Deel 1: Oefenvragen trillingen
1. Geef een natuurkundig correcte omschrijving van een trilling.
2. Geef een natuurkundig correcte omschrijving van de trillingstijd van een trilling.
Van een trillend voorwerp is in figuur 1 het (u.t)-diagram gegeven.
3. Bepaal de amplitude. 6
4. Bepaal de frequentie. u (cm)
4
5. Leg uit waarom je voor de
2 A
bepaling
0
maximumsnelheid van dit
voorwerp niet de formule -2 B
2pA -4
v= mag gebruiken.
T -6
6. Bepaal de maximum 0 10 20 30 40 50
t (ms)
snelheid van het
voorwerp. Figuur 1
7. Leg uit of er hier sprake is van een gedempte trilling.
8. Bepaal het faseverschil tussen punt A en B.
9. Bepaal de gereduceerde fase van punt B.
Een harmonische trilling kun je herkennen aan het (u.t)-
u
diagram.
10. Leg dit uit.
A
Bij een harmonische trilling is de uitwijking van de
evenwichtsstand recht evenredig met de herstel-kracht.
11. Leg uit welke grafieklijn van figuur 2 bij een B
harmonische trilling past en leg voor elke andere lijn
uit waarom ze er niet bij passen. D C
F
Figuur 3 is het (u.t)-diagram van een trillend voorwerp. Figuur 2
12. Geef een functiebeschrijving van deze trilling.
13. Bepaal de maximale snelheid 40
u (cm)
met behulp van de formule 30
20
2pA .
v= 10
T 0
14. Leid de bovenstaande formule af -10
uit de formules voor -20
-30
trillingsenergie en trillingstijd. -40
0 5 10 15 20
Figuur 3 t (s)