samenvatting van het vak diversity and community work

Diversity and Community work
Dieter Gryp
Geen definities vanbuiten leren  examenvragen zijn vooral toepassingen
Inleiding
Diversiteit?
Hoe zou je diversiteit omschrijven?
- Verscheidenheid/verschil tussen mensen (= grootste kenmerk)
- Die we indelen in groepen en klasseren in verschillende groepen
o Diversiteit gaat over alle mensen van de wereld, daartussen heb je groepen
van mensen (maar eigenlijk staat het los van groepen)
o We delen mensen op in groepen maar ook binnen groepen zijn er verschillen
- In verschillende klassen
Hoe divers is je huidige klasgroep?
- Niet zo divers, sommige andere afkomst

Deel 1: diversiteit en identiteit
- Diversiteit komt uit persoonlijke ervaring/ identiteit
- We zijn als individu allemaal verschillend
- We zijn allemaal mensen maar we zijn allemaal verschillend
- Hoe gaan we binnen een community/ samenleving om met die verschillen?
- Diversiteit komt voor een groot stuk voort uit persoonlijke identiteit

Diversiteit en ergotherapie
- Er ontstaan problemen wanneer er weinig tot geen herkenningspunten zijn  geen
zicht op diversiteit
o Relevante zaken worden te laat gesignaleerd
o Er is soms een verkeerd begrip en miscommunicatie, versterkt door
beeldvorming en vooroordelen
 Je ziet mensen niet als de persoon zelf (de eigenheid van mensen)
 Vooroordelen = mensen in kotjes steken
o Er is geen gepaste hulp
 Zo kan je linken leggen naar gepaste hulp/ hulp op maat
- Castro et al. (2014)
o Ergotherapie werkt met wat mensen doen
 Geen rekening houden met diversiteit (verschillen tussen mensen),
kan leiden tot praktijken die niet aansluiten bij de cliënt (en daarmee
fundamentele rechten aantasten)
 Verschillen tussen mensen meenemen in therapie !!!!
= Occupational deprivation

,Definitie diversiteit
- Verwijst naar sociale, culturele en ethische diversiteit in de samenleving, naar
verschillen tussen school-, en (werk)taal en thuistaal, naar verschillen in persoonlijke
en fysieke ervaringen naar verschillen in talenten, interesses, activiteiten, visies,
noden, …
- Deze verschillen situeren zich in verschillende domeinen:
o Gender
o Geslacht
o Huidskleur, etniciteit en afkomst
o Leefijd
o Etnische origine
o Seksuele oriëntatie
o Het hebben van een (werk)beperking
o Socio-economische achtergrond/ socio-economische status (SES)
o Religie
o Politieke opinie
o …
- Samenleving verandert voortdurend dus die domeinen verschuiven mee

14 assen van identiteitsvorming
- Onze identiteit wordt gevormd via verschillende assen
- Deze assen hebben verschillende kruispunten  hier beïnvloedden ze elkaar
o Bv: kruisen van geslacht en leeftijd (tijdens pubertijd)




Geslacht: hoe gaan we hier mee
om?
Huidskleur, etniciteit en afkomst
SES




niet allemaal kunnen opsommen

,Dimensies van diversiteit (= deze dimensies bepalen wie we zijn)
Afkomst kan wijzen op zowel etniciteit als sociale klasse
- Etniciteit
o Socio-culturele identiteit
 Externe karakteristieken zoals
 Nationaliteit
 Origine
 Familie
 Religie
 Taal
 Cultuur
 Geschiedenis
- Sociale klasse
o Economische en sociale positie
o Voorbeeld: middenklasse
- Levenscyclus
o Kindertijd
o Puberteit
o Adolescentie
o Volwassenheid
o Ouderdom
o …
- Talenten/ beperkingen
o Fysiek
o Psychologisch
o mentaal
- Religie
o Breder dan godsdienst  het is zingeving
- Gender
o Biologisch
 Sekse
 Man of vrouw
o Gender
 Gaat over gendernormen en man-vrouw-relaties
 Wat betekent het om vrouw/man te zijn in de maatschappij? Wat is de
invloed?
 Nog steeds een onevenwicht
 Genderstereotyperingen
- Seksuele identiteit
o Vormen van seksualiteit
- (professionele) socialisatie
o Primair
 Opvoeding
o Secundair
 Opleiding
o Tertiair
 Beroep

, Kaleidoscopische realiteit
= wordt geassocieerd met het kijken naar kleurrijke, bewegende en verweven beelden in een
caleidoscoop
- Bij elke kanteling nemen deze afbeeldingen herhaaldelijk op verschillende manieren
een bepaalde vorm en positie ten opzichte van elkaar aan
o Soms komt een bepaalde as meer naar de voorgrond of achtergrond
(complexer dan een man of een vrouw)
- Je ziet geen gekalibreerde, statische patronen in het beeld en geen kleurpatroon dat
overheerst
o Je bent meer dan een allochtoon (1 kenmerk)
o Beeld over mensen kan veranderen naargelang de situatie
- Alle kleuren zijn inbegrepen, inclusief de witte kleur
o Kritisch tegenover machtsrelaties: diversiteit heeft te maken met macht
o = problematisch als mensen onderdrukt worden en zo ongelijkheid ontstaat
Manier hoe we naar de samenleving kijken = zwart/wit  = binair  opdelen in 2
(dominante visie)
- De wereld is veel complexer
- Maar het is normaal dat we dit doen  we willen de wereld begrijpelijker maken
- Een allochtoon
- Iemand met een beperking
Dominante visie Kaleidoscope visie
Binaire (of-of) identiteit Meervoudige (en-en) identiteit
Een-dimensioneel Multi-dimensioneel
Statisch Dynamisch
Machtsneutraal Kritisch tegenover machtsrelaties
 focus op ‘empowerment’ en ‘inclusie’
Intersectionaliteit (Crenshaw)
- Kruispuntdenken
o De (multidimensionele) realiteit vereist een nieuwe manier van denken
 We zitten in een tijd waarbij we mensen niet meer zo goed kunnen
indelen (nu zijn we allemaal individuen) = multidemensioneel
o Basis = gebaseerd op = story Sojourner Truth
Amerikaanse zwarte vrouw 1920: veel onderdrukking en racisme
- Feministische bewegingen (opkomen voor gelijkheid/ rechten voor de
vrouw)
- Ze herkent zich niet in deze feministische bewegingen, omdat het
voornamelijk blanke vrouwen waren
- Ze werkten in een fabriek – arbeidsbewegingen (opkomen voor zwarte
medemens)  ook hier ging het enkel over de zwarte medemens en niet
over vrouwen
= dubbele discriminatie
o Discriminatie is een complex fenomeen (en is meer dan de som van de delen)
o Moet verder gaan dan binair denken  dubbele discriminatie
 = meer dan 2 keer gediscrimineerd worden
 Verhaal van Sojouner Truth zit op het kruispunt van 2
dimensies
o Gender