Dyslexie en dyscalculie zijn twee meestvoorkomende leerstoornissen, vaak in combinatie met elkaar.
Kenmerkend is het niet/moeilijk geautomatiseerd raken van woord- en rekenfeiten (declaratieve
kennis).
15.1
Leerstoornissen maken deel uit van het DSM-classificatiesysteem.
15.2
Als er vroeg gesignaleerd wordt, is de eerste reactie extra uitleg en herhaling. Als dat weinig effect
heeft, is meer aanpassing en differentiatie nodig. Hoe meer systematische inzet van omgeving nodig
is en hoe kleiner het effect is, des te hardnekkiger/ernstiger het probleem. Onder bepaalde
voorwaarden spreken we van een leerstoornis. Het onderscheid tussen een leerprobleem en een
leerstoornis is gradueel en gebaseerd op ernst, langdurigheid en hardnekkigheid van de
problematiek.
‘Stoornis’ is van toepassing als er sprake is van een opvallend ernstig, langdurig en hardnekkig
tekort/teveel aan gedrag; niet opzettelijk, met beperkingen in dagelijks functioneren, niet per se
verbonden met vaststaande oorzaak en individueel bepaald. Bovendien gaat het om gedrag dat niet
alleen opvalt ten opzichte van een relevante vergelijkingsgroep, maar ook binnen de eigen
ontwikkeling.
15.2.1
De commissie spreekt van dyslexie wanneer de automatisering van woordidentificatie (lezen) en/of
schriftbeeldvorming (spellen) zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt.
(Gezondheidsraad: Commissie Dyslexie, 1995, p. 47)
Beperkt zich tot technisch lezen en foutloos spellen op woordniveau, onafh. van taalbegrip.
Nadruk ligt op automatisering, blijkend uit snelheid en nauwkeurigheid. Geautomatiseerde
vaardigheden leggen weinig beslag op de aandacht.
Automatisering kan zich ontwikkelen bij biologische/mentale rijping, en voldoende
aanbod/instructie. Er is altijd sprake van individugebonden factor. Dyslexie is hardnekkig en
kan een complexe ontstaanswijze hebben. Dus geen verklarende condities in de definitie.
Zelfs als redelijk leesniveau wordt bereikt, kan problematische automatisering
herkenbaar zijn bij nieuwe/complexe taken.
Dyslexie kan meer/minder ernstig zijn. Ernstig betekent: de lees-/spellingprestaties
liggen in principe (maar dus niet altijd) binnen de 10% zwakst scorende leerlingen op
landelijk genormeerde toetsen, ondanks aantoonbaar planmatige en intensieve hulp.
Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren
en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-/wiskundekennis (feiten/afspraken). (Ruijssenaars,
Van Luit & Van Lieshout, 2004)
15.2.2
Comorbiditeit bij stoornissen is eerder regel dan uitzondering. Verder in 15.4.
15.3
Betrouwbare vroege onderkenning van risicofactoren voor dyslexie – dus niet de dyslexie zelf! – lijkt
in elk geval mogelijk, vanaf ongeveer 4 jaar.