Boek
Guusje Faber
21 October y
Een weeffout in onze
sterren
‘Mijn vader reed en belde ondertussen het ziekenhuis, terwijl ik
achterin lag met mijn hoofd op mijn moeders schoot. Ik kon niets doen;
schreeuwen maakte het nog erger. Elke prikkel eigenlijk. De enige
oplossing was proberen de wereld ongedaan te maken, zwart en stil, terug
keren naar het moment voor de oerknal, naar toen het woord er was, en
om die leegheid alleen te zijn met het woord. Ik ben
jarenlang getreiterd en geprikt en vergiftigd en ik ben
er nog steeds. Maar vergis je niet: op dat moment zou
ik erg, erg blij zijn geweest als ik was doodgegaan.’
Dit boek gaat over Hazel. Hazel heeft longkanker en
zal niet meer genezen. Een medicijn houdt haar nog
een tijdje in leven. Op een dag ontmoet ze de liefde
van haar leven, maar die liefde kan helaas niet lang
duren....
Het boek leest wel makkelijk, maar het
taalgebruik is soms complex. Er staan veel dialogen in
het boek waarin de hoofdpersonen op een intelligente manier de discussie
aangaan. Het boek is een doorlopend verhaal en geen losse fragmenten
zodat het prettig leest. Het verhaal wordt vertelt vanuit de hoofdpersoon
Hazel Grace. Er wordt niet gewisseld van perspectief waardoor je als lezer
erg betrokken wordt bij de hoofdpersoon. Het thema van het verhaal is
omgaan met sterfelijkheid, want ze weet dat ze niet lang meer zal leven
en dat probeert ze te accepteren. De motieven van het verhaal zijn
sarcasme, liefde, vriendschap, acceptatie en verdriet. De hoofdpersoon is
BOEKOPDRACHT 3
Guusje Faber
21 October y
Een weeffout in onze
sterren
‘Mijn vader reed en belde ondertussen het ziekenhuis, terwijl ik
achterin lag met mijn hoofd op mijn moeders schoot. Ik kon niets doen;
schreeuwen maakte het nog erger. Elke prikkel eigenlijk. De enige
oplossing was proberen de wereld ongedaan te maken, zwart en stil, terug
keren naar het moment voor de oerknal, naar toen het woord er was, en
om die leegheid alleen te zijn met het woord. Ik ben
jarenlang getreiterd en geprikt en vergiftigd en ik ben
er nog steeds. Maar vergis je niet: op dat moment zou
ik erg, erg blij zijn geweest als ik was doodgegaan.’
Dit boek gaat over Hazel. Hazel heeft longkanker en
zal niet meer genezen. Een medicijn houdt haar nog
een tijdje in leven. Op een dag ontmoet ze de liefde
van haar leven, maar die liefde kan helaas niet lang
duren....
Het boek leest wel makkelijk, maar het
taalgebruik is soms complex. Er staan veel dialogen in
het boek waarin de hoofdpersonen op een intelligente manier de discussie
aangaan. Het boek is een doorlopend verhaal en geen losse fragmenten
zodat het prettig leest. Het verhaal wordt vertelt vanuit de hoofdpersoon
Hazel Grace. Er wordt niet gewisseld van perspectief waardoor je als lezer
erg betrokken wordt bij de hoofdpersoon. Het thema van het verhaal is
omgaan met sterfelijkheid, want ze weet dat ze niet lang meer zal leven
en dat probeert ze te accepteren. De motieven van het verhaal zijn
sarcasme, liefde, vriendschap, acceptatie en verdriet. De hoofdpersoon is
BOEKOPDRACHT 3