brein met Alzheimer weegt al minder; 125
gram minder. Een down hersen weegt een kilo.
Frontaal kwab; zie dia
Temproaal kwab; speelt een rol in emoties en geheugen. Ook in reuken, proeven,
perceptie, agressie, seksueel gedrag. ook zit hier het taalcentrum en de spraak.
Het bevindt zich inferior van de laterale fissura, en anterior van de occipitale
kwab.
occipitale kwab; controleert voornameiljk zich en herkenning.
Ventrikelsysteem:
De laterale ventrikels gaan over in het 3e ventrikel, en die gaan via het cerebrale
aquaduct over in het 4e ventrikel. -
CSF productie komt door het chorioid plexus. overmatige productie kan leiden tot
een hydrocephalus.
de epifyse maakt melatonine. dit is belangrijk voor het dag nacht ritme.
Het limbische systeem: reguleert voornamelijk emoties. Het limbische systeem
wordt ook wel het circuit van Papes genoemd. Hierin zitten o.a. de amygdala,
hypothalamus, hipocampus etc.
wat is de hippocampus? zeer populair bij clinici, omdat het te maken heeft met
geheugenfuncties.
De basale ganglia; groep kernen die gelegen in de cerebrale witte stof. Belangrijk
bij het initieren en controleren van bewegingen.
De substantia nigra maken dopamine, als die disfunctioneel worden, dan krijg je
de circuits dat minder gaan werken; parkison.
verder heb je nog de nucleus accumbens, putamen, nucleus caudatus, nucleus
subthalamicus (STN), thalamus, en de globus pallidus internus en externus.
Bi jde ziekte van parkison heb je dus verminderde pigmentatie van de substantia
nigra. er zijn dus grenzen aan de capaciteit om dit te compenseren, en dan gaat
dit symptomen geven.
ziekte van huntington; de nucleus caudatus neemt enorm af. de ventrikel zijn
zeer sterk vergroot.
dan naar het diencephalon: hierin ligt o.a. de thalamus; brug tussen cortex en
hypothalamus. O.a. belangrijk voor emotionele reactie en gedrag,
lichaamstemperatuur, voedsel en waterinname, slaap wakker cyclus, endocriene
systeem en het seksueel gedrag. alles binnen het systeem van homeostase dus.
hersenstam ookwel mesencephalon.
Het dak heet het tectum, de bodem heet het tegmentum.
dus van boven naar beneden: mesenchephalon - pons - medulla.
3
