Samenvatting CE4 Ondernemerschap Edumundo

CE4 Samenvatting

1.2 Organisatievormen:
1. De lijnorganisatie:
Een organisatie waar boven elke werknemer een manager staat. Taken zijn toebedeeld aan
afdelingen. De vorm lijkt op een piramide: Boven smal en breed uitlopend naar beneden.
Voordelen: - verantwoordelijkheid is duidelijk
- bevoegdheden zijn afgebakend
- taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk
- beslissen kan snel gaan
Nadelen: - bureaucratie (veel regels en lange lijnen)
- doorgaans minder arbeidsverdeling en specialisatie
- managers als controleurs
- niet flexibel




2. De lijn-staforganisatie:
Is een lijnorganisatie waaraan één of meer stafafdelingen zijn toegevoegd. De toevoeging
staf geeft aan dat de onderneming met adviseurs of adviesafdelingen werkt. Die buiten de
lijn vallen. Denk aan: personeelszaken, financiën en automatisering




3. De matrixorganisatie:

,Een organisatiestructuur die vaak in grote organisatie wordt toegepast. Hierbij rapporteren
de deelnemers aan meerdere personen. De organisatievorm is opgedeeld naar verschillende
gezichtspunten, bijvoorbeeld naar productgroep en naar geografische regio.




4. De projectorganisatie:
Als binnen een wat grotere organisatie een ingewikkeld project moeten worden uitgevoerd,
kan de onderneming specialisten van verschillende terreinen bij elkaar in een groep
plaatsen. Dit is vaak een tijdelijk samenwerkingsverband met verschillende specialisten die
samen een doel moeten realiseren. Aan het hoofd staat een projectleider.

1.3 management en leiderschap:
Manager:
 Doet dingen goed
 Concentreert op het heden
 Streeft naar ordening
 Beperkt risico’s
 Laat zich meer leiden door de rede dan door gevoelens

Leider:
 Doet de goede dingen
 Concentreert zich op de toekomst
 Houdt van verandering
 Neemt risico’s
 Laat zich leiden door zowel rede als door gevoelens

1.4 Agile
Dit woord kun je vertalen naar ‘wendbaar’. Het is een manier van werken aan een project
waarbij je zo wendbaar mogelijk probeert te blijven. Dit wil zeggen dat je ten alle tijden de
aanpak kunt aanpassen aan veranderde omstandigheden, zoals de wensen van je klanten,
producten of diensten van je concurrenten, wensen van de aandeelhouders, economische
omstandigheden etc.




Agile bestaat uit de volgende principes:
 Vraaggericht werken
 Iteratief werken ( werken met korte overzichtelijke periodes)

,  Concrete deelresultaten opleveren
 Continue feedback
 Multidiscipline en zelforganiserende teams
 Persoonlijke, mondelingen & visuele communicatie
 Kort-cyclisch plannen

Agile- werken betekent dat je bij elke beslissing goed blijft nadenken of je daarmee nog wel
voldoet aan de wens van je klant of opdrachtgever.

Bij agile-werken wordt iteratief gewerkt. Iteratief betekent herhalend. Je werkt altijd naar de
beste oplossing voor het klantprobleem. Je stuurt bij zodra je merkt dat de vooraf bedachte
oplossing toch niet het beste antwoord op de klantvraag is. Het eindresultaat is niet te
voorspellen. Daarom deel je al het te verrichten werk op in korte overzichtelijke periodes
(iteraties), die als het ware steeds een mini project op zich vormen.

Als je agile werkt richt je je op het opleveren van zichtbare deelresultaten. Na elke iteratie
vraag je de opdrachtgever om feedback op het concrete (deel)resultaat. Hierdoor weet je of
je nog steeds op de goede weg bent om de klantbehoefte te vervullen of dat je moet
bijsturen. Daarnaast kijk je met je projectteam terug op wat goed ging in de iteratie. Zo krijg
je feedback op het resultaat, maar ook op het proces ervan.


Zelforganiserende teams spelen een belangrijke rol. Zij worden gekenmerkt door een grote
mate van zelfstandige sturing en eigen verantwoordelijkheid. Zij zijn zelf verantwoordelijk
voor de organisatie van het werk. In zelforganiserende teams is vaak één persoon
aangewezen als facilitator voor het team, maar deze heeft geen ander hiërarchische positie
ten opzicht van de rest van het team. Iedereen is dus gelijk.
Eén van de meest gebruikte methodes binnen het agile werken is scrum. Deze methode
werkt als volgt. Een product wordt geproduceerd door een multidisciplinair team. Elke
ochtend komen de teamleden kort bijeen om de stand van zaken en de dingen waar zij
tegenaan lopen te bespreken. Het team levert tussenproducten op en toetst of die naar
tevredenheid van de opdrachtgever zijn. Op die manier kan het team, snel inspelen op
veranderingen en het project bijsturen.
De communicatie tussen de leden van een agile werken verloopt zo veel mogelijk
mondeling en persoonlijk. Teamleden komen vaak samen en werken zoveel mogelijk op één
locatie. Zo kunnen zij gemakkelijk overleggen. Dit voorkomt ook misverstanden. In een agile
team wordt bovendien visueel gewerkt. Dit wil zeggen dat zaken niet alleen in geschreven
tekst worden weergegeven, maar vooral in schema’s, modellen, Visuals etc. Het is
gemakkelijker te begrijpen en men voelt zich sneller er door betrokken en helpt beter te
onthouden.
Bij agile werken werk je met een kort-cyclisch planning. Hiertoe breek je het werk op in
kortdurende intervallen. Bij een traditionelere planning wordt er een uitvoerig plan gemaakt,
waarna een lange tijd van projectuitvoer volgt. Uiteindelijk wordt vaak pas aan het eind van
het project gekeken of het wat heeft opgeleverd. Bij kort-cyclisch planning zijn korte iteraties.
Elk iteratie duurt één tot 4 weken. Zo zorg je dat je regelmatig feedback kunt vragen. Aan het
einde van een iteratie heb je concrete resultaten bereikt.

Syllabus organisatievormen van bedrijven:
Organisatievormen:
 Zelfstandige zonder personeel (zzp)
- Geen rechtspersoon (natuurlijk persoon)