Week 5
Onderwerp: Verkrijging door verjaring
Literatuur:
Pitlo H 7 BEHALVE nrs. 342 t/m 342c en 344b, H8 ALLEEN nrs. 363-363a/368/372/382/384/386-
389/390-394
Artikel ‘Heeft het Europese Hof voor de rechten van de mens art 3:105 gered?’
Arresten: Gemeente Heusden, Gemeente Arnhem/Westendorp, Hoogheemraadschap Van Schieland
en de Krimpenerwaard, Zaunbrecher/Roelfsema
Voorbereiding hoorcollege week 5
Verkrijging door verjaring ex 3:99
Verkrijging onder bijzondere titel
Geldt in beginsel voor alle soorten goederen
2 categorieën:
1. verkrijgende verjaring ten gunste van de bezitter te goeder trouw ex 3:99
- eisen:
bezit van het goed (3:107 en 3:108 jo. 3:112/113): GEEN verkrijgende
verjaring mogelijk als houder zijnde
bezitter te goeder trouw (jo. 3:11): 3:118 lid 1 legt het begrip uit, tijdstip
waarop bezit is verkregen geldt voor de goeder trouw. Eenmaal te goeder
trouw, altijd te goeder trouw met enkele uitzonderingen in 3:121 lid 3
bepaald tijdsverloop: verjaringstermijn is 3 jaar voor roerende zaken die niet-
registergoederen zijn en van rechten aan toonder of order EN 10 jaar voor
andere goederen
bezit is onafgebroken: degene die het bezit van een goed van een
voorganger verkrijgt, zet krachtens 3:102 een al lopende verjaring voort (bij
opvolging onder algemene titel sowieso en bij opvolging onder bijzondere
titel mits hij te goeder trouw is), MITS de voorganger bezitter te goeder
trouw was.
betreft NIET een cultuurgoed als bedoeld in lid 2
2. verkrijging door de bevrijdende verjaring van de rechtsvordering strekkende tot
beëindiging van het bezit ex 3:105
- gekoppeld aan bevrijdende verjaring van de rechtsvordering strekkende tot
beëindiging van het bezit
- ALLEEN bezitter kan bezit door verjaring krijgen, een houder NIET
- 3:105 lid 2: Tijdelijk onvrijwillig bezitsverlies heeft GEEN gevolg indien het bezit is
terug verkregen hetzij binnen een jaar na verlies hetzij ten gevolge van binnen dat
jaar ingestelde rechtsvordering
- Eisen:
Bezit van het goed
Bepaald tijdsverloop: ex 3:306 verjaart een rechtsvordering door verloop van
20 jaar. 3:314 bepaalt wanneer de verjaringstermijn aanvangt
Betreft NIET een cultuurgoed
Onderwerp: Verkrijging door verjaring
Literatuur:
Pitlo H 7 BEHALVE nrs. 342 t/m 342c en 344b, H8 ALLEEN nrs. 363-363a/368/372/382/384/386-
389/390-394
Artikel ‘Heeft het Europese Hof voor de rechten van de mens art 3:105 gered?’
Arresten: Gemeente Heusden, Gemeente Arnhem/Westendorp, Hoogheemraadschap Van Schieland
en de Krimpenerwaard, Zaunbrecher/Roelfsema
Voorbereiding hoorcollege week 5
Verkrijging door verjaring ex 3:99
Verkrijging onder bijzondere titel
Geldt in beginsel voor alle soorten goederen
2 categorieën:
1. verkrijgende verjaring ten gunste van de bezitter te goeder trouw ex 3:99
- eisen:
bezit van het goed (3:107 en 3:108 jo. 3:112/113): GEEN verkrijgende
verjaring mogelijk als houder zijnde
bezitter te goeder trouw (jo. 3:11): 3:118 lid 1 legt het begrip uit, tijdstip
waarop bezit is verkregen geldt voor de goeder trouw. Eenmaal te goeder
trouw, altijd te goeder trouw met enkele uitzonderingen in 3:121 lid 3
bepaald tijdsverloop: verjaringstermijn is 3 jaar voor roerende zaken die niet-
registergoederen zijn en van rechten aan toonder of order EN 10 jaar voor
andere goederen
bezit is onafgebroken: degene die het bezit van een goed van een
voorganger verkrijgt, zet krachtens 3:102 een al lopende verjaring voort (bij
opvolging onder algemene titel sowieso en bij opvolging onder bijzondere
titel mits hij te goeder trouw is), MITS de voorganger bezitter te goeder
trouw was.
betreft NIET een cultuurgoed als bedoeld in lid 2
2. verkrijging door de bevrijdende verjaring van de rechtsvordering strekkende tot
beëindiging van het bezit ex 3:105
- gekoppeld aan bevrijdende verjaring van de rechtsvordering strekkende tot
beëindiging van het bezit
- ALLEEN bezitter kan bezit door verjaring krijgen, een houder NIET
- 3:105 lid 2: Tijdelijk onvrijwillig bezitsverlies heeft GEEN gevolg indien het bezit is
terug verkregen hetzij binnen een jaar na verlies hetzij ten gevolge van binnen dat
jaar ingestelde rechtsvordering
- Eisen:
Bezit van het goed
Bepaald tijdsverloop: ex 3:306 verjaart een rechtsvordering door verloop van
20 jaar. 3:314 bepaalt wanneer de verjaringstermijn aanvangt
Betreft NIET een cultuurgoed