Leerstof examen Oriëntatie teelten
- Presentaties
De plantaardige sector:
- Bespreek de algemene kenmerken van de Vlaamse en
Waalse landbouwsector.
Vlaamse landbouw sector : wordt gekenmerkt door specialisatie,
schaalvergroting, verbreding (bijvoorbeeld een boer die grondwerken bij
doet) en innovatie.
Waalse lanbouw sector : wordt gekenmerkt door een homogene
samenstelling en een minder intensief karakter.
- Voor welke uitdagingen staat de plantaardige sector?
De sector staat in 2015 voor de uitdaging om heel wat nieuwe regelgeving
te implementeren in de praktijk. Zo is er het nieuwe gemeenschappelijk
landbouwbeleid (GLB), een nieuw mestactieprogramma (MAP5), de
toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM), ...
- Waarvoor staat GLB? Wat is de doelstelling en waaruit
bestaat het GLB?
GLB : Gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Doelstelling : een productievere landbouw voor een stabiele
voedselvoorziening tegen betaalbare prijzen en een redelijke
levensstandaard voor de landbouwers. Het GLB bestaat uit afzetsteun(De
EU wil dat de prijzen voor landbouwbedrijven stabiel en kostendekkend
blijven. Daarom voert de EU een markt- en prijsbeleid.), inkomstenssteun
( bestaat uit rechtstreekse betalingen die boeren niet alleen een
basisinkomen waarbrgen, maar er ook voor zorgen dat zij oog hebben voor
het leefmilieu.), plattelandsontwikkeling ( Elke lidstaat moet een nationaal
plan opstellen voor het plattelandsbeleid).
- Vanaf 1 januari 2014 is elke Europese land- en tuinbouwer
verplicht de basisprincipes van IPM tot te passen. Waarvoor
staat IPM en wat zijn deze basisprincipes?
IPM : Geintegreerde gewasbescherming = alle mogelijke
bestrijdingsmiddelen geintegreerd toegepast moeten worden zodat
schade aan planten onde de economische schadedrempel wordt
gehouden.
Doel : Landbouw verduurzamen
3 basisprincipes : Preventie of schade voorkomen, Waarnemingen of
monitoring en bestrijding.
Actoren binnen de sector:
- Wat is de kernfunctie van de praktijkcentra plantaardige
productie?
, Ze hebben een brugfunctie tussen onderzoek en praktijk. Door de
koppeling met de praktijkcentra heeft de Vlaamse overheid een
instrument in handen om de keten van het onderzoek kort te houden
en innovatieve technieken snel en gamakkelijk te laten doorbreken
in de praktijk.
- Geef 5 voorbeelden van praktijkcentra en geef hierbij
telkens aan naar welke gewassen deze centra onderzoek
doen.
PCA : Interprovenciaal proefcentrum voor aardappelteelt.
LCG : Landbouwcentrum Granen Vlaanderen
PCS : Proefcentrum voor Sierteelt
PCF : Proefcentrum voor Fruitteelt
- In welke topics is de bodemkundige dienst van België
gespecialiseerd?
De bodemkundige dienst is vooral gespecialiseerd in Bodem- en
wateronderzoek, bemestingsadvisering, irrigatiesturing en
milieueffectrapporten.
- Waarvoor staat VLAM en wat doet VLAM?
Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.
Het is een vzw binnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij die
de afzet, de toegevoegde waarde, de consumptie en het imago van
producten en diensten van de Vlaamse landbouw, tuinbouw, visserij en
agroalimentaire sector bevordert in binnen- en buitenland.
- Geef 3 landbouworganisaties
Boerendbond: beroepsorganisatie voor boeren en tuinders en hun
beroeps-actieve gezinsleden.
Algemeen Boerensyndicaat : Is een syndicaat dat ervoor zorgt dat de
belangen van haar leden zo goed mogelijk verdedigd worden.
BioForum Vlaanderen : Is de sectororganisatie van de biologische
landbouw en voeding : boeren, verwerkende bedrijven, verdelers,
grootdistriburie, kleinhandel en foodservices.
Groeifactoren
Groei : Een plant groeit wanneer de fotosynthes groter is dan de
ademhaling
Fotosynthes : vastleggen van lichtenergie in suikers
Ademhaling : verbranding van suikers, waarbij energie voor groei en
levensverrichtingen van de plant vrijkomt.
,- Waterhuishouding:
o Bespreek de 4 functies van water?
1. Grondstof in fotosyntheseproces
2. Koelend vermogen : Het voorkomt overvehitting van de
bladeren en speelt een rol bij de transpiratie of verdamping.
3. Stevigheid : turgordruk
4. Oplos- en transportmiddel van voedingstoffen, neemt deel
aan biochemische reacties, vervult transportfuncties zodat
stoffen die op de ene plaats gemaakt of opgenomen zijn,
naar andere delen van de plant kunnen getransporteerd
worden.
o Leg uit: osmose
Diffusie van water door een semipermeable membraan naar
de kant met de hoogste osmotische waarde.
Diffusie : Alle opgeloste stoffen hebben een natuurlijke neiging
af te vloeien van een plaats van hoge concentratie naar een
plaats van lagere concentratie. Dit is diffusie
In de biologie : het verschijnsel van wateruitwisseling tussen
het protoplasma binen in de cel en de omgeving er buiten.
o Leg uit: turgor
De druk die die er is door de osmotische zuigspanning op de
wand in de cel, m.a.w. druk van celinhoud op celwand.
o Vul volgende termen op de correcte plaats in:
hypotoon, isofoon, hypertoon, plasmolyse,
grensplasmolyse en turgor.
Hypotonisch midden : verdund waterig midden
Hypotonische oplossing : oplossing met lagere concentratie
aan opgeloste stoffen dan binnen in de cel
Hypertonische oplossing : een oplossing met een grotere
concentratie aan opgeloste stoffen dan binnen in de cellen.
Isotonisch : oplossing met gelijke concentratie aan opgeloste
stoffen binnen en buiten de cel.
Plasmolyse : zie onder.
Turgor : zie boven.
Grensplasmolyse : als de druk van de celwand nul is
o Leg uit: plasmolyse
Cellen die zich in een hypertonische oplossing bevinden, d.w.z. een
oplossing met een grotere concentratie aan opgeloste stoffen dan
binnen in de cellen, verliezen hun water. Het water vloeit naar
, buiten. De turgor in de cel vermindert, de verwelking begint. Bij nog
verdere wateronttrekking heeft een zo grote inkrimping van de
vacuole plaats, dat de protoplast loslaat van de stijve celwand. Deze
toestand wordt plasmolyse genoemd. Tot op een zekere hoogte is
deze toestand nog omkeerbaar, daarna niet meer en de plant sterft.
1. Cellen verliezen water
2. Turgor vermindert, verwelking begint
3. Grote inkrimping van vacuole
4. Protoplast laat los van stijve celwand
5. Plasmolyse (omkeerbaar tot zeker niveau)
o Wat is een hypotone oplossing?
Is een oplossing met een relatief lage osmotische waarde
tenopzichte van een andere oplossing.
o Bespreek het samengesteld transportmodel voor
watertransport doorheen de plant? Wat is de rol van de
lijst van Caspary?
Wortels moeten grote hydraulische geleidbaarheid vertonen
overdag, verlies van water weerstaan bij afwezigheid van
transpiratie en droogtestresssituatie mogelijk door
antatomie van de wortel.
Samengesteld transportmodel : 3 routes van watertransport
doorheen de wortel :
1. Apoplastische weg : niet-levende continuum porien in
celwanden, intercellulaire ruimten, niet-levende
xyleemvaten passief watertransport.
2. Symplastische
Cel tot cel route actief opnemen van opgeloste stoffen weg :
continuum van
levende
materie doorheen cellen via plasmodesmata
3. Transcellulaire weg : doorheen plasmamembranen
Beide routes bij hoge transpiratie en enkel cel tot cel route
bij afwezigheid van transpiratie. (cel tot cel transport 60x
trager dan apoplastisch transport.
watertransport doorheen xyleem naar derest van de
plant
Apoplastisch transport onderbroken door lijst van Caspary
Apoplastische water wordt zo geforceerd om cel tot cel
route te volgen.
Andere functies van bandjes van Caspary :
- Presentaties
De plantaardige sector:
- Bespreek de algemene kenmerken van de Vlaamse en
Waalse landbouwsector.
Vlaamse landbouw sector : wordt gekenmerkt door specialisatie,
schaalvergroting, verbreding (bijvoorbeeld een boer die grondwerken bij
doet) en innovatie.
Waalse lanbouw sector : wordt gekenmerkt door een homogene
samenstelling en een minder intensief karakter.
- Voor welke uitdagingen staat de plantaardige sector?
De sector staat in 2015 voor de uitdaging om heel wat nieuwe regelgeving
te implementeren in de praktijk. Zo is er het nieuwe gemeenschappelijk
landbouwbeleid (GLB), een nieuw mestactieprogramma (MAP5), de
toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM), ...
- Waarvoor staat GLB? Wat is de doelstelling en waaruit
bestaat het GLB?
GLB : Gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Doelstelling : een productievere landbouw voor een stabiele
voedselvoorziening tegen betaalbare prijzen en een redelijke
levensstandaard voor de landbouwers. Het GLB bestaat uit afzetsteun(De
EU wil dat de prijzen voor landbouwbedrijven stabiel en kostendekkend
blijven. Daarom voert de EU een markt- en prijsbeleid.), inkomstenssteun
( bestaat uit rechtstreekse betalingen die boeren niet alleen een
basisinkomen waarbrgen, maar er ook voor zorgen dat zij oog hebben voor
het leefmilieu.), plattelandsontwikkeling ( Elke lidstaat moet een nationaal
plan opstellen voor het plattelandsbeleid).
- Vanaf 1 januari 2014 is elke Europese land- en tuinbouwer
verplicht de basisprincipes van IPM tot te passen. Waarvoor
staat IPM en wat zijn deze basisprincipes?
IPM : Geintegreerde gewasbescherming = alle mogelijke
bestrijdingsmiddelen geintegreerd toegepast moeten worden zodat
schade aan planten onde de economische schadedrempel wordt
gehouden.
Doel : Landbouw verduurzamen
3 basisprincipes : Preventie of schade voorkomen, Waarnemingen of
monitoring en bestrijding.
Actoren binnen de sector:
- Wat is de kernfunctie van de praktijkcentra plantaardige
productie?
, Ze hebben een brugfunctie tussen onderzoek en praktijk. Door de
koppeling met de praktijkcentra heeft de Vlaamse overheid een
instrument in handen om de keten van het onderzoek kort te houden
en innovatieve technieken snel en gamakkelijk te laten doorbreken
in de praktijk.
- Geef 5 voorbeelden van praktijkcentra en geef hierbij
telkens aan naar welke gewassen deze centra onderzoek
doen.
PCA : Interprovenciaal proefcentrum voor aardappelteelt.
LCG : Landbouwcentrum Granen Vlaanderen
PCS : Proefcentrum voor Sierteelt
PCF : Proefcentrum voor Fruitteelt
- In welke topics is de bodemkundige dienst van België
gespecialiseerd?
De bodemkundige dienst is vooral gespecialiseerd in Bodem- en
wateronderzoek, bemestingsadvisering, irrigatiesturing en
milieueffectrapporten.
- Waarvoor staat VLAM en wat doet VLAM?
Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.
Het is een vzw binnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij die
de afzet, de toegevoegde waarde, de consumptie en het imago van
producten en diensten van de Vlaamse landbouw, tuinbouw, visserij en
agroalimentaire sector bevordert in binnen- en buitenland.
- Geef 3 landbouworganisaties
Boerendbond: beroepsorganisatie voor boeren en tuinders en hun
beroeps-actieve gezinsleden.
Algemeen Boerensyndicaat : Is een syndicaat dat ervoor zorgt dat de
belangen van haar leden zo goed mogelijk verdedigd worden.
BioForum Vlaanderen : Is de sectororganisatie van de biologische
landbouw en voeding : boeren, verwerkende bedrijven, verdelers,
grootdistriburie, kleinhandel en foodservices.
Groeifactoren
Groei : Een plant groeit wanneer de fotosynthes groter is dan de
ademhaling
Fotosynthes : vastleggen van lichtenergie in suikers
Ademhaling : verbranding van suikers, waarbij energie voor groei en
levensverrichtingen van de plant vrijkomt.
,- Waterhuishouding:
o Bespreek de 4 functies van water?
1. Grondstof in fotosyntheseproces
2. Koelend vermogen : Het voorkomt overvehitting van de
bladeren en speelt een rol bij de transpiratie of verdamping.
3. Stevigheid : turgordruk
4. Oplos- en transportmiddel van voedingstoffen, neemt deel
aan biochemische reacties, vervult transportfuncties zodat
stoffen die op de ene plaats gemaakt of opgenomen zijn,
naar andere delen van de plant kunnen getransporteerd
worden.
o Leg uit: osmose
Diffusie van water door een semipermeable membraan naar
de kant met de hoogste osmotische waarde.
Diffusie : Alle opgeloste stoffen hebben een natuurlijke neiging
af te vloeien van een plaats van hoge concentratie naar een
plaats van lagere concentratie. Dit is diffusie
In de biologie : het verschijnsel van wateruitwisseling tussen
het protoplasma binen in de cel en de omgeving er buiten.
o Leg uit: turgor
De druk die die er is door de osmotische zuigspanning op de
wand in de cel, m.a.w. druk van celinhoud op celwand.
o Vul volgende termen op de correcte plaats in:
hypotoon, isofoon, hypertoon, plasmolyse,
grensplasmolyse en turgor.
Hypotonisch midden : verdund waterig midden
Hypotonische oplossing : oplossing met lagere concentratie
aan opgeloste stoffen dan binnen in de cel
Hypertonische oplossing : een oplossing met een grotere
concentratie aan opgeloste stoffen dan binnen in de cellen.
Isotonisch : oplossing met gelijke concentratie aan opgeloste
stoffen binnen en buiten de cel.
Plasmolyse : zie onder.
Turgor : zie boven.
Grensplasmolyse : als de druk van de celwand nul is
o Leg uit: plasmolyse
Cellen die zich in een hypertonische oplossing bevinden, d.w.z. een
oplossing met een grotere concentratie aan opgeloste stoffen dan
binnen in de cellen, verliezen hun water. Het water vloeit naar
, buiten. De turgor in de cel vermindert, de verwelking begint. Bij nog
verdere wateronttrekking heeft een zo grote inkrimping van de
vacuole plaats, dat de protoplast loslaat van de stijve celwand. Deze
toestand wordt plasmolyse genoemd. Tot op een zekere hoogte is
deze toestand nog omkeerbaar, daarna niet meer en de plant sterft.
1. Cellen verliezen water
2. Turgor vermindert, verwelking begint
3. Grote inkrimping van vacuole
4. Protoplast laat los van stijve celwand
5. Plasmolyse (omkeerbaar tot zeker niveau)
o Wat is een hypotone oplossing?
Is een oplossing met een relatief lage osmotische waarde
tenopzichte van een andere oplossing.
o Bespreek het samengesteld transportmodel voor
watertransport doorheen de plant? Wat is de rol van de
lijst van Caspary?
Wortels moeten grote hydraulische geleidbaarheid vertonen
overdag, verlies van water weerstaan bij afwezigheid van
transpiratie en droogtestresssituatie mogelijk door
antatomie van de wortel.
Samengesteld transportmodel : 3 routes van watertransport
doorheen de wortel :
1. Apoplastische weg : niet-levende continuum porien in
celwanden, intercellulaire ruimten, niet-levende
xyleemvaten passief watertransport.
2. Symplastische
Cel tot cel route actief opnemen van opgeloste stoffen weg :
continuum van
levende
materie doorheen cellen via plasmodesmata
3. Transcellulaire weg : doorheen plasmamembranen
Beide routes bij hoge transpiratie en enkel cel tot cel route
bij afwezigheid van transpiratie. (cel tot cel transport 60x
trager dan apoplastisch transport.
watertransport doorheen xyleem naar derest van de
plant
Apoplastisch transport onderbroken door lijst van Caspary
Apoplastische water wordt zo geforceerd om cel tot cel
route te volgen.
Andere functies van bandjes van Caspary :
