lOMoARcPSD|11911780
Samenvatting Inleiding Communicatiewetenschap -
Communicatiewetenschappen
Hoofdstuk 1:
Een theorie bestaat uit
systematisch,
geïnformeerde
vermoedens over hoe
dingen werken.
Vermoedens: ideeën over
een verklaring
Geïnformeerd: rekening
houdend met wat al bekend is
Systematisch: specificatie van relaties tussen begrippen, hoe specifieker hoe beter
Metaforen:
- Theories as nets: we hebben theorieën nodig om ‘de wereld’ te begrijpen.
- Theories as lenses: theorieën beïnvloeden hoe we bepaalde dingen zien, ze leggen
nadruk op bepaalde aspecten (waardoor andere uit zicht worden gelaten).
- Theories as maps: we hebben theorieën nodig om ons te leiden, laten zien hoe dingen
werken en hoe dingen aan elkaar gerelateerd zijn.
Wat is communicatie?
“Communication is the relational process of creating and interpreting messages that elicit a
response.”
1. Messages
(text: een bericht dat door anderen geanalyseerd kan worden; bijvoorbeeld, een boek,
film foto of een transcript of opname van een speech of uitzending.
2. Creation of messages
Een text wordt meestal geconstructueerd, uitgevonden, gepland, bewerkt, gevormd of
aangenomen door de communiceerder.
3. Interpretation of messages
“words don’t mean things, people do”. Mensen gedragen/communiceren naar mensen
of dingen, op de manier die zij daaraan hechten.
4. Relational process
Communicatie is een proces van betrekking hebben. Het is een blijvende stroom en
geen momentopname.
5. Messages that elicit(uitlokken) a respronse
Het effect van een bericht op de ontvangers. Communicatie is pas communicatie als
het bericht, bij de ontvangende partij, een reactie uitlokt. Dit kan cognitief,
emotioneel of een reactie in de vorm van gedrag zijn.
Communicatiemodellen:
1. Transmissiemodel
o Communicatie als een proces van overbrengen van boodschappen
o Boodschap wordt bepaald door de zender
o Ontvanger verwerkt deze boodschap zoals bedoeld is door zender
, lOMoARcPSD|11911780
2. Expressieve model
o Communicatie als representatie van gedeelde overtuigingen binnen een
maatschappij/groep
o Nadruk ligt op uitvoering van de boodschap (zender)
o Nadruk bij de ontvanger ligt op de beleving (/gedeelde ervaring) van de
boodschap
3. Publiciteitsmodel
o Communicatie als middel voor het begrijpen en behouden van aandacht
o Competitie tussen zenders om aandacht van publiek. Aandacht zelf
is belangrijker dan kwaliteit van aandacht
o Ontvanger is toeschouwer en niet zozeer deelnemer
4. Receptiemodel
o Communicatie als multi-interpretabel: door (o.a. sociale en culturele)
verschillen tussen ontvangers kan eenzelfde boodschap meerdere betekenissen
krijgen
o Zender stuurt een boodschap met een bepaalde bedoeling/betekenis
o …maar ontvanger kan deze op andere manier ‘lezen’ dan de bedoeling was.
De klassieke bril: Machtige media
Context:
1. Ontwikkeling van massamedia
o Drukpers, kranten, boeken (15e-20e eeuw)
o Radio, film, televisie (1e helft 20e eeuw)
o Videogames (2e helft 20e eeuw)
o Computer, internet (laatste deel 20e eeuw)
o Mobiele media (eerste deel 21e eeuw)
2. Voorbeelden van sterke reacties op media
o Propaganda (WW1)
o War of the worlds (1938)
- Machtige media bereiken iedereen
- Weerloze, passieve gebruikers
- Sterke (en slechte) effecten
- Uniforme effecten
(“magic bullet” of “hypodermic-needle” model)
Hoofdstuk 8:
Cultivatietheorie: (Gerbner)
1. Het geheel aan media laat ons een bepaalde werkelijkheid zien
2. Dit verandert onze blik op de wereld
Gerbner 1998: “Television is the source op the most broadly-shared images and messages
in history. It is the mainstream op de common symbolic enviroment into which our
children are born and in which we all live out our lives.”
3 onderzoeksfoci:
1. Institutional process analysis (inhoudsanalyse)
o Cultual indicators project: het identificeren van stabiele, terugkerende en
overkoepelende patronen van TV-inhoud.
Vanaf 1967, decennia lang
1 week per jaar in het najaar
, lOMoARcPSD|11911780
Steekproef van TV-drama uit de VS
2. Message system analysis
Wetenschap die zorgvuldig, systematisch TV content bestudeert, meestal met behulp
van inhoudsanalyses als onderzoeksmethode.
Garbner deed vooral onderzoek naar geweld. Hij beschreef geweld als:
“Dramatic violence: the overt expression or serious threat of physical force as part of
the plot.”
Uit Gerbner’s onderzoek kwam als
resultaat:
o Mannen zijn vaker betrokken bij
geweld dan vrouwen
o Vrouwen zijn vaker
slachtoffer dan mannen
3. Cultivation analysis
De mogelijke gevolgen van TV-content op de kijkers, met name de kijkers die veel
kijken.
“Research designed to find support fort the notion that those who spend more time
watching TV are more likely to see the “real world” through TV’s lens.
2 soorten effecten:
o First-order effects: prevalence estimates
Inschatting van hoe vaak iets voorkomt of hoe waarschijnlijk iets is
o Second-order effects: beliefs
Bijv. stereotypen
Er is geen sprake van een oorzaak-gevolg effect; er is geen ‘before’ en ‘after’ TV kijken.
Cultivatie differentiaal = verschil in percentage van “TV antwoord” tussen light viewers
(minder dan 2 uur per dag) en heavy viewers (meer dan 4 uur per dag)
Mainstreaming:
“The blurring, blending and bending process by
which heavy TV viewers from disparate groups
develop a common outlook trough constant
exposure to the same images and labels.”
- De TV wereld is de mainstream
- De echte wereld is verschillen tussen
demografische groepen
- Mainstreaming is dat de verschillen
tussen mensen/groepen, verdwijnen bij
zware TV-kijkers.
Resonantie:
“the condition that exists when viewers’ real-life environment is like the world of TV; these
viewers are especially susceptible to TV’s cultivating power.”
- Als de TV wereld overeenkomt met je echte wereld sterkere effecten bij veel tv
kijken
“When what people see on television is most congruent with everyday reality (or even
perceived reality), the combination may result in a coherent and powerful “double dose” of
the television message and significantly boost cultivation.”
Samenvatting Inleiding Communicatiewetenschap -
Communicatiewetenschappen
Hoofdstuk 1:
Een theorie bestaat uit
systematisch,
geïnformeerde
vermoedens over hoe
dingen werken.
Vermoedens: ideeën over
een verklaring
Geïnformeerd: rekening
houdend met wat al bekend is
Systematisch: specificatie van relaties tussen begrippen, hoe specifieker hoe beter
Metaforen:
- Theories as nets: we hebben theorieën nodig om ‘de wereld’ te begrijpen.
- Theories as lenses: theorieën beïnvloeden hoe we bepaalde dingen zien, ze leggen
nadruk op bepaalde aspecten (waardoor andere uit zicht worden gelaten).
- Theories as maps: we hebben theorieën nodig om ons te leiden, laten zien hoe dingen
werken en hoe dingen aan elkaar gerelateerd zijn.
Wat is communicatie?
“Communication is the relational process of creating and interpreting messages that elicit a
response.”
1. Messages
(text: een bericht dat door anderen geanalyseerd kan worden; bijvoorbeeld, een boek,
film foto of een transcript of opname van een speech of uitzending.
2. Creation of messages
Een text wordt meestal geconstructueerd, uitgevonden, gepland, bewerkt, gevormd of
aangenomen door de communiceerder.
3. Interpretation of messages
“words don’t mean things, people do”. Mensen gedragen/communiceren naar mensen
of dingen, op de manier die zij daaraan hechten.
4. Relational process
Communicatie is een proces van betrekking hebben. Het is een blijvende stroom en
geen momentopname.
5. Messages that elicit(uitlokken) a respronse
Het effect van een bericht op de ontvangers. Communicatie is pas communicatie als
het bericht, bij de ontvangende partij, een reactie uitlokt. Dit kan cognitief,
emotioneel of een reactie in de vorm van gedrag zijn.
Communicatiemodellen:
1. Transmissiemodel
o Communicatie als een proces van overbrengen van boodschappen
o Boodschap wordt bepaald door de zender
o Ontvanger verwerkt deze boodschap zoals bedoeld is door zender
, lOMoARcPSD|11911780
2. Expressieve model
o Communicatie als representatie van gedeelde overtuigingen binnen een
maatschappij/groep
o Nadruk ligt op uitvoering van de boodschap (zender)
o Nadruk bij de ontvanger ligt op de beleving (/gedeelde ervaring) van de
boodschap
3. Publiciteitsmodel
o Communicatie als middel voor het begrijpen en behouden van aandacht
o Competitie tussen zenders om aandacht van publiek. Aandacht zelf
is belangrijker dan kwaliteit van aandacht
o Ontvanger is toeschouwer en niet zozeer deelnemer
4. Receptiemodel
o Communicatie als multi-interpretabel: door (o.a. sociale en culturele)
verschillen tussen ontvangers kan eenzelfde boodschap meerdere betekenissen
krijgen
o Zender stuurt een boodschap met een bepaalde bedoeling/betekenis
o …maar ontvanger kan deze op andere manier ‘lezen’ dan de bedoeling was.
De klassieke bril: Machtige media
Context:
1. Ontwikkeling van massamedia
o Drukpers, kranten, boeken (15e-20e eeuw)
o Radio, film, televisie (1e helft 20e eeuw)
o Videogames (2e helft 20e eeuw)
o Computer, internet (laatste deel 20e eeuw)
o Mobiele media (eerste deel 21e eeuw)
2. Voorbeelden van sterke reacties op media
o Propaganda (WW1)
o War of the worlds (1938)
- Machtige media bereiken iedereen
- Weerloze, passieve gebruikers
- Sterke (en slechte) effecten
- Uniforme effecten
(“magic bullet” of “hypodermic-needle” model)
Hoofdstuk 8:
Cultivatietheorie: (Gerbner)
1. Het geheel aan media laat ons een bepaalde werkelijkheid zien
2. Dit verandert onze blik op de wereld
Gerbner 1998: “Television is the source op the most broadly-shared images and messages
in history. It is the mainstream op de common symbolic enviroment into which our
children are born and in which we all live out our lives.”
3 onderzoeksfoci:
1. Institutional process analysis (inhoudsanalyse)
o Cultual indicators project: het identificeren van stabiele, terugkerende en
overkoepelende patronen van TV-inhoud.
Vanaf 1967, decennia lang
1 week per jaar in het najaar
, lOMoARcPSD|11911780
Steekproef van TV-drama uit de VS
2. Message system analysis
Wetenschap die zorgvuldig, systematisch TV content bestudeert, meestal met behulp
van inhoudsanalyses als onderzoeksmethode.
Garbner deed vooral onderzoek naar geweld. Hij beschreef geweld als:
“Dramatic violence: the overt expression or serious threat of physical force as part of
the plot.”
Uit Gerbner’s onderzoek kwam als
resultaat:
o Mannen zijn vaker betrokken bij
geweld dan vrouwen
o Vrouwen zijn vaker
slachtoffer dan mannen
3. Cultivation analysis
De mogelijke gevolgen van TV-content op de kijkers, met name de kijkers die veel
kijken.
“Research designed to find support fort the notion that those who spend more time
watching TV are more likely to see the “real world” through TV’s lens.
2 soorten effecten:
o First-order effects: prevalence estimates
Inschatting van hoe vaak iets voorkomt of hoe waarschijnlijk iets is
o Second-order effects: beliefs
Bijv. stereotypen
Er is geen sprake van een oorzaak-gevolg effect; er is geen ‘before’ en ‘after’ TV kijken.
Cultivatie differentiaal = verschil in percentage van “TV antwoord” tussen light viewers
(minder dan 2 uur per dag) en heavy viewers (meer dan 4 uur per dag)
Mainstreaming:
“The blurring, blending and bending process by
which heavy TV viewers from disparate groups
develop a common outlook trough constant
exposure to the same images and labels.”
- De TV wereld is de mainstream
- De echte wereld is verschillen tussen
demografische groepen
- Mainstreaming is dat de verschillen
tussen mensen/groepen, verdwijnen bij
zware TV-kijkers.
Resonantie:
“the condition that exists when viewers’ real-life environment is like the world of TV; these
viewers are especially susceptible to TV’s cultivating power.”
- Als de TV wereld overeenkomt met je echte wereld sterkere effecten bij veel tv
kijken
“When what people see on television is most congruent with everyday reality (or even
perceived reality), the combination may result in a coherent and powerful “double dose” of
the television message and significantly boost cultivation.”
