100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Pyschologie van de Adolescentie samenvatting hoofdstuk 1 en 2 en 3 en 4

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
17-09-2022
Written in
2021/2022

H1, H2, H3, H4 Goede samenvatting van dit boek. Zie ook mijn andere samenvatting over dezelfde stof.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H1, h2, h3, h4
Uploaded on
September 17, 2022
Number of pages
5
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Psychologie van de adolescentie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Adolescentie: een eerste typering. Adolescentie: tijd tussen kinderjaren en volwassenheid, periode
van overgang. Biologisch rijpingsproces, zowel hormoonhuishouding als hersenen. Centrale
ontwikkelingstaak: ontwikkelen eigen identiteit.
Vroeg (10-13): lichamelijke rijping, psychoseksuele ontwikkeling, losmaking van de ouders. Midden
(14-18): experimenteren met keuzemogelijkheden. Laat (19-22): verplichtingen aangaan
(maatschappelijk en persoonlijk). Toevoeging: emerging adulthood, verlengde adolescentie (23-25):
langer doorleren en langzamer verantwoording nemen.
Puberteit en adolescentie. Puberteit: lichamelijke volwassenwording. Adolescentie: leeftijdsgroep
17-22; ook psychische ontwikkeling.
Moeilijke leeftijd? Verschil tussen normaal verschijnsel en ontwikkeling stoornis; 3 keer onderscheid:
1. Eenmalig/langdurig. 2. Spanning voor nieuwe taak / spanning storing ontwikkeling. 3. Oorsprong
vóór/in adolescentie.
Ontwikkelingspsychologisch uitgangspunt. Gericht op intra-individuele veranderingen, maar soms
ook op interindividuele verschillen. Longitudinaal onderzoek: vergelijking van individuen met zichzelf
op verschillende momenten in levensloop. Karakteristiek voor fase adolescentie: 1. Vormen eigen
identiteit en bereiken autonomie t.o.v. ouders. 2. Omgang innerlijke conflicten. 3. Niveau in cognitief
functioneren (zoals morele vraagstukken). Fasen controversieel. Soms verwoord in
ontwikkelingstaken. 1. Vormgeven veranderende relaties gezin. 2. Zorgdragen voor
gezondheid/uiterlijk. 3. Zinvol invullen vrije tijd. 4. Vormgeven intimiteit/seksualiteit. 5. Participeren
in onderwijs/werk. 6. Vriendschappen/sociale contacten onderhouden. 7. Omgang met autoriteit.
Ontwikkeling: samenhang tussen momenten (onderzoek door levenslooptraject). Er is ook
discontinuïteit. Continuïteit kent twee vormen: 1. Processen en mechanismen: bijv.: hechte relaties
hebben altijd stabiliserende functie, maar worden steeds anders vormgegeven. Continuïteit:
psychologisch verschijnsel, gedragingen verschillen. 2. Relaties tussen gebeurtenissen en ervaringen.
Continuïteit: kern van persoon, vroegere ervaringen voorspellen het latere functioneren. Invloeden
zijn discutabel.
Discontinue momenten zorgen voor plasticiteit van het individu; life events leveren belangrijke
bijdrage. Aandacht voor zowel continuïteit als discontinuïteit is nodig.
Ontwikkelingspsychopathologie richt zich op ondderzoek naar condities waaronder stoornissen in
ontwikkeling optreden. Complex samenspel tussen individu en omgeving bepaald richting
ontwikkelingstraject, rekening houdend met factoren: het gezinsklimaat, kunnen maken van
concrete toekomstplannen, keuze van vrienden, partnerkeuze (4). Dynamisch interactionisme:
mensen geven hun eigen omgeving vorm en worden vormgegeven door omgeving, ook wel
transactionele modellen.
Persoon-omgevinginteractie. 1. Passief: omgeving door biologische bloedverwanten aangeboden. 2.
Evocatief: roept (onbewust) reacties op uit omgeving. 3. Actief: selectie van vrienden en werkkring.
Adolescentie: passieve naar actieve interacties.
Adolescentie als periode van transities: 1. Biologisch: uiterlijk en seksueel. 2. Cognities: denken. 3.
Sociaal: andere rol, andere interesses in relaties en andere eisen.
Twee typen problemen: internaliserend (naar binnen gericht) en externaliserend (naar buiten).

, Hoofdstuk 2: Theorieën over de adolescentie
Inleiding: Geschiedenis van adolescentiepsychologie (va. 1900). 1900-1970: klassieke theorieën,
beperkt tot beschrijven. 1970-2000: contextuele theorieën, dieper ingaan op omgeving/context.
2000-nu: praktische theorieën, positieve kwaliteiten benadrukken en ontwikkeling optimaliseren.
Rol van theorieën: hoofdvragen: 1. Onderliggende opvatting/mensbeeld? 2.
Kwantitatieve/kwalitatieve ontwikkeling? 3. Bijdrage individu/omgeving? 4. Wat ontwikkelt?
Ontwikkelingstaken: reeks opgaven door het leven heen; vaardigheden nodig om opgaven te
volbrengen. Beïnvloed door biologische aspecten, omgeving en persoon zelf. Antwoord op
hoofdvragen vanuit theorie ontwikkelingstaken: 1. Biologie en maatschappij onderlinge
wisselwerking, persoon draagt actief bij aan ontwikkeling. 2. Kwalitatieve ontwikkeling,
ontwikkelingstaken. 3. Zowel individu als omgeving dragen bij. 4. Meerdere aspecten van
functioneren.
Normatieve invloeden door leeftijd omvatten biologische of omgevingsfactoren, ook historische
(normatieve) invloeden (zoals oorlog) en niet-normatieve invloeden (zoals ernstige ziekte, zware
ongevallen). Uiteindelijk drie soorten taken: 1. Alle jongeren van alle tijden. (! Kinderen) 2. Jongeren
in bepaalde periode in de geschiedenis. (! Jongvolwassenen) 3. Jongeren met grote persoonlijke
veranderingen. (! Ouderen).
Typen van theorieën: psychoanalytisch, sociaal-cultureel, cognitief; gericht op vraag 3 en 4; klassieke
ontwikkelingstaken, dus normatief en relatief tot leeftijd.
Psychoanalytisch (Sigmund Freud): emoties ontwikkelen, gestuurd door onbewuste strevingen of
driften. Bijzondere betekenis van kleuterperiode; onderdrukt in basisschoolperiode en opnieuw
ontketend in adolescentie. Nu gevaarlijker, want seksuele volwassenheid en lichamelijke kracht is
bereikt en deze impulsen moeten verdrongen worden. Ascetisme (plezier ontzeggen uit angst
controle te verliezen) en intellectualisering (emotionele/persoonlijke conflicten ontdoen van emotie
en ze filosofisch/abstract karakter geven). Later zag Anna Freud (dochter die Sigmunds werk
afmaakte) Storm and Stress als een normaal verschijnsel van adolescentie. Latere aanvullende
inzichten (relationele visie): 1. (Separatie-individuatiefase) Afstand van reële ouders door opbouwen
interne voorstelling ouderfiguren. 2. (Tweede Separatie-individuatiefase) Psychologisch/emotioneel
afstand van interne voorstellingen door omgang met mensen buiten gezin.
Klassieke drift-afweervisie en relationele visie spreken elkaar niet tegen.
Sociaal-cultureel (Margaret Mead): omgang door samenleving grote invloed op emotionele onrust.
Twee verklaringen tussen Westerse en niet-Westerse beleving van Storm and Stress. 1. Niet-
westerse samenleving simpeler: geen moeilijke beslissingen maken. 2. Niet-westerse samenleving
kent ontspannen houding t.o.v. seks voor het huwelijk. Conclusies ontvingen veel kritiek.
Cognitief (Piaget): Overgang van concrete denkwijze van een kind naar formeel/abstract zorgt dat
jongeren nadenken over hun eigen denken, waarbij realiteit ondergeschikt is aan wat mogelijk is.
Zorgt wel voor misvattingen m.b.t. zichzelf, daardoor o.a. onnodige risico’s.
Drie dimensies van Erikson: biologisch, sociaal en persoonlijk.
Contextuele theorieën: context is relaties van een persoon met een groep anderen die belangrijk
zijn. Tijdperk/geschiedenis als historische context is een voorbeeld.
Ecologische theorie beschrijft vier niveaus van interactie, die hiërarchisch georganiseerd zijn
(concentrische cirkels), van binnen naar buiten: 1. Microsysteem: meest directe beïnvloeding. 2.
Mesosysteem: relaties binnen microsysteem. 3. Exosysteem: indirecte beïnvloeding. 4.
Macrosysteem: cultuur, bevat alle systemen.
Historisch ligt voor de maatschappij een ontwikkelingstraject vast: sociaal pad van opleiding, werk,
trouwen, kinderen, etc.. Invloed van historische context in 4 basisprincipes: 1. Levensloop individu
ingebed door historische context. 2. Impact gebeurtenissen afhankelijk van moment plaatsvinden in

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marjavdwind Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
120
Member since
5 year
Number of followers
87
Documents
185
Last sold
3 weeks ago
Boekverslagen Econometrie @EUR

Ik ben Marja en heb econometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gestudeerd. Inmiddels ben ik klaar met de opleiding en upload ik vooral nog boekverslagen. Ik zit namelijk al meer dan 6 jaar op een leeskring waar we recente Nederlandstalige literatuur lezen. Ik probeer boekverslagen te maken van boeken die net nieuw zijn en dus nog weinig verslagen hebben.

4.1

14 reviews

5
9
4
1
3
2
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions