Zuurstof toedienen:
- Eerst kijk je hoeveel zuurstof je hebt, dus hoeveel er in een fles zit.
- Dan doorrekenen hoe lang je hiermee zuurstof kan geven
- Druk, manometer en atmosfeer betekenen alle drie hetzelfde: dat doe je
keer de omvang van de tank (dus hoe groot de tank is)
- Stap 1: de druk die wordt aangegeven x hoe groot de tank is = aantal liter o2
op voorraad
- Stap 2: Het aantal liter dat je hebt uitgerekend bij stap 1 : door wat er nodig is
per minuut
Druppelsnelheid = aantal druppels per minuut
- 1 ml = 20 druppels
- 1 liter = 1000 ml
- aantal ml : aantal uur = ml per uur
- (aantal ml x 20) : (aantal uur x 60) = aantal druppels per minuut
(druppelsnelheid)
Verdunnen:
- (% van voorschrift x aantal ml) : aanwezig voorschrift = uitkomst is aantal
water
- Hoeveel ml neem je van de voorraad?
- Hoeveel ml water voeg je toe?
- Wat moeten we maken (gewenst): wat is er aanwezig
Medicatie in %:
- 1% is 10 mg in 1 ml
- 10% is 100 mg in 1 ml
- Van ml kan je geen mg maken, en van mg kan je niet ml maken.
Pompsnelheid:
- Pompstand geeft het aantal ml per uur aan.