Samenvatting Kwalitatieve
onderzoekstechnieken
, Kwalitatieve onderzoekstechnieken:
Thema 1 - Inleiding
Wat is kwalitatief onderzoek?
Veel verschillende vormen kwalitatief onderzoek:
zo verschillende: - Dataverzamelingstechnieken
- Analysemethoden
- Theoretische invalshoeken
Verklaring hiervoor: door grote variatie filosofische uitgangspunten
→ Andere visie over wat kwalitatief onderzoek kan/moet onderzoeken
Kenmerken kwalitatief onderzoek:
Vraagstelling en - Vraagstelling over complexe thema’s en sociale processen
doel onderzoek - Dagelijkse werkelijkheid respondenten staat centraal
Onderzoeksdesign - Flexibel
- Gericht op studie in natuurlijke omgeving
- Gericht op ‘holistisch’ begrijpen van context
Dataverzamelings- - Veel verschillende
methode - Vaak meerdere methoden in 1 onderzoek
- Gebruik van methoden is flexibel
- Hiervoor vaak intens langdurig contact met veld
Analyse - Eerder obv teksten ipv cijfers
- Doel analyse is betekenis achterhalen
- Centraal in de analyse staan processen
- Doel is in diepte te begrijpen, niet representatief te beschrijven
Rapportering - Onderzochten worden betrokken bij resultaten
- Rapportering probeert context van het geheel weer te geven
- Rekening gehouden met invloed van onderzoeker op onderzoek
Formuleren van een probleemstelling in kwalitatief onderzoek:
= Formuleren van een onderzoeksthema en specifieke onderzoeksvragen
Onderzoeksthema: Beschrijft in algemene termen waar je onderzoek over wilt doen.
→ vb: Onderzoek naar de relaties tussen artsen en patiënten
- Kan variëren in termen van abstractieniveau en focus
1
, - vb: Onderzoek naar de relaties tussen artsen en patiënten = Algemeen thema
- vb: 1. Onderzoek naar de communicatie tussen artsen en patiënten.
2. Onderzoek naar discriminatie van bepaalde categorieën van patiënten door
artsen.
= Subthema’s
Onderzoeksvraag: Beschrijft meer specifiek waar je onderzoek een antwoord op probeert te
vinden.
→ vb: 1) Hoe definiëren artsen en patiënten “goede communicatie”
MAAR:
Opstellen van het centrale thema en je specifieke onderzoeksvragen wordt beïnvloed door
1) Methodologische beperkingen en opportuniteiten
- Goede onderzoeksvragen vragen een bepaald format:
- Niet te veel/te weinig onderzoeksvragen
- Niet te breed/niet te eng (vaag of beperkend)
- Niet te veel/te weinig overlap (duidelijk verband tss OV’s)
- Geen dubbele onderzoeksvragen
- Consistent gebruik van concepten
- Kwalitatief onderzoek vraagt eigen soort OV’s:
- NIET: Effecten meten
het voorkomen van iets meten (Doet X zich voor?)
Variatie proberen meten (in welke mate komt die opinie voor?
Hypotheses proberen testen
- WEL: Hoe iets gebeurd
Processen beschrijven
Betekenis van concepten proberen begrijpen
Kenmerken concepten beschrijven
Nieuwe inzichten willen verkennen/ontdekken
2) Eigen interesses, kennis en ervaringen
Reden om onderwerp te kiezen:
- Affectieve redenen: Interesse in onderwerp.
- Cognitieve redenen: Kennis/ervaring over thema werkt inspirerend over wat wel/nog
niet is geweten.
- Pragmatische redenen: Kennis over setting kan helpen in het onderhandelen over
toegang tot die setting.
3) Onderzoeksdoel
= Wat wil je met je onderzoek bereiken?
- Algemeen doel: Verkennen, verklaren, beschrijven, emanciperen.
- Achterliggende redenen: Intellectuele, praktische, persoonlijke redenen.
- Publiek doel: Wetenschappelijke gemeenschap, beleidsmakers.
2
, 4) Literatuur
= In kwalitatief onderzoek verschilt de rol van klassieke literatuurstudie naargelang het soort
data-analyse benadering je gebruikt.
DOEL: Receptief proces en nadien creatief proces adequaat uitvoeren.
- Receptief proces:
- Over welke subthema’s wordt er onderzoek uitgevoerd? (Mapping)
- Hoe concepten gedefinieerd en gemeten?
- Welke factoren en processen belangrijk?
- Wat zijn de achterliggende filosofische veronderstellingen?
→ Bij KIA en TA: nieuwe kennis komt deductief tot stand
Receptieve proces bepaald waar je naar gaat zoeken in data en wat voor data
je gaat verzamelen.
→ Bij GT: Nieuwe kennis komt inductief tot stand
Bestaande concepten/bevindingen kunnen je gevoelig maken voor het belang
van fenomenen, maar sturen richting van je analyses niet.
- Creatief proces:
= Hoe kan je iets nieuws toevoegen, waar schiet literatuur te kort?
Laten stimuleren door:
- suggesties in wetenschappelijke literatuur (door andere onderzoekers)
- Eigen kennis en ervaringen
- Type vragen van kwal. onderzoek toepassen op thema
- Onderzoeksthema benaderen vanuit andere filosofische paradigma’s
Literatuur presenteren:
- Aanduiden naar welke (sub)thema’s onderzoek werd uitgevoerd
- Aanduiden op welke manier je onderzoeksvragen voortbouwen op gelezen literatuur
- Hierover synthese uitschrijven
- Duidelijk laten zien waarin jouw onderzoek innovatief is
5) Filosofische paradigma’s
6) Resultaten van je data-analyse
3
onderzoekstechnieken
, Kwalitatieve onderzoekstechnieken:
Thema 1 - Inleiding
Wat is kwalitatief onderzoek?
Veel verschillende vormen kwalitatief onderzoek:
zo verschillende: - Dataverzamelingstechnieken
- Analysemethoden
- Theoretische invalshoeken
Verklaring hiervoor: door grote variatie filosofische uitgangspunten
→ Andere visie over wat kwalitatief onderzoek kan/moet onderzoeken
Kenmerken kwalitatief onderzoek:
Vraagstelling en - Vraagstelling over complexe thema’s en sociale processen
doel onderzoek - Dagelijkse werkelijkheid respondenten staat centraal
Onderzoeksdesign - Flexibel
- Gericht op studie in natuurlijke omgeving
- Gericht op ‘holistisch’ begrijpen van context
Dataverzamelings- - Veel verschillende
methode - Vaak meerdere methoden in 1 onderzoek
- Gebruik van methoden is flexibel
- Hiervoor vaak intens langdurig contact met veld
Analyse - Eerder obv teksten ipv cijfers
- Doel analyse is betekenis achterhalen
- Centraal in de analyse staan processen
- Doel is in diepte te begrijpen, niet representatief te beschrijven
Rapportering - Onderzochten worden betrokken bij resultaten
- Rapportering probeert context van het geheel weer te geven
- Rekening gehouden met invloed van onderzoeker op onderzoek
Formuleren van een probleemstelling in kwalitatief onderzoek:
= Formuleren van een onderzoeksthema en specifieke onderzoeksvragen
Onderzoeksthema: Beschrijft in algemene termen waar je onderzoek over wilt doen.
→ vb: Onderzoek naar de relaties tussen artsen en patiënten
- Kan variëren in termen van abstractieniveau en focus
1
, - vb: Onderzoek naar de relaties tussen artsen en patiënten = Algemeen thema
- vb: 1. Onderzoek naar de communicatie tussen artsen en patiënten.
2. Onderzoek naar discriminatie van bepaalde categorieën van patiënten door
artsen.
= Subthema’s
Onderzoeksvraag: Beschrijft meer specifiek waar je onderzoek een antwoord op probeert te
vinden.
→ vb: 1) Hoe definiëren artsen en patiënten “goede communicatie”
MAAR:
Opstellen van het centrale thema en je specifieke onderzoeksvragen wordt beïnvloed door
1) Methodologische beperkingen en opportuniteiten
- Goede onderzoeksvragen vragen een bepaald format:
- Niet te veel/te weinig onderzoeksvragen
- Niet te breed/niet te eng (vaag of beperkend)
- Niet te veel/te weinig overlap (duidelijk verband tss OV’s)
- Geen dubbele onderzoeksvragen
- Consistent gebruik van concepten
- Kwalitatief onderzoek vraagt eigen soort OV’s:
- NIET: Effecten meten
het voorkomen van iets meten (Doet X zich voor?)
Variatie proberen meten (in welke mate komt die opinie voor?
Hypotheses proberen testen
- WEL: Hoe iets gebeurd
Processen beschrijven
Betekenis van concepten proberen begrijpen
Kenmerken concepten beschrijven
Nieuwe inzichten willen verkennen/ontdekken
2) Eigen interesses, kennis en ervaringen
Reden om onderwerp te kiezen:
- Affectieve redenen: Interesse in onderwerp.
- Cognitieve redenen: Kennis/ervaring over thema werkt inspirerend over wat wel/nog
niet is geweten.
- Pragmatische redenen: Kennis over setting kan helpen in het onderhandelen over
toegang tot die setting.
3) Onderzoeksdoel
= Wat wil je met je onderzoek bereiken?
- Algemeen doel: Verkennen, verklaren, beschrijven, emanciperen.
- Achterliggende redenen: Intellectuele, praktische, persoonlijke redenen.
- Publiek doel: Wetenschappelijke gemeenschap, beleidsmakers.
2
, 4) Literatuur
= In kwalitatief onderzoek verschilt de rol van klassieke literatuurstudie naargelang het soort
data-analyse benadering je gebruikt.
DOEL: Receptief proces en nadien creatief proces adequaat uitvoeren.
- Receptief proces:
- Over welke subthema’s wordt er onderzoek uitgevoerd? (Mapping)
- Hoe concepten gedefinieerd en gemeten?
- Welke factoren en processen belangrijk?
- Wat zijn de achterliggende filosofische veronderstellingen?
→ Bij KIA en TA: nieuwe kennis komt deductief tot stand
Receptieve proces bepaald waar je naar gaat zoeken in data en wat voor data
je gaat verzamelen.
→ Bij GT: Nieuwe kennis komt inductief tot stand
Bestaande concepten/bevindingen kunnen je gevoelig maken voor het belang
van fenomenen, maar sturen richting van je analyses niet.
- Creatief proces:
= Hoe kan je iets nieuws toevoegen, waar schiet literatuur te kort?
Laten stimuleren door:
- suggesties in wetenschappelijke literatuur (door andere onderzoekers)
- Eigen kennis en ervaringen
- Type vragen van kwal. onderzoek toepassen op thema
- Onderzoeksthema benaderen vanuit andere filosofische paradigma’s
Literatuur presenteren:
- Aanduiden naar welke (sub)thema’s onderzoek werd uitgevoerd
- Aanduiden op welke manier je onderzoeksvragen voortbouwen op gelezen literatuur
- Hierover synthese uitschrijven
- Duidelijk laten zien waarin jouw onderzoek innovatief is
5) Filosofische paradigma’s
6) Resultaten van je data-analyse
3