100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting systeemfysiologie (fysiologie van de orgaanstelsels): gastro-intestinaal stelsel

Rating
-
Sold
1
Pages
42
Uploaded on
12-10-2022
Written in
2018/2019

Samenvatting van het vak systeemfysiologie (huidige naam: fysiologie van de orgaanstelsels), onderdeel gastro-intestinaal stelsel. Gemaakt aan de hand van de slides. Score: 18/20

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 12, 2022
Number of pages
42
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

SYSTEEMFYSIOLOGIE
GI + ENDOCRIEN
Academiejaar 2018-2019




Bronnen:
Samenvatting gemaakt a.d.h.v. de lessen en PowerPoint’s van Prof. Dr. Dirk Snyders
Afbeeldingen afkomstig van de PowerPoint’s van Prof. Dr. Dirk Snyders & afkomstig uit Boron, W. &
Boulpaep E. L. (2017). Medical Physiology. Philadelphia: Elsevier

,Gastro-intestinaal stelsel
Functies van het GI systeem
 Motiliteit
 Secretie
 Digestie
 Absorptie
 (Immunologisch)

Anatomie
 Maagdarmstelsel= “ aaneensluiting van holle compartimenten welke gescheiden zijn door sfincters
o Sfincters: bovenste en onderste oesophageale sfincter, pyloris, ileocecale klep en anale sfincters
 Belangrijke klieren: parotis, lever, galblaas, pancreas
 Opbouw van de wand van maag-darm stelsel
o Epitheel, mucosa, circulaire en longitudinale gladde spieren

Motiliteit:
=contractie gladde spieren in GI stelsel
2 types:
 Voortstuwende bewegingen (peristalsis)
o Men krijgt downstream een receptieve relaxatie van de
spierwand en upstream een contractie van de
spierwand  gevolg: voedselbolus wordt door deze
gecombineerde relaxatie en contractie naar caudaal
gestuurd
 Mengbewegingen (churning, segmentation)
o Verschillende contracties en relaxaties ter plekke, de
voedselbolus beweegt op en af  kan verder gemengd
worden met de secreten

Bewegingsrichting in maagdarmstelsel: van mond naar anus/ craniocaudaal, er is wel een uitzondering namelijk braken



Secretie
 Er zijn verschillende klieren die materiaal secreteren naar het lumen toe  digestiemogelijk maken
 Secreties bevatten: water, elektrolyten, enzymatische componenten en meestal speciaal eiwit ( Mucines: zie verder)

Digestie
 Wat zit er in voeding: biopolymeren, glycogenen, polysacchariden en polypeptiden
o Allemaal grote moleculen  moeten eerst afgebroken worden in kleinere absorbeerbare moleculen
 Carbohydraten (vnl polysacchariden)  di/trisacchariden  monosacchariden  glycose/galactose/fructose
 2 stappen proces
o (voor zowel polysacchariden als voor polypeptiden)
o Eerst in lumen gefragmenteerd in kleinere oligosachariden en oligopeptiden
o In een tweede fase: dmv brush border enzymen in resorbeerbare units afgebroken worden

Absorptie
 Grootste deel in dunnedarm (vooral in eerste gedeelte, dus duodenum en jejenum)
 Speciaal circulatiesysteem: arterieel bevloeid uit aorta  transport via V. porta  lever  bloedbaan
o Arterieel: arteria mesenterica
o Veneus: via de vena porta  lever (en pas nadien gaat het materiaal naar de bloedbaan van de systemische
circulatie)
o Alles wat in de dunne darm opgenomen wordt passeert eerst de lever voordat het de rest van het organisme
bereikt
 Dit heeft gevolgen voor vb insulinesecretie in de pancreas ( afvoer van pancreas gaat ook via vena
porta  lever dan vena cava




1

,Regulatie/ secretie: algemene mechanismen
 Motiliteit en secreties worden gereguleerd op verschillende niveaus
 ENS: enterisch zenuwstelsel
o Systeem van 2 plexussen:
 myenterische plexus: gaat vooral motoriek beïnvloeden
 submucosale plexus: vooral secreties beïnvloeden
 Zijn sets van neuronen die onderling met elkaar
verbonden zijn, sensorische input krijgen en
effectors hebben
 Zorgen voor: activiteit endocriene cellen en secretoire cellen, en lokale coördinatie van de
spierlagen die peristaltiek en mengbeweging bewerkstelligen
 Er is ook para en ortho sympatische beïnvloeding van het systeem
o Parasympatisch: gaat zowel secreties als motiliteit stimuleren
 Nervus vagus
o (denk bijvoorbeeld ook aan de Hond van Pavlov)



Glandulae motiliteit
Slikbeweging

 Slikcentrum zit in medulla oblongata (hier ook controle braakreflex)
 Kan vrijwillig maar gebeurt meestal autonoom
 3 fasen
o Orale fase (“vrijwillige gedeelte”): voedselbolus wordt afgesplitst en komt in farynx terecht
 Lokt hier stretch van farynx uit  stretch wordt gedetecteerd  gaat slikreflex initiëren
o Faryngeale fase
 Uitgangen die niet gebruikt worden moeten afgesloten worden
 Zacht gehemelte sluit uitgang van neus af
 Epiglottis sluit uitgang naar trachea af
 Bovenste oesofageale sfincter (in rust gesloten) gaat op dit ogenblik open
o Oesofageale fase
 Peristaltische golf die doorheen slokdarm loopt en voedselbolus voortstuwt
 Primaire peristaltische golf: voedselbolus van bovenste naar onderste oesofageale sfincter krijgen
 Indien men niet voldoende gekauwd heeft  voedselbolus vast zit
 Lokale stretch van slokdarm zal een secundaire peristaltische golf creëren  tweede
contractiegolf ontstaat
 Onderste oesofageale sfincter is normaal gesloten  wnr slikbeweging start gaat er hier al vorm van
receptieve relaxatie zijn
 Peristaltische golf die van bovenaf komt gaat ervoor zorgen dat onderste oesofageale
sfincter sluit op moment voedselbolus gepasseerd is


Mond:
kauwen (vrijwillig, maar grotendeels onbewust reflexmatig)
 Mixing met speeksel (mucus + amylase +water)
o Voedsel wordt glibberiger  kan makkelijke naar oesofagus toe
o Digestie/ vertering van koolhydraten door amylase
 Mechanisch afbreken van voedsel
o In kleine stukjes  eenvoudiger door te slikken
o Vergroting oppervlakte die blootgesteld aan secreties  makkelijkere vertering




2

, Farynx
 ‘doorgeefluik’
 (via de neus kan men ook in de farynx terechtkomen)
 Van hieruit kan men naar trachea of naar oesofagus
 Voedsel inslikken
o Doorgaan naar neus en trachea afsluiten
o Tijdens slikken moet men zien dat men geen ademhalingsbeweging doet
 Coördinatie slikken/ ademhaling

 Passieve pathway
 Zie figuur

Oesofagus
 Bovenste oesofageale sfincter (sluit langs kant van farynx af)
 Onderste oesofageale sfincter (sluit langs kant van de maag af)
o Zorgt ervoor dat zure inhoud niet in maag terechtkomt
o Als dit wel gebeurt  lokale irritatie en inflammatie
o Structuur van diafragmaspier rond de oesofagus helpt mee de reflux te beletten
 Transport voedselbolus via peristaltische actie

Maag
 Maag: (fundus), corpus, antrum en pylorus
o Maaginhoud in rust: 50 ml (= ongeveer gelijk aan volume borrelglaasje)
 Maar kan uitzetten tot ongeveer 1.5 liter, zonder dat de druk toeneemt
 Receptieve relaxatie
o Er zijn verschillende mengbewegingen met maagvocht (begin vertering)
o Gecontroleerde lediging van de maag via de pylorus naar het duodenum
o Reservoir functie van de maag:
 Van belang: duodenum gaat rest van digestie en absorptie starten
 Duodenum heeft maar gelimiteerde capaciteit  materiaal blijft in maag -, maar langzaam kleine porties
naar duodenum
o Motiliteit van de maag:
 Gladde spiercellaag in maag fungeert als elektrische syncytium
 Gladde spiercellen zijn met elkaar geconnecteerd via gap junctions
 Bovenaan corpus is er pacemaker zone: hier ontstaat depolarisatiegolf van gladde spiercellen die
zich verspreid over rest van maagwand
o Depolarisaties (slow waves)
 Tijdens de actiepotentiaal  meer krachtige contractie
 Contracties van belang voor:
o Elimineren van materiaal over de pylorus naar duodenum
o Fenomeen van retropulsatie (ondersteunt de mengbeweging)
 Antrum (laatste deel maag):
o Voedselbolus komt terecht in antrum
o Veel sterkere contracties zodat stuk in antrum afgesloten wordt
o Contracties nemen verder toe  er wordt zeer hoge druk
opgebouwd
o Als zone op bepaald ogenblik relaxeert  materiaal wordt ‘terug
gespoten’ in rest van lumen  mengbeweging wordt versterkt
o = fenomeen van retropulsie
 Enkel zeer kleine stukjes kunnen doorheen de pylorus passeren
 Hoe vlot of hoe traag materiaal wordt opgenomen
o Glucose (suikerwater)  niet veel digestie nodig  kan maag snel verlaten
o Materiaal dat gemengde/ verschillende voedselcomponenten bevat  digestie gaat trager/ ong 4 uur)
o Knikker inslikken: knikker is groter dan 2 mm, kan pylorus niet passeren. Zal er echter wel uitkomen maar pas later
wanneer dat in de interdigistieve fase een migrerend myoelektrisch complex gestart wordt  situatie waarbij pylorus
verder open gaat zodanig dat materiaal dat in maag aanwezig is ontruimd kan worden
 Regulatie maaglediging
o Als zuur in duodenum aankomt  S-cellen worden gestimuleerd om secretine vrij te stellen

3
$3.61
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
biomed2017 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
105
Member since
3 year
Number of followers
37
Documents
28
Last sold
1 month ago

3.3

4 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions