100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Een uitgebreide samenvatting om goed voorbereid de LKT Nederlands te kunnen maken.

Rating
4.2
(13)
Sold
78
Pages
22
Uploaded on
17-11-2022
Written in
2021/2022

Een utigebreide samenvatting gebaseerd op de verschillende domeinen die nodig zijn om de LKT te halen. Met hierin duidelijk beschreven wat je moet weten met verschillende voorbeelden

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 17, 2022
Number of pages
22
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

2021-2022


Kennisbasis Nederlands
Uitwerking begrippen en toetsdoelen


Domein 1: Mondelinge taalvaardigheid (11 vragen)
De deelnemer kent de luisterdoelen (iets te weten willen komen, een gevoel willen
ondergaan, een mening willen vormen, een handeling willen uitvoeren, een spel willen
spelen) en kan in een taalgebruikssituatie aangeven welke luisterstrategie (globaal luisteren,
intensief luisteren, gericht luisteren, kritisch luisteren) wordt gehanteerd.

Luisterdoelen
- Iets te weten willen komen;
- Een bepaald gevoel willen ondergaan;
- Zich een mening willen vormen;
- Een bepaalde handeling willen uitvoeren;
- Een spel mee willen spelen.

Om deze doelen te realiseren, kies je als luisteraar, bewust of onbewust, een luisterstrategie.

Luisterstrategieën
1. Globaal luisteren
 Je probeert globaal te volgen wat de spreker te vertellen heeft, het gaat om het
begrijpen van de informatie.
 Je volgt de lijn van een betoog en let minder op de details.
2. Intensief luisteren
 Je probeert alle details van een verhaal in je op te nemen, zodat je een zo volledig
mogelijk beeld krijgt van wat de spreker te vertellen heeft.
3. Kritisch luisteren
 Hierbij probeer je tijdens het luisteren een mening te vormen.
 Je wilt beoordelen of het verhaal van de spreker waar is of volledig of juist
misleidend.
4. Gericht luisteren
 Ook wel selecterend luisteren genoemd.
 Pas je toe als je geïnteresseerd bent in bepaalde aspecten van een verhaal.
 Je moet als luisteraar goed weten wat je wilt weten.

Actief luisteren Luisteraar zet zich maximaal in om de spreker te volgen en te
begrijpen. Daarbij gebruikt hij middelen als aankijken, luisterresponsen
geven en vragen stellen.

Luistervaardigheden
- Een beschrijving kunnen volgen;
- Gevoelens en meningen begrijpen en waarderen;
- Inhoud interpreteren en beoordelen;
- Een uitleg volgen;
- De strategie van de spreker doorzien;
- Passende feedback geven;
- Vragen stellen.

, 2021-2022




De deelnemer kent de spreekdoelen (amuseren, informeren, instrueren en overtuigen), kan
in een taalgebruikssituatie aangeven welke doelen een spreker hanteert en kan aangeven
welke spreekstrategie (oriënteren op het doel van de spreektaak, het onderwerp, soort
spreektaak en op de gesprekspartner(s) of het publiek, reflecteren, monitoren en evalueren
op de spreektaak) wordt gehanteerd.

Spreekdoelen
1. Informeren
 Gaat om het overbrengen van feitelijke informatie.
2. Amuseren
 Spreker heeft als doel om de toehoorders te vermaken, te boeien of te ontroeren.
3. Instrueren
 Schrijver wil iets uitleggen of verduidelijken.
 Spreker is bezig met taken als uitleggen, vertellen, aanwijzen of voordoen.
4. Overtuigen
 Spreker wil de luisteraar overhalen een bepaald standpunt of bepaalde mening in te
nemen.
 Spreker kan ook de luisteraar willen overhalen om tot actie over te gaan.

Andere spreekdoelen zijn:
- Emotioneren (de spreker wil bepaalde gevoelens losmaken of overbrengen)
- Waarderen (de spreker wil zijn oordeel over iets geven)
- Beschouwen (de spreker wil verschillende kanten van een probleem toelichten)

Spreekstrategieën Een bewuste handeling die iemand hanteert om een bepaald
spreekdoel te bereiken.
- Oriënteren op het spreekdoel;
 Duidelijk doel wat je wil bereiken.
- Oriënteren op het onderwerp en het inzetten van eigen kennis;
 Wat ga je wel en niet vertellen, welke eigen ervaringen breng je in en welke
informatie moet je nog opzoeken.
- Oriënteren op het soort spreektaak;
 Hoe wil je presenteren? Veel interactie etc.
- Oriënteren op het publiek of de gesprekspartners;
 Wie zijn je toehoorders?
- Reflecteren op de spreektaak;
 Tijdens de presentatie vraag je je voortdurend af of je de informatie correct
weergeeft of je je doel bereikt en ga je na of je verhaal overkomt bij je publiek.
- Monitoren op de spreektaak;
 Vraag je af of je duidelijker moet zijn, je nog meer moet uitleggen of je betoog nog
even kort moet samenvatten.
- Evalueren op de spreektaak.
 Wat ging goed en wat kan nog beter?

De deelnemer kent de sociale taalfuncties (zelfhandhaving, zelfsturing, sturing van anderen,
structurering van het gesprek) en kan van een taalgebruikssituatie aangeven welke sociale
taalfunctie van toepassing is

Taal heeft verschillende functies voor mensen. We maken een onderscheid tussen:
- De communicatieve of sociale taalfunctie;
- De conceptualiserende of cognitieve taalfunctie;
- De expressieve taalfunctie

, 2021-2022


Sociale taalfunctie We gebruiken de taal als een communicatiemiddel. Een spreker wil
steeds een boodschap doorgeven aan een hoorder.
Verschillende sociale taalfuncties zijn:
- Zelfhandhaving
 Jezelf beschermen en verdedigen.
- Zelfsturing
 Ordent met woorden het handelen en kondigt plannen aan.
- Sturing van anderen
 Aangeven wat een ander gaat doen.
- Structurering van het gesprek
 Hierbij gebruik je de taal om het gespreksverloop te beïnvloeden.


De deelnemer kent de cognitieve taalfuncties (rapporteren, redeneren, projecteren) en kan
cognitieve taalfuncties ordenen in mate van complexiteit en kan van een taalgebruikssituatie
aangeven welke cognitieve taalfunctie van toepassing is

Cognitieve functie - Je gebruikt de taal als hulpmiddel om je gedachten te ordenen en
greep te krijgen op de werkelijkheid.
- Met behulp van de taal verwijs je naar betekenissen en concepten uit
de werkelijkheid.
- Je gebruikt de taal om de werkelijkheid om je heen te ordenen.

We kennen de volgende drie cognitieve taalfuncties:
1. Rapporteren
 Dit is aan de orde als je verslag doet van iets wat in de werkelijkheid voorkomt.
 Je hebt iets meegemaakt of gezien en je vertelt erover. Daarbij kun je dingen
benoemen, etiketteren, beschrijven en ook vergelijken.
2. Redeneren
 Je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap in te bouwen.
 Je kunt dat doen door de gebeurtenis chronologisch te ordenen of je trekt
conclusies.
 Je kunt ook relaties leggen tussen oorzaak en gevolg.
 Ook kun je het probleem proberen op te lossen.
3. Projecteren
 Dit wil zeggen dat je je probeert te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van
iemand anders

*De deelnemer kan in een taalgebruikssituatie aangeven of een kind zijn taal verwerft ten
aanzien van semantische, fonologische, morfologische, syntactische en pragmatische
aspecten.
*De deelnemer kent twee verschillende theorieën over taalverwerving: creatieve
constructietheorie en interactionele benadering.

Taalverwerving
1. Behaviorisme
 Is een stroming binnen de psychologie die ervan uitgaat dat kinderen hun taal
leren door imitatie.
 Kinderen bootsen de taal die ze in de omgeving horen na.
 De meest frequente woorden worden als eerste geleerd.
 Goedkeuring van ouders speelt een belangrijke rol.
 Concrete zelfstandige naamwoorden en werkwoorden die verwijzen naar dingen
en acties uit de directe omgeving van een kind zijn de woorden die kinderen als
eerste leren (stoel, auto en eten)
$13.78
Get access to the full document:
Purchased by 78 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 13 reviews
1 year ago

2 year ago

2 year ago

1 year ago

1 year ago

2 year ago

2 year ago

4.2

13 reviews

5
6
4
6
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
jufandrea Hogeschool Windesheim
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
79
Member since
3 year
Number of followers
74
Documents
0
Last sold
6 months ago

4.2

13 reviews

5
6
4
6
3
0
2
0
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions