Kwalitatief onderzoek - Communicatiewetenschappen
Geschiedenis = tweesplitsing;
postpositivisme (waren milder
tegenover positivisme; kwantitatief) en
constructivisme (kwalitatief; verwerpen
positivisme) -> nu moderne blik
Kritiek contructivisten:
- Zoektocht naar algmene wetten is
o Misleidend
o Uiteindelijk gedoemd te mislukken
- Predictie en controle
o Beperkt de wetenschap
o Verkleint het vermogen van de wetenschap te beschrijven en te verklaren
- Positivisten zijn
o Determistisch
o Reductionistisch
o Egocentrisch
o Opdringerig en onnauwkeurig
Constructivisten:
- Pleiten voor benaderingen die
o Ook inferentieel zijn, maar tevens begrip ontwikkelen aangaande
speculatie en oordelen
o Voortbouwen op de gezichtspunten van de participanten
o Ontwikkelen patronen vna betekenis gedurende de
dataverzameling Wat hebben we geleerd hiervan:
- In sociaal wetenschappelijk onderzoek kunnen participanten onderzoek
beinvloeden en andersom
- Onderzoekers komen reacties tegen
- Onderzoekers brengen hun eigen waarden en normen mee; gebeurd ook
in natuurwetenschappen
,Moderne benadering:
- Qua methodologie: leunend op positivisme/post-positivisme
- Qua proces: beinvloed door constructivsime
o Onderzoeker heeft grote verantwoordelijkheid
▪ Participanten respecteren
▪ Eigen waarnden
▪ Rekening houden met situaties, perspectieven, impact/ethiek
-> Gebruik van meerdere methoden/benaderingen vergroot de kennis
- Kan leiden tot convergentie -> vergroot vertrouwen in conclusies
- Vergroot begrip van het te verklaren fenomeen
- Kan ook leiden tot divergentie -> fenomeen heeft nuancering nodig
Kwalitatief onderzoek:
- Traditioneel de manier voor de contructivist
- Onderzoekers leggen zo weinig mogelijk structuur op aan de participanten
- Onderzoekers vergroten hun kennis door te luisteren wat de participanten te
zeggen hebben
Typen kwalitatief onderzoek:
- Narrative: meest gestructureerd; participanten voorzien de onderzoeker van
verhalen van belangrijke levensgebeurtenissen
o Beoordelaars coderen de data zo objectief mogelijk naar
theoretische constructen
o Informatie uit nieuw onderzoek of uit gearchiveerd materiaal
o Demand characteristics minder groot in gearchiveerd material
o Dagboeken uitermate geschikt voor longitudinaal onderzoek
o Kunnen thema’s blootleggen waar onderzoekers niet aan denken
- Focusgroep: meerdere participanten worden bij elkaar gebracht om
een onderzoeksvraag te bediscussieren
o Uitermate handig in de eerste stadia van onderzoek, bijvoorbeeld voor
de ontwikkeling van experimenteel materiaal en vragenlijsten
- Oral history: methode om levensverhalen op te tekenen
o Veelal van mensen die iets cultureel of geschiedkundig belangrijks
hebben meegemaakt
o Doel: voorkomen dat de kennis van deze mensen verloren gaat en om
te zorgen dat de kennis toegankelijk blijft in de toekomst
o Zijn doorgaans korter dan narrative, het verhaal vormt meestal
het eindproduct
- Participantenobservatie (minst gestructureerd):
o Onderzoekers gaan hierbij op in de levens van de participanten,
natuurlijke context
o Ze generenen en herzien hypothesen tijdens de data verzameling
o Tegenovergestelde van een experimentele labstudie
o Gebruik van negatieve case analysis om tot
een conclusie te komen die stand houdt
voor elke observatie
, o Onderzoeker moet integreren in de groep om toegang te krijgen tot
informatie van hoge kwaliteit; tegelijkertijd moet de onderzoeker voldoende
terughoudend zijn om de activiteiten van de groep niet teveel te
beinvloeden
College 2
Gevallen zoeken die niet bij hypotheses passen en daarna hypothese aanpassen die aan alle
personen passen -> participant observation
- Ethnografen stellen: what i have found true of the people in this study is likely to be
true of any people placed in this situation
- Participant observers zijn in die zin vergelijkbaar met experimenteel
laboratorium onderzoekers
- Verzamelen observaties -> verschillende perspectieven -> vertekeningen ->
verbreding blik
Focusgroep
Begonnen bij de tweede wo naar onderzoek naar oorlogs propaganda -> daarna meer
algemeen of radioprogramma’s bijv. aansloegen (populair gewoden in marketing, business);
ook veel in (educatie) medische wereld; voet gekregen in de psychologie en het onderwijs
(sommige boeken zeggen dat het daar is begonnen)
- Kleine groep die discussieren onder leiding van een moderator, die houdt
onderwerp aan
- Gestructureerd
- Deelnemers hebben een soort gedeelde eigenschat/band om informatie
over bepaald onderwerp te halen
- Als er minder (4-5) participanten hebt heb je te weinig meningen/discussie (te
weinig diversiteit)
- Bij te meer is het gevaar dat moderator geen overzicht kan hebben of dat er
subgroepjes ontstaan; moeilijk om iedereen zijn/haar mening te laten
geven
- Aangeraden dat ze elkaar niet kennen -> lokt vrijere expressie uit -> maakt
moeilijker om mensen te vinden of dat het heel duur wordt
- Vaak meerdere (soorten) focusgroepen nodig
- Omdat ze iets delen:
o Steekproef niet representatief voor de populatie
o Generalisatie naar de populatie niet mogelijk
o Generalisatie is uberhaupt lastig
o Is ook niet de bedoeling
- Moderator:
o Onderzoeker zelf of ingehuurde professional
o Sleutel tot succes
o Moet goed voorbereid zijn; doel van het onderzoek moet duidelijk en
goed gedefinieerd zijn
o Moet bekend zijn met interviewleidraad
o Inzichten en openbaringen uitlokken
o Monitort en houdt discussie onder controle
- Duur: 1,5-2 uur, korter met kinderen
- Waarom vragen vermijden:
Geschiedenis = tweesplitsing;
postpositivisme (waren milder
tegenover positivisme; kwantitatief) en
constructivisme (kwalitatief; verwerpen
positivisme) -> nu moderne blik
Kritiek contructivisten:
- Zoektocht naar algmene wetten is
o Misleidend
o Uiteindelijk gedoemd te mislukken
- Predictie en controle
o Beperkt de wetenschap
o Verkleint het vermogen van de wetenschap te beschrijven en te verklaren
- Positivisten zijn
o Determistisch
o Reductionistisch
o Egocentrisch
o Opdringerig en onnauwkeurig
Constructivisten:
- Pleiten voor benaderingen die
o Ook inferentieel zijn, maar tevens begrip ontwikkelen aangaande
speculatie en oordelen
o Voortbouwen op de gezichtspunten van de participanten
o Ontwikkelen patronen vna betekenis gedurende de
dataverzameling Wat hebben we geleerd hiervan:
- In sociaal wetenschappelijk onderzoek kunnen participanten onderzoek
beinvloeden en andersom
- Onderzoekers komen reacties tegen
- Onderzoekers brengen hun eigen waarden en normen mee; gebeurd ook
in natuurwetenschappen
,Moderne benadering:
- Qua methodologie: leunend op positivisme/post-positivisme
- Qua proces: beinvloed door constructivsime
o Onderzoeker heeft grote verantwoordelijkheid
▪ Participanten respecteren
▪ Eigen waarnden
▪ Rekening houden met situaties, perspectieven, impact/ethiek
-> Gebruik van meerdere methoden/benaderingen vergroot de kennis
- Kan leiden tot convergentie -> vergroot vertrouwen in conclusies
- Vergroot begrip van het te verklaren fenomeen
- Kan ook leiden tot divergentie -> fenomeen heeft nuancering nodig
Kwalitatief onderzoek:
- Traditioneel de manier voor de contructivist
- Onderzoekers leggen zo weinig mogelijk structuur op aan de participanten
- Onderzoekers vergroten hun kennis door te luisteren wat de participanten te
zeggen hebben
Typen kwalitatief onderzoek:
- Narrative: meest gestructureerd; participanten voorzien de onderzoeker van
verhalen van belangrijke levensgebeurtenissen
o Beoordelaars coderen de data zo objectief mogelijk naar
theoretische constructen
o Informatie uit nieuw onderzoek of uit gearchiveerd materiaal
o Demand characteristics minder groot in gearchiveerd material
o Dagboeken uitermate geschikt voor longitudinaal onderzoek
o Kunnen thema’s blootleggen waar onderzoekers niet aan denken
- Focusgroep: meerdere participanten worden bij elkaar gebracht om
een onderzoeksvraag te bediscussieren
o Uitermate handig in de eerste stadia van onderzoek, bijvoorbeeld voor
de ontwikkeling van experimenteel materiaal en vragenlijsten
- Oral history: methode om levensverhalen op te tekenen
o Veelal van mensen die iets cultureel of geschiedkundig belangrijks
hebben meegemaakt
o Doel: voorkomen dat de kennis van deze mensen verloren gaat en om
te zorgen dat de kennis toegankelijk blijft in de toekomst
o Zijn doorgaans korter dan narrative, het verhaal vormt meestal
het eindproduct
- Participantenobservatie (minst gestructureerd):
o Onderzoekers gaan hierbij op in de levens van de participanten,
natuurlijke context
o Ze generenen en herzien hypothesen tijdens de data verzameling
o Tegenovergestelde van een experimentele labstudie
o Gebruik van negatieve case analysis om tot
een conclusie te komen die stand houdt
voor elke observatie
, o Onderzoeker moet integreren in de groep om toegang te krijgen tot
informatie van hoge kwaliteit; tegelijkertijd moet de onderzoeker voldoende
terughoudend zijn om de activiteiten van de groep niet teveel te
beinvloeden
College 2
Gevallen zoeken die niet bij hypotheses passen en daarna hypothese aanpassen die aan alle
personen passen -> participant observation
- Ethnografen stellen: what i have found true of the people in this study is likely to be
true of any people placed in this situation
- Participant observers zijn in die zin vergelijkbaar met experimenteel
laboratorium onderzoekers
- Verzamelen observaties -> verschillende perspectieven -> vertekeningen ->
verbreding blik
Focusgroep
Begonnen bij de tweede wo naar onderzoek naar oorlogs propaganda -> daarna meer
algemeen of radioprogramma’s bijv. aansloegen (populair gewoden in marketing, business);
ook veel in (educatie) medische wereld; voet gekregen in de psychologie en het onderwijs
(sommige boeken zeggen dat het daar is begonnen)
- Kleine groep die discussieren onder leiding van een moderator, die houdt
onderwerp aan
- Gestructureerd
- Deelnemers hebben een soort gedeelde eigenschat/band om informatie
over bepaald onderwerp te halen
- Als er minder (4-5) participanten hebt heb je te weinig meningen/discussie (te
weinig diversiteit)
- Bij te meer is het gevaar dat moderator geen overzicht kan hebben of dat er
subgroepjes ontstaan; moeilijk om iedereen zijn/haar mening te laten
geven
- Aangeraden dat ze elkaar niet kennen -> lokt vrijere expressie uit -> maakt
moeilijker om mensen te vinden of dat het heel duur wordt
- Vaak meerdere (soorten) focusgroepen nodig
- Omdat ze iets delen:
o Steekproef niet representatief voor de populatie
o Generalisatie naar de populatie niet mogelijk
o Generalisatie is uberhaupt lastig
o Is ook niet de bedoeling
- Moderator:
o Onderzoeker zelf of ingehuurde professional
o Sleutel tot succes
o Moet goed voorbereid zijn; doel van het onderzoek moet duidelijk en
goed gedefinieerd zijn
o Moet bekend zijn met interviewleidraad
o Inzichten en openbaringen uitlokken
o Monitort en houdt discussie onder controle
- Duur: 1,5-2 uur, korter met kinderen
- Waarom vragen vermijden: