Hoofdstuk 11 Demyeliniserende ziekten
Demyeliniserende ziekten zijn ziekten van het centrale zenuwstelsel die gekenmerkt zijn door het
optreden van ontstekingen en littekens in de witte stof van hersenen en ruggenmerg. Door de
ontsteking wordt de witte stof, het myeline, aangetast (plaque/laesie/letsel genoemd) terwijl de
axonen relatief gespaard blijven. Deze functioneren slechter door ontbreken van de
myelineschede.
Multipelesclerose is meest voorkomend hierbij.
11.1 Multipele Sclerose
Komt vaker voor bij jonge mensen en bij vrouwen.
Ziekteverschijnselen
Verschijnselen (beschreven door Karin Spaink):
- Soort zeeziek-gevoel
- Extreem moe (vooral na activiteit)
- Overbelaste nekspieren
- Blinde vlekken in ogen
- Tics in spieren
- “Kippenvel in het hoofd/schedel”
- Praten en luisteren is te vermoeiend
- Begreep niet wat mensen vertelden
- Veel slapen
Oogverschijnselen:
- Ontsteking van de oogzenuw (neuritis retrobulbaris, vaak 1e verschijnsel MS)
- Stoornissen in oogbewegingen, zoals dubbelzien
Neuritis retrobularis
Ontsteking van de oogzenuw achter de oogbol.
Verschijnselen (ontstaan in loop van enkele dagen):
- Pijnlijk gevoel in het oog
- Ernstige eenzijdige daling van het gezichtsvermogen
- Uitval van gezichtsveld (scotoom genoemd) met een grillige begrenzing. (Visus
herstelt soms in de loop van een aantal weken, vaak blijft er een
gezichtsvelduitval die patiënt zich meestal niet bewust is.)
Dubbelzien
Dubbelzien bij MS is vaak gevolg van uitval van 4e hersenzenuw (n.abducens).
Cerebellaire verschijnselen:
- Dysartrie (gescandeerde spraak)
- Intentietremor (tremor bij doelgerichte bewegingen)
- Ataxie (vooral bij lopen opvallend, onzeker, wijdbeens, met extra pasjes voor evenwicht
lopen. Ataxie kan ook aan één arm voorkomen)
Piramidebaanverschijnselen:
Deze verschijnselen ontstaan dikwijls in het begin, maar altijd tijdens het verdere verloop van de
ziekte.
- Bepalen vooral de invaliditeit
- Symptomen ontstaan sluipend, meestal assymetrisch en vooral aan de benen
- (In het begin) klachten van vermoeidheid en stijfheid, vooral bij langer lopen