Micro-economie Nerin Salim
AJ 2021-2022 1BEM01
Hoofdstuk 0: Inleiding
0.1: Het doel van de economische wetenschap
o BEHOEFTE = het aanvoelen van een tekort en het streven dit tekort te bevredigen
Soorten behoeften:
Primaire behoeften (levensnoodzakelijk): voeding, kleding,huisvesting
Immateriële behoeften: onderwijs, ontspanning, geneeskundige verzorging
Collectieve behoeften (gelijkaardig aan immateriële; bevredigd door de
gemeenschap als geheel): onderwijs, wegen, bejaardenzorg, recreatiezones
Individuele behoeften (bevredigd dankzij de inspanningen van personen of van
hun gezin): voeding, kleding, huisvesting, ontspanning
Schaarse middelen = kunnen talrijk aanwezig zijn, maar indien het gratis zou worden
aangeboden zou de gevraagde/verlangde hoeveelheid de aangeboden hoeveelheid
overtreffen => waardeverschijnsel: we moeten er dus een prijs voor betalen, maar we
kunnen met ons beperkt inkomen niet aan alle behoeftes voldoen => We zijn dus
verplicht te kiezen. Want we hebben een behoefte aan verschillende zaken, MAAR deze
hebben een bepaalde waarde gekregen aangezien het gaat over schaarse/economische
middelen MAAR we beschikken slechts over een beperkt inkomen.
Een goed of dienst is voor ons slechts nuttig als het in een behoefte voorziet.
Bijvoorbeeld als ik dorst heb, heeft een broodje geen nut voor mij. Nut is subjectief. Dit
nut zal ook de waarde bepalen die we geven aan een bepaald goed of dienst. => Zo
komen we tot het economisch principe: een rationele mens zal proberen een maximale
behoeftenbevrediging te bekomen door zijn beschikbare middelen op een zo efficiënt
mogelijke manier in te zetten. Hij zal volgens de graad van bevrediging een
voorkeursschema opstellen afhankelijk van zijn subjectief nut.
o ECONOMIE = de studie van het menselijk streven naar het bevredigen van behoeften
met behulp van schaarse middelen
0.2: Welvaart en welzijn
Welvaart = mate waarin mensen met schaarse middelen hun behoeften voorzien
Welzijn = het gevoel van welbevinden, bevrediging van verlangens (vriendschap, liefde,…),
heeft geen betrekking tot de schaarse middelen
Vb: Als je 3 x per jaar op reis kunt gaan, dan beschik je over een hoge mate van welvaart,
maar als je veel liever thuis in je tuin je favoriete boek leest, hebben we het over welzijn.
1
AJ 2021-2022 1BEM01
Hoofdstuk 0: Inleiding
0.1: Het doel van de economische wetenschap
o BEHOEFTE = het aanvoelen van een tekort en het streven dit tekort te bevredigen
Soorten behoeften:
Primaire behoeften (levensnoodzakelijk): voeding, kleding,huisvesting
Immateriële behoeften: onderwijs, ontspanning, geneeskundige verzorging
Collectieve behoeften (gelijkaardig aan immateriële; bevredigd door de
gemeenschap als geheel): onderwijs, wegen, bejaardenzorg, recreatiezones
Individuele behoeften (bevredigd dankzij de inspanningen van personen of van
hun gezin): voeding, kleding, huisvesting, ontspanning
Schaarse middelen = kunnen talrijk aanwezig zijn, maar indien het gratis zou worden
aangeboden zou de gevraagde/verlangde hoeveelheid de aangeboden hoeveelheid
overtreffen => waardeverschijnsel: we moeten er dus een prijs voor betalen, maar we
kunnen met ons beperkt inkomen niet aan alle behoeftes voldoen => We zijn dus
verplicht te kiezen. Want we hebben een behoefte aan verschillende zaken, MAAR deze
hebben een bepaalde waarde gekregen aangezien het gaat over schaarse/economische
middelen MAAR we beschikken slechts over een beperkt inkomen.
Een goed of dienst is voor ons slechts nuttig als het in een behoefte voorziet.
Bijvoorbeeld als ik dorst heb, heeft een broodje geen nut voor mij. Nut is subjectief. Dit
nut zal ook de waarde bepalen die we geven aan een bepaald goed of dienst. => Zo
komen we tot het economisch principe: een rationele mens zal proberen een maximale
behoeftenbevrediging te bekomen door zijn beschikbare middelen op een zo efficiënt
mogelijke manier in te zetten. Hij zal volgens de graad van bevrediging een
voorkeursschema opstellen afhankelijk van zijn subjectief nut.
o ECONOMIE = de studie van het menselijk streven naar het bevredigen van behoeften
met behulp van schaarse middelen
0.2: Welvaart en welzijn
Welvaart = mate waarin mensen met schaarse middelen hun behoeften voorzien
Welzijn = het gevoel van welbevinden, bevrediging van verlangens (vriendschap, liefde,…),
heeft geen betrekking tot de schaarse middelen
Vb: Als je 3 x per jaar op reis kunt gaan, dan beschik je over een hoge mate van welvaart,
maar als je veel liever thuis in je tuin je favoriete boek leest, hebben we het over welzijn.
1
