EC Economische modellen
H1 Conjunctuur en structuur
Het BBP geeft de omvang van de economie van een land
weer.
Drie manieren om de omvang te meten:
Totale productie: Toegevoegde waarde van bedrijven en
overheid.
Som van alle primaire inkomens: Loon, rente, huur, pacht
en winst.
Som van de totale bestedingen: Alle bestedingen gedaan
door consumenten, bedrijven, overheid en het buitenland
(effectieve vraag).
De ontwikkeling van het BBP is de economische groei.
BBP = waarde productie x volume
Welvaart neemt toe als productie toeneemt.
Welvaart neemt niet toe als de waarde stijgt.
BBP neemt nominaal wel toe, reëel niet.
Sectoren binnen de economie:
, Hoeveel men in een land kan produceren, hangt af van de productiecapaciteit: de
maximale hoeveelheid goederen en diensten die in een bepaalde periode kan
worden voortgebracht als alle productiefactoren (kapitaal, arbeid, natuur en
ondernemerschap) volledig zijn ingeschakeld.
Er is een verschil tussen de productiecapaciteit en de daadwerkelijke productie in
een land. Deze verhouding wordt weergegeven door de bezettingsgraad:
productie
Bezettingsgraad¿ productiecapaciteit x 100%
Recessie: negatieve economische groei (krimp) gedurende 2 achtereenvolgende
kwartalen.
Gevolgen: - dalend consumentenvertrouwen C
- ondernemers aarzelen met investeren I
- EV W Uc
Oplossingen - overheidsbestedingen verhogen
- belastingen verlagen
- overheidssubsidies verhogen
H1 Conjunctuur en structuur
Het BBP geeft de omvang van de economie van een land
weer.
Drie manieren om de omvang te meten:
Totale productie: Toegevoegde waarde van bedrijven en
overheid.
Som van alle primaire inkomens: Loon, rente, huur, pacht
en winst.
Som van de totale bestedingen: Alle bestedingen gedaan
door consumenten, bedrijven, overheid en het buitenland
(effectieve vraag).
De ontwikkeling van het BBP is de economische groei.
BBP = waarde productie x volume
Welvaart neemt toe als productie toeneemt.
Welvaart neemt niet toe als de waarde stijgt.
BBP neemt nominaal wel toe, reëel niet.
Sectoren binnen de economie:
, Hoeveel men in een land kan produceren, hangt af van de productiecapaciteit: de
maximale hoeveelheid goederen en diensten die in een bepaalde periode kan
worden voortgebracht als alle productiefactoren (kapitaal, arbeid, natuur en
ondernemerschap) volledig zijn ingeschakeld.
Er is een verschil tussen de productiecapaciteit en de daadwerkelijke productie in
een land. Deze verhouding wordt weergegeven door de bezettingsgraad:
productie
Bezettingsgraad¿ productiecapaciteit x 100%
Recessie: negatieve economische groei (krimp) gedurende 2 achtereenvolgende
kwartalen.
Gevolgen: - dalend consumentenvertrouwen C
- ondernemers aarzelen met investeren I
- EV W Uc
Oplossingen - overheidsbestedingen verhogen
- belastingen verlagen
- overheidssubsidies verhogen