Boek H1: Inleiding
Toxinen, antigenen en micro-organismen hebben een directe verbinding met het lichaam
vanuit de pulpa. De cellen van de humorale en cellulaire afweer hebben echter geen toegang
tot de pulpa. Bij infectie heeft het lichaam dus hulp nodig voor het bestrijden.
Bij het foramen apicale van elke wortelpunt en bij de accesoire kanalen vormt het
endodontium een overgang naar het parodontium, het gebied rond de wortelkanalen wordt
ook wel het de periapex genoemd.
Op röntgenfoto’s worden alleen de grote kanalen van de pulpa weergeven, in het echt is het
wortelkanaalsysteem nog veel complexer.
Boek H2: Gevaren voor de pulpa
Een lek in de glazuurlaag stelt het endodontium bloot aan toxines en antigenen uit de
buitenwereld, met als gevolg een lokale ontsteking. Pulpaletsel kan twee oorzaken hebben:
- Natuurlijk trauma --> attritie, cariës, paradontopathie, abrasie, erosie, misvormingen
mechanisch trauma en cervicale, externe wortelresorptie.
- Iatrogeen trauma
Ook erfelijke ziektes, verworven systeemziektes en leeeftijdsdefecten kunnen voor
pulpaletsel zorgen. De aandoeningen die de pulpa bedreigen hebben vaak een achterstand
in de ontwikkeling van secundair en tertiair dentine, of leiden tot het ontstaan van
abnormaal grote of open pulpahoorns.
Attritie
Toxinen en antigenen kunnen door de afgesleten glazuurlaag via de dentinetubuli de pulpa
bereiken. Aan het pulpale einde van de tubuli vormt zich een ontsteking in het pulpaweefsel.
De geprikkelde odontoblasten produceren peritubulair dentine wat de tubuli afsluit.
Daarnaast wordt materiaal afkomstig uit speeksel en dentinevloeistof neergeslagen wat
mogelijk ook voor de gedeeltelijke afsluiting van de tubuli zorgt. Deze processen zorgen
ervoor dat het glazuurlek wordt gedicht en dat de pulpa kan herstellen.
Cariës
Cariës is tegenwoordig de grootste oorzaak van pulpitis en pulpanecrose. De reactie van de
pulpa bestaat uit verschillende fases:
1. Al bij een glazuurlaesie reduceert het odontoblast-predentinegebied onder de laesie
en vermindert het aantal odontoblasten.
2. Bij aankomst in het dentine ontstaan er chronische ontstekingscellen en worden er
bloedvaatjes aangelegd onder de verstoorde odontoblasten
3. Immuunreacties en ontsteking leiden tot weefselbeschadiging. De destructie van het
pulpaweefsel wordt veroorzaakt door de microbiële producten en producten van het
ontstekingsproces.
4. Een acute ontstekingsreactie treedt op wanneer de cariës het tertiaire dentine
bereikt, deze acute ontstekingsreactie correspondeert met de pijnklacht. Kleine
hoeveelheden micro-organismes dringen het pulpaweefsel binnen door de tubuli.
, 5. Necrose van pulpaweefsel kan zich al voordoen voordat de cariëslaesie de pulpa
heeft bereikt. Massale invasie van de pulpa door micro-organismen leidt tot
irreversibele pulpitis en pulpanecrose.
Parodontopathie
De pulpa en het parodontium gaan in elkaar over bij het foramen apicale en bij de
uitmondingen van de accesorische kanalen. Accesorische kanalen zijn het meest talrijk in het
apicale 1/3e gedeelte van de wortel, vooral bij de molaren. Verlies van parodontale hechting
leidt tot contact tussen mondholte en pulpa. Uit onderzoek is gebleken dat parodontopathie
geen bedreiging is voor de vitaliteit mits de periapex gespaard blijft.
Misvormingen
Misvormingen van de kroon en/of wortel kunnen ook de oorzaak zijn van pulpitis en
pulpanecrose, vaak is dit het gevolg van een min of meer directe blootstelling aan het
mondmileu.
- Foramen caecum: een diep gangetje in het glazuur wat tot ophoping van plaque met
cariës veroorzaakt.
- Dens invaginatus: een ernstige instulping van tandweefsel wat voornamelijk in de
12/22 voorkomt. In de bodem van de instulping kan het een directe opening naar de
pulpa vormen, maar cariës hier is de grootste dreiging voor de pulpa.
- Fusie: een tand in een tand
- Dens evaginatus: een uitstulping wat een extra spitse knobbel op het occlusale vlak
vormt. Komt vaker voor in de ondermolaren dan in de bovenmolaren. Ook komt een
dens evaginatus meestal voor bij Aziaten. Deze soort knobbel heeft een uitloper van
de pulpahoorn, wanneer deze knobbel dus afslijt vindt er vaak een pulpaexponatie
plaats.
- Diepe wortelgroeve kan tot een opening tussen mondmileu en wortelkanaal vormen.
De groeve manifesteert zich meestal palatinaal van de bovenincicieven
Mechanisch trauma
- Ongecompliceerde kroonfractuur: een groot aantal dentinetubuli naar de mondholte
wordt geopend.
- Gecompliceerde kroonfractuur: de pulpa wordt in rechtstreeks contact met de
mondholte gesteld.
o Wanneer de bloedcirculatie (luxatieschade) wordt afgesloten is er een grotere
kans op necrose
Cervicale externe wortelresorptie
Door de apicaalwaartse verplaatsing van het aanhechtingsepitheel komen de dentinetubuli
open te liggen. Worteldentine heeft minder tubuli dan kroondentine en is daarmee minder
doorlaatbaar.
Boek H3: Pulpapathologie
De innervatie van een gebitselement bestaat voornamelijk uit sensibele zenuwvezels Type C-
vezels die hun oorsprong hebben in het ganglion terminale. Er bestaan 4 soorten
accesorische kanalen:
- Apicale accesorische kanalen