100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur Religie & Zingeving - 3e bach Criminologische Wetenschappen KU Leuven - GESLAAGD! $6.32   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur Religie & Zingeving - 3e bach Criminologische Wetenschappen KU Leuven - GESLAAGD!

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting t/m college 3 v.d. literatuur behorend bij Religie & Zingeving gegeven in de 3e bach Criminologische Wetenschappen aan de KU Leuven in academiejaar . In 1x op door!

Preview 3 out of 17  pages

  • June 22, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Literatuur Religie & Zingeving
3e bach – Pieter De Witte – Academiejaar 2021/2022

Les 1
1. Burms & De Dijn: Manipulatie, kennis & zingeving.
Drie grote categorieën die het menselijk gedrag bewust bepalen:
1. Manipulatieve interesse: interesse om de werkelijkheid te transformeren in een nuttig geachte
zin; tot eigen voordeel aan te wenden.

2. Cognitieve interesse: verlangen naar kennis van de werkelijkheid.
 De cognitieve interesse staat vaak {≠ altijd => er is ook een onbaatzuchtig, ≠-manipulatief verlangen
om te weten} in dienst v.d. manipulatieve interesse: om de werkelijkheid naar eigen hand te
kunnen zetten moet het menselijk wezen over betrouwbare informatie beschikken.

3. Zingevende interesse: Het ter sprake brengen v. problemen om deze in te schakelen in een
nieuwer of ruimer betekenisgeheel.
 Het is fout om te zeggen dat alle activiteiten die voortvloeien uit de zingevende interesse
uiteindelijk manipulatief zijn, want de menselijke verlangens zijn ≠ uitsluitend of hoofzakelijk
gericht op het verwerven v. aangename ervaringen.
 De mens verlangt dat zijn leven zin/betekenis heeft, dat het op één of andere manier is
opgenomen in een ruimer geheel en daarom ook van belang is. Wij willen dat ons bestaan
méér is dan een aaneenschakeling van prettige ervaringen; wij willen ook op één of andere
wijze verbonden zijn met een externe realiteit, met iets wat ons als individu overstijgt.
o Verlangen naar erkenning.
 Maar alleen door personen die een zekere onafhankelijkheid tegenover ons
kunnen bewaren => erkenning = waardeloos wanneer deze komt v. personen
die we in onze macht hebben.
o Paradox: in ons verlangen naar kennis zijn we geïnteresseerd in de onafhankelijk v.d.
andere, wat impliceert dat we ook geïnteresseerd zijn in de mogelijkheid dat de andere
ons ≠ niet kent. Het positieve dat we nastreven (erkenning ontvangen) heeft geen
onafhankelijke waarde, maar boeit ons slechts voor zover het onlosmakelijk
verbonden blijft met het negatieve (de mogelijkheid v.d. afwijzing).
 Het verlangen naar erkenning kan dus ≠ manipulatief zijn.

Er bestaat in de filosofische traditie de neiging om de zingevende interesse ondergeschikt te maken
aan de cognitieve => volmaakte kennis zou automatisch een onthulling v.d. zin v.h. bestaan onthullen
=> een band tussen het intellectueel inzicht en ervaring van zin => wat toegankelijk is voor het
intellect, biedt een bevredigend antwoord op het verlangen naar zin.
 Hiermee wordt miskend hoe diepgaand en radicaal het verschil is tussen cognitieve en
zingevende interesse.

1) Geen enkel cognitief inzicht is op zichzelf voldoende om een ervaring v. zin teweeg te
brengen.
 Er bestaat een kloof tussen feiten en waarden. Waarde veronderstelt een zekere gevoeligheid
die nooit automatisch uit een louter intellectueel begrijpen kan voortvloeien. Ervaring van zin
volgt dus ≠ zomaar uit een cognitief inzicht. De waarde van wat als belangrijk ervaren wordt,
moet aangetoond kunnen worden vanuit een neutraal standpunt. Hiervoor moet men
betrokkenheid buiten beschouwing laten en dit is onmogelijk om te behalen. Wie zich laat
leiden door een verlangen naar consistentie gaat zijn eigen waarden voorbij en is daardoor ≠
bewogen door een zingevende interesse, maar daartoe gebracht door verkeerde motieven.
Geen enkele theorie over de realiteit kan ons de zin v.d. realiteit openbaren, want een theorie
die pretendeert echt objectief te zijn moet begrepen kunnen worden door ons intellect en
alleen door ons intellecten. => als om iets te begrijpen de invloed v. anderen nodig is, kan
deze theorie ≠ meer objectief worden genoemd. Het besef v. zin veronderstel iets dat ≠ alleen

, uit het intellect voortkomt; het veronderstelt dat men een zekere emotionele/affectieve
betrokkenheid ervaart. Dus om een objectieve theorie te begrijpen dienen we geen beroep te
doen op iets waarop we voor de ervaring van zin wel een beroep moeten doen. Men kan elke
theorie begrijpen zonder zich aangesproken te voelen en dus kan geen enkele objectieve
theorie op die manier de zin v. werkelijkheid openbaren.

2) De vraag naar zin van ons leven of v.d. realiteit kan ≠ in cognitieve termen beantwoord
worden om de eenvoudige reden dat ze ook ≠ in cognitieve termen geformuleerd kan worden.
 De vraag naar zin kan zelfs ≠ als cognitief probleem geformuleerd worden.
 Twee types v. verwondering:
o Cognitieve verwondering: iets verbaast ons, omdat het in strijd is met datgene wat we
dachten te weten. => op cognitieve verwondering is in principe cognitief antwoord
mogelijk.
o Niet-cognitieve verwondering: iets heeft voor ons betekenis, maar voor anderen
≠/verandert er niks. => heeft een belangrijke filosofische consequentie: het gevoel v.
discrepantie {=afwijking} wordt vaak ten onrechte geïnterpreteerd in termen van een
cognitieve vraagstellen en theoretisch beantwoorde vraag. => terwijl het dient
geïnterpreteerd te worden als een metaforische weergave van ene gecompliceerde
vraag. De vraag naar zin heeft dus een niet-cognitief antwoord en is dus geen vraag
naar informatie over de werkelijkheid.
o Het verlangen naar zin is een verlangen om zichzelf te situeren in een groter geheel
=> beperkt onze grenzen en overstijgt contingent bestaan. Vanuit dit verlangen om
ons verbonden te voelen met een andere, externe realiteit dat de vraag naar zin
opgeroepen wordt.
 ≠ duidelijk op welke wijze we met de zinvolle ruimere context verbonden
moeten zijn opdat ons leven een betekenis zou krijgen.
 ≠ duidelijk hoe omvattend het grotere geheel moet zijn om aan ons leven zin
te kunnen verlenen. Elk beperkt geheel lijkt té beperkt => wanneer is het
genoeg? In principe kan elk zingevend geheel zodanig geplaatst worden,
vanuit zodanige hoek belicht worden, dat het nietig lijkt en zijn
aantrekkingskracht verliest. Waar de grens hier dient getrokken te worden, is
een vraag waarop geen algemeen theoretisch antwoord mogelijk is.

Zingeving heeft eerder te maken met sensibiliteit {gevoeligheid} dan met intellectueel inzicht.
Sensibiliteit die een centrale rol vervult binnen zin is afhankelijk v. culturele processen die in hoge
mate aan de individuele controle ontsnappen. Het verlangen naar erkenning heeft per definitie een
intersubjectief {wordt door meerdere mensen gedeeld}: de erkenning die men wil, is altijd erkenning v.
concrete anderen. Betekenissen die ons leven met al zijn bewuste plannen en ambities steunen, zijn
geen product v. onze individuele autonomie, maar hebben een publiek karakter. De motieven om zich
voor een bepaalde activiteit in te zetten of om in één of andere sociale rol te “geloven” zijn afhankelijk
v. wisselende culturele factoren. Volkomen fout om aan de zingevende interesse slechts een
decoratieve of “symbolische” functie te kennen die gecontrasteerd moet worden met de “echte”
problemen v. cognitie en manipulatie. Manipulatieve en cognitieve inspanningen zijn ≠ volledig
autonoom, maar moeten altijd ingeschakeld zijn in het geheel v. betekenissen die vanuit de zingevende
interesse worden gegenereerd.

Conversaties die mensen met elkaar voeren, hebben naast een cognitieve ook een zingevende functie
die domineert t.o.v. de eerste. Uitwisseling v. informatie kan beschreven worden als resultaat van een
doelgerichte activiteit. Maar deze waarde is ≠ autonoom; wat de andere subjecten ons aan informatie
meedelen interesseert ons slechts voor zover we ons door andere subjecten reeds aangesproken weten.
Erkennen gaat vooraf aan kennen. In ons verlangen om kennis te verwerven, richten we ons als
persoon onrechtstreeks tot een andere persoon, die ≠ meer het object is van kennen, maar die we
erkennen en van wie erkenning verlangen. Zingevende heeft een determinerende invloed op het geheel
v.h. menselijk leven. Het menselijk verlangen om te weten is duidelijk ≠ begrensd door één of andere
vooraf omschreven doelstelling; de drang naar kennis uit zich op een excessieve manier in

, ongebreidelde opeenstapeling van informatie, in intensieve nieuwsgierigheid in of overgave aan één of
andere specialistische studie. Die techniek vertoont een soortgelijke excessiviteit. Verlangen naar zin
is in principe onbegrensd. Dit ongelimiteerde manifesteert zich in de ongeremde menselijke drang om
te weten en te manipuleren.

2. Dawkins: Straf is wetenschappelijk achterhaald.
De meeste mensen die pro gevangenisstraf zijn zullen als reden vergelding geven: “boetedoening’
voor de “zonde’. Hierna volgen wellicht redenen als afschrikking, reclassering of “genoegdoening’
geven aan de slachtoffers.

Vergelding ≠ verenigbaar met een wetenschappelijke opvatting v.h. gedrag. In de wetenschap wordt
geloofd dat menselijke hersenen onderworpen zijn aan natuurwetten. Hierbij duikt de vraag op of het
idee van ontoerekeningsvatbaarheid niet onzin is, als er op een wetenschappelijke manier naar het
zenuwstelsel wordt gekeken. Het idee dat hierbij aansluit is dat elke misdaad in principe te wijten is
aan omstandigheden die vooraf door fysiologie, erfelijkheid en het milieu v.d. verdachte zijn bepaald.

Hoe kan het dat wij dit idee nauwelijks kunnen aanvaarden? Vermoedelijk omdat begrippen als schuld
en verantwoordelijkheid; goed en kwaad al jarenlang in mensen hun hersenen worden gegrift. De
toerekening v. schuld en verantwoordelijkheid = een aspect v.d. nuttige hypothese dat wij een
bewustzijn hebben dat onze hersenen dat in staat stelt om snel en correct te analyseren in de
leefwereld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.32
  • (0)
  Add to cart