TENTAMEN RECHT EN MENSELIJK GEDRAG
5 juli 2018 9-12.00 uur
MODELANTWOORDEN
, Vraag 1 (10 punten)
Deze vraag heeft betrekking op het thema van week 1: Waarom houden mensen zich aan het
recht?
‘Na dertien jaar discussie komt er een boerkaverbod in Nederland, al is het beperkt. Het
wetsvoorstel, waar zich dinsdag een meerderheid in de Eerste Kamer achter schaarde,
verbiedt gezichtsbedekkende kleding in overheidsgebouwen, zorg- en onderwijsinstellingen
en het openbaar vervoer. Het verbod geldt voor boerka’s en nikaabs, maar ook voor
bijvoorbeeld bivakmuts en integraalhelm. Hoofddoeken, die geen gezichten bedekken, mogen
wel. Wie het verbod overtreedt, krijgt een boete van ruim 400 euro.
Het Nederlandse verbod is opvallend: dat geldt niet op straat, maar wel in ziekenhuizen,
scholen en het openbaar vervoer. Daardoor is de handhaving straks niet in handen van politie.
Dragers van boerka’s en nikaabs in Nederland zijn boos over het verbod op
gezichtsbedekkende kleding.
(…)
Hoe gaan die bedrijven die nieuwe wet dan naleven? „Goede vraag”, zeggen de
gemeentelijke vervoersbedrijven en NS in koor. De meesten klinken verbaasd. „Als de wet
doorgaat, zullen we gaan handhaven”, reageert een woordvoerder van de Amsterdamse
stadsvervoerder GVB. „Maar we zoeken naar coulance.”
Toch lijkt er een uitweg voor gemeenten die niets voelen voor controle op naleving. „Het is
aan de lokale driehoek van burgemeester, politie en justitie om te bepalen of er capaciteit op
de uitvoering wordt gezet”, zegt een woordvoerder van de politie. Handhaving wordt
daarmee aan de gemeenten overgelaten.’
(uit: NRC 12 juni, ‘Een boerka in de tram mag straks echt niet meer’ en ‘Hoe wordt het
boerkaverbod nageleefd in andere landen’?)
Stel dat de formele handhaving (of handhaving door bevoegde instanties) achterwege blijft.
Het valt in dat geval moeilijk te voorspellen of het verbod op het dragen van boerka’s en
nikaabs zal worden nageleefd. Maar aan de hand van het artikel van Kagan en Skolnick over
rookverboden in de Verenigde Staten kunnen wel enkele factoren worden genoemd die van
invloed zijn op de naleving van het boerkaverbod. Noem ten minste drie factoren uit het
artikel van Kagan en Skolnick en geef van elk afzonderlijk aan of zij de nakoming van het
boerkaverbod kunnen bevorderen dan wel frustreren. (10 punten)
N.B. U mag de regeling kortheidshalve aanduiden met ‘boerkaverbod’.
Antwoord:
Kagan en Skolnick hebben onderzocht waarom anti-rook wetgeving die nauwelijks
gehandhaafd wordt door de autoriteiten, toch effectief bleek. Daarbij wijzen zij op de
betekenis van de sociale organisatie van de handhaving (p. 269) en cultuur (p. 272). Binnen
de sociale organisatie onderscheiden zij drie factoren: de eventuele ‘nalevingskosten, de
zichtbaarheid van het regeloverschrijdend gedrag, en het al of niet bestaan van een subcultuur
5 juli 2018 9-12.00 uur
MODELANTWOORDEN
, Vraag 1 (10 punten)
Deze vraag heeft betrekking op het thema van week 1: Waarom houden mensen zich aan het
recht?
‘Na dertien jaar discussie komt er een boerkaverbod in Nederland, al is het beperkt. Het
wetsvoorstel, waar zich dinsdag een meerderheid in de Eerste Kamer achter schaarde,
verbiedt gezichtsbedekkende kleding in overheidsgebouwen, zorg- en onderwijsinstellingen
en het openbaar vervoer. Het verbod geldt voor boerka’s en nikaabs, maar ook voor
bijvoorbeeld bivakmuts en integraalhelm. Hoofddoeken, die geen gezichten bedekken, mogen
wel. Wie het verbod overtreedt, krijgt een boete van ruim 400 euro.
Het Nederlandse verbod is opvallend: dat geldt niet op straat, maar wel in ziekenhuizen,
scholen en het openbaar vervoer. Daardoor is de handhaving straks niet in handen van politie.
Dragers van boerka’s en nikaabs in Nederland zijn boos over het verbod op
gezichtsbedekkende kleding.
(…)
Hoe gaan die bedrijven die nieuwe wet dan naleven? „Goede vraag”, zeggen de
gemeentelijke vervoersbedrijven en NS in koor. De meesten klinken verbaasd. „Als de wet
doorgaat, zullen we gaan handhaven”, reageert een woordvoerder van de Amsterdamse
stadsvervoerder GVB. „Maar we zoeken naar coulance.”
Toch lijkt er een uitweg voor gemeenten die niets voelen voor controle op naleving. „Het is
aan de lokale driehoek van burgemeester, politie en justitie om te bepalen of er capaciteit op
de uitvoering wordt gezet”, zegt een woordvoerder van de politie. Handhaving wordt
daarmee aan de gemeenten overgelaten.’
(uit: NRC 12 juni, ‘Een boerka in de tram mag straks echt niet meer’ en ‘Hoe wordt het
boerkaverbod nageleefd in andere landen’?)
Stel dat de formele handhaving (of handhaving door bevoegde instanties) achterwege blijft.
Het valt in dat geval moeilijk te voorspellen of het verbod op het dragen van boerka’s en
nikaabs zal worden nageleefd. Maar aan de hand van het artikel van Kagan en Skolnick over
rookverboden in de Verenigde Staten kunnen wel enkele factoren worden genoemd die van
invloed zijn op de naleving van het boerkaverbod. Noem ten minste drie factoren uit het
artikel van Kagan en Skolnick en geef van elk afzonderlijk aan of zij de nakoming van het
boerkaverbod kunnen bevorderen dan wel frustreren. (10 punten)
N.B. U mag de regeling kortheidshalve aanduiden met ‘boerkaverbod’.
Antwoord:
Kagan en Skolnick hebben onderzocht waarom anti-rook wetgeving die nauwelijks
gehandhaafd wordt door de autoriteiten, toch effectief bleek. Daarbij wijzen zij op de
betekenis van de sociale organisatie van de handhaving (p. 269) en cultuur (p. 272). Binnen
de sociale organisatie onderscheiden zij drie factoren: de eventuele ‘nalevingskosten, de
zichtbaarheid van het regeloverschrijdend gedrag, en het al of niet bestaan van een subcultuur