100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

anatomie fysiologie zintuigenIn deze samenvattingen heb ik de colleges, e-learnings en soms filmpjes samengevat. Met deze samenvatting heb ik met een 9 het tentamen behaald! Bekijk ook gerust mijn andere samenvattingen. - Afweer en immuniteit - Zintuigen

Rating
-
Sold
1
Pages
34
Uploaded on
13-11-2022
Written in
2022/2023

In deze samenvattingen heb ik de colleges, e-learnings en soms filmpjes samengevat. Met deze samenvatting heb ik met een 9 het tentamen behaald! Bekijk ook gerust mijn andere samenvattingen. - Afweer en immuniteit - Zintuigen (oor, oog, neus en neusbijholten) - Geslachtsorganen man en vrouw - Hormonen - Zenuwstelsel samen met de functies van de hersenen - Nieren en urinewegen - Huid en tempratuurregeling

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 13, 2022
Number of pages
34
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Anatomie – zintuigen

1. uitleggen welke factoren van belang zijn bij het onderscheiden van prikkels.
2. bouw, werking en functies oog, uitleggen
3. bouw, werking en functies oor en neus uitleggen
Bij zintuigen vooral focussen op delen van reuk, evenwicht en gehoor. Niet hele moeilijke delen van
neus leren


Algemene termen/ informatie
Sensorpotentiaal/receptorpotentiaal: een elektrisch signaal (prikkel die is omgezet naar elektrisch
signaal.
Exteroreceptoren: sensoren die reageren op prikkel van buiten het lichaam
Interoreceptoren: receptoren die reageren op prikkels van binnen het lichaam.
Propri(re)ceptoren: interoreceptore die informatie geven over het bewegingsapparaat.

Prikkeldrempel: minimale prikkel die nodig is om voorgeleiding van elektrische signalen te
veroorzaken.
Adequate prikkel: reageert de sensor op een specifiek prikkel die bij die sensor hoort
Speciefieke gevoeligheid: een lagere prikkeldrempel voor de adequate prikkel dan voor de niet-
adequate prikkel.
Specifieke gewaarwording: iedere sensor is gebonden aan zijn “eigen” deel van het sensorisch
hersenschors.
Adaptatie = gewenning
Negatieve adaptatie: een even sterke prikkel maar zintuig stuur minder (sterke) elektrische signalen.
Positieve adaptatie: omgekeerde. Worden steeds meer elektrische signalen naar hersenen gestuurd.
Bijv. van een lichte kamer naar een donkere kamer loopt.




Het oog
Bouw oog
Bestaat uit 3 lagen van buiten naar binnen:
• Sclera (harde oogrok):
Harde laag die oog beschermd en stevigheid geeft. Omgeven door een slijmvlies, aan de
voorkant doorzichtig (cornea (hoornvlies)) om licht door te laten. En cornea zorgt voor
lichtbreking.
• Uvea (het druifvlies): bestaat uit 3 delen:
o Choroidea (vaatvlies). Zorgt voor bloedtoevoer naar retina (netvlies). Vormt grootste
deel druivenvlies.
o Corpus cilliare (straallichaam). Net achter overgang sclera naar cornea. Zorgt voor
aanmaak kamervocht. En punt waar spieren lens verbonden aan buitenkant oog zijn.
o Iris (regenboogvlies). Verkleint/vergroot de pupil (gat in iris).
m. sphincter pupillae: pupil vernauwer
m. dilatator pupillae: pupilverwijder.
Beide spieren bestuurd door n. oculomotorious.
• Retina (netvlies)
Door chemisch reactie licht omgezet naar prikkel . deze prikkel via meerdere cellen
doorgestuurd naar hersenen. De axonen van deze cellen komen samen toto slierten en
vormen staafjes en kegeltjes

, Bestaat uit 2 soorten receptoren die licht op vangen.
o Staafjes: beweging en zwart-witte vormen. Meerdere staafjes met 1 zenuwcel
verbonden. Waardoor waarneming minder scherp.
o Kegeltjes: kleur en details. 1 kegeltje met 1 zenuwcel
Gebieden netvlies:
o Macula (gele vlek): recht achter pupil, bevat veel kegels. Midden in vlek is netvlies
dunner. De Fovea (centrale groeve). Bestaat uit alleen kegels en is punt waarmee
scherpst gezien wordt.
o Papil (blinde vlek): punt waar retina over gaat in n. opticus. Liggen geen staafjes of
kegeltjes




Van de buitenzijde van het oog zijn zichtbaar:
• oogleden
• cornea (hoornvlies)
• iris ( regenboogvlies
• pupil
• sclera (harde oogrok/oogwit)

het oog bevindt zich in de orbita ( oogkasholte). Het oog is omgeven door vetweefsel, oogspieren,
ooglidspier en botweefsel (oogkas).
Orbita heeft een beschermende functie en zitten gaten en spleten in voor zenuwen en bloedvaten.
Netvlies: registeert de beelden. De oogzenuw stuurt het door naar de hersenen. De oogzenuw loopt
vanuit de achterzijde oog naar de hersenen. Ook loopt langs de oogzenuw, bloedvaten in en uit het
oogrok.




Het oog heeft 2 lenzen:
• cornea (hoornvlies)
• ooglens: is in staat om te accomoderen waardoor je beelden op elke afstand scherp
waarneemt. De beelden in oog worden omgekeerd geprojecteerd. In hersenen wordt beeld
weer rechtop waargenomen.

In het oog:
• cornea

, • conjunctiva (slijmvlies) (bindvlies, ise de slijmvliesbekleding van : de binnenzijde van
oogleden en de buitenzijde van de bulbus oculi (oogbol). Heeft ook een immologische
functie, zodat m.o. deels onschadelijk kunnen worden gemaakt).
• iris
• lens
• macula (gele vlek)
• m. rectus/obliques (oogspier)
• vena vorticosa (bloedvat)
• n. opticus (oogzenuw)
• fotoreceptoren: sturen verschillende elektrische impulsen voor kleuren en lichtsterkte




het oog heeft 2 oogkamers, de voorste oogkamer (VOK, ligt tussen het hoornvlies en iris) en de
achterste oogkamer (AOK tussen iris en lens). Beide kamer zijn gevuld met transparant kamervocht.
En wordt aangemaakt door het straal lichaam in achterste oogkamer. Gaat door de pupil door naar
VOK. En daar wordt het afgevoerd door het kanaal van schlemm. En komt in bloedsomloop.
Om je oog zit veel vet, wat als een soort buffer werkt.

afmetingen oog: ook leren?? Niet leren
• dikte cornea: 0,55 mm
• ACD: afstand van voorvlak van hoornvlies (epitheelzijde) tot voorvlak lens. 3.1-3.2 mm
• Lens: de afstand van het voorvlak van hoornvlies tot achtervlak ooglens. 7.2 mm
• Aslengte: afstand hoornvlies tot achtervlak (netvlies). 23.0-23,5 mm. Bij de meeste mensen
bevinct de aslengte tussen 22-25 mm. Bij mannen is het oog iets langer dan bij vrouwen (+0,4
-0,55 mm)

Refractie afwijkingen:
• Myopie (bijziendheid)
• Hypermetropie (verziendheid)
• Cylindrische afwijkingen -> de lens zelf heeft inwendig een brekingsafwijking.
• Prebyopie (ouderdomsverzienheid) (bolling van lens gaat steeds minder soepel)




Palpebrae (oogleden)
Beschermen ogen tegen stof en licht, uitdroging en vreemde voorwerpen die op ons afkomen.
Bestaan uit:
• M. levator palpebrea. Sluit bovenste ooglid en houdt hem omhoog.
• Cilia (wimpers): beschermen oog tegen kleine stofjes. Erg tastgevoelig -> sluiten
• Tunica conjunctiva palpebrarum (oogbindvlies) slijmvlies in bovenste ooglid
• Tarsus superior ( bindweefselplaat). Geeft stevigheid aan ooglid

, • Traanpunt. Kleine opening van traankanalen in rand van ooglid. Afvoer voor traanvocht.
• Meibom- kliertjes: binnekant ooglid en maken vetlaag aan voor traanfilm.

Functie knipperen:
• Mechanische beschermingoog
• Optimaliseren traanfilm
• Verspreiden traanvocht over oogoppervlak
• Verspreiden vetlaag van traanfilm
• Bevorderen afgifte talg uit meibom klieren (talgklieruitgangetje ooglid)
• Verwijderen vuil/afvalproducten

Hoornvlies / Diptrieën (D):
hoornvlies. Voorste gedeelte sclara. En breekt licht stralen zodat ze op de retina (netvlies) komen.
diptrieën wordt de brekingssterkte van de les mee uitgedrukt. Hoe groter, hoe sterker de lens. De
lens is opgehangen aan spiertjes en peesjes. Brekingssterkte hoornvlies 40 en 45 D
sterkste licht breking. En eerste lichtbreking




Conjunctiva (bindvlies)
Is de slijmvliesbekleding van de binnenzijde ogleden en de buitenzijde oogbol (bulbus ocili)
Houdt vorm van oog intact en zorgt voor voeding van oogbol.




Het kamerwater wordt gemaakt door het corpus cilaire (c.c. / straallichaam). In het c.c. , (op de
tekening aangegeven met 1) met name in het ciliare epitheel en bloedvaten bevinden zich beta-
adrenerge receptoren die een rol spelen bij productie van kamerwater. Het kamerwater stroomt
vanuit de achterste oogkamer (ruimte tussen de iris en de lens) door de pupil heen(2) naar de
voortste oogkamer (tussen iris en hoornvlies. Het kamerwater zorgt voor aanvoer van
voedingsstoffen en zuurstof.

Pp: oogleden met tril haartjes maken talg. En gaat samen met het traanvocht over je oogbol
(traanfilm)
In hoekjes bij lens, wordt vocht uit VOK weer afgevoerd. Gaat dit niet goed, krijg je glaucoom.
➔ Hoge druk → beschadiging.
$3.60
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
inge_terschure Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
3 year
Number of followers
6
Documents
18
Last sold
5 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions