B&C1 INLEIDING – MOTIVATIE & EMOTIE
Zelf-studie vragen
1. Geef voor de volgende gedragingen of deze ‘gemotiveerd’ zijn. Zo ja, zijn
deze homeostatisch, aangeboren, geleerd, cognitief, of emotioneel? En zijn ze
regulerend of niet-regulerend? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
a. Water drinken = f. Bevriezen van angst =
motivated, homeostatic, (not) motivated,
regulatory emotive, (non)
b. Bloemen komen = regulerend
cognitief gedrag g. Netflix en chill =
c. Boeren = niet emotioneel, gemotiveerd
gemotiveerd h. Flauwvallen = niet-
d. Slaapwandelen = gemotiveerd, regulerend
(not)motiveerd, unknown i. Beer-pong =
e. Dronken vuistgevecht = gemotiveerd, cognitief,
motivated / cognitieve / j. Grote boodschap doen
emotioneel
2. Wat vinden we makkelijk om te leren? Wat vinden we moeilijk?
makkelijk als je de kennis al bezit, moeilijk als informatie nieuw voor je is, Met beloningen is het
makkelijker
3. Waarom kan je zeggen dat de hypothalamus het hart van gemotiveerd
gedrag is?
De hypothalamus stuurt verschillende belangrijke homeostatische processen aan,
maar heeft ook veel dopamine bevattende vezels die een rol spelen in de controle
van vele gemotiveerde gedragingen evenals verslaving en impulsiviteit.
4. Welke hersengebieden sturen niet-regulerend gedrag?
Frontale kwab
5. Welke aspecten van de organisatie van de hypothalamus zijn hetzelfde tussen
de sexen? Welke zijn verschillend?
6. Beschrijf een fundamenteel verschil in hoe de hypothalamus hormoon
vrijlating door de anterieure vs. posterieure hypofyse beïnvloed?
7. Welk orgaan is het doel voor adrenocorticotrophic hormoon (ACTH)? Welk
orgaan is het doel voor het groeihormoon (GH)?
8. De concentratie van geslachtshormonen kan gedrag beïnvloeden. Op welke
manier kunnen geslachtshormonen onze hersenen en gedrag nog meer
vormgeven?
9. Haal door wat niet van toepassing is: De bulbus olfactorius (reukkolf) is tot
reuk van het oog/retina/thalamus/visuale cortex is tot zicht.
10. Waar of niet: de tong heeft gespecialiseerde zones voor zoet en bittere
smaken FOUT
11. Wat is het verschil tussen walging en blijheid?
12. Bespreek of apathie een emotie is, of een afwezigheid van motivatie.
Zelf-studie vragen
1. Geef voor de volgende gedragingen of deze ‘gemotiveerd’ zijn. Zo ja, zijn
deze homeostatisch, aangeboren, geleerd, cognitief, of emotioneel? En zijn ze
regulerend of niet-regulerend? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
a. Water drinken = f. Bevriezen van angst =
motivated, homeostatic, (not) motivated,
regulatory emotive, (non)
b. Bloemen komen = regulerend
cognitief gedrag g. Netflix en chill =
c. Boeren = niet emotioneel, gemotiveerd
gemotiveerd h. Flauwvallen = niet-
d. Slaapwandelen = gemotiveerd, regulerend
(not)motiveerd, unknown i. Beer-pong =
e. Dronken vuistgevecht = gemotiveerd, cognitief,
motivated / cognitieve / j. Grote boodschap doen
emotioneel
2. Wat vinden we makkelijk om te leren? Wat vinden we moeilijk?
makkelijk als je de kennis al bezit, moeilijk als informatie nieuw voor je is, Met beloningen is het
makkelijker
3. Waarom kan je zeggen dat de hypothalamus het hart van gemotiveerd
gedrag is?
De hypothalamus stuurt verschillende belangrijke homeostatische processen aan,
maar heeft ook veel dopamine bevattende vezels die een rol spelen in de controle
van vele gemotiveerde gedragingen evenals verslaving en impulsiviteit.
4. Welke hersengebieden sturen niet-regulerend gedrag?
Frontale kwab
5. Welke aspecten van de organisatie van de hypothalamus zijn hetzelfde tussen
de sexen? Welke zijn verschillend?
6. Beschrijf een fundamenteel verschil in hoe de hypothalamus hormoon
vrijlating door de anterieure vs. posterieure hypofyse beïnvloed?
7. Welk orgaan is het doel voor adrenocorticotrophic hormoon (ACTH)? Welk
orgaan is het doel voor het groeihormoon (GH)?
8. De concentratie van geslachtshormonen kan gedrag beïnvloeden. Op welke
manier kunnen geslachtshormonen onze hersenen en gedrag nog meer
vormgeven?
9. Haal door wat niet van toepassing is: De bulbus olfactorius (reukkolf) is tot
reuk van het oog/retina/thalamus/visuale cortex is tot zicht.
10. Waar of niet: de tong heeft gespecialiseerde zones voor zoet en bittere
smaken FOUT
11. Wat is het verschil tussen walging en blijheid?
12. Bespreek of apathie een emotie is, of een afwezigheid van motivatie.