Opgave 1
Amy lost 400 mg bariumhydroxideoctahydraat op in 300 mL water.
a geef de vergelijking van het oplossen
b Bereken [OH-] in Amy’s oplossing.
c Bereken [Ba2+] als Amy aan 20 mL van haar oplossing 180 mL water toevoegt.
Opgave 2
Tyler verhit 2,52 gram natriumfosfaatdodecahydraat.
a Geef de reactievergelijking.
b. Bereken hoeveel gram vaste stof hij overhoudt.
Opgave 3
Annegreet wil 100 mg koper(II)sulfaat omzetten in koper(II)sulfaatpentahydraat.
Bereken hoeveel mL water (T=293 K) ze daarvoor nodig heeft.
Opgave 4
Karel heeft 400 mg van het hydraat van calciumsulfaat. Hij verhit dit en houdt dan
316 mg vaste stof over. Bereken de formule van het hydraat van calciumsulfaat.