Samenvatting hoofdstuk 1 gemotiveerd leren en
lesgeven(Castelijnst et al, 2019)
Benoem waar de motivatie van leerlingen uit blijkt(Castelijns et al, 2019)
het verschil tussen hoog gemotiveerde en laag gemotiveerde leerlingen blijkt uit;
opstarten: lage motivatie--> uitstelgedrag of anderen al het werk laten doen, hoge
motivatie--> actief aan de slag gaan vanaf start en alle stappen die daarvoor nodig
zijn in gebruik nemen
manier: lage motivatie--> focus ligt bij afronding taak, hoge motivatie--> focus ligt bij
activiteit taak
intensiteit: lage motivatie: leerling is snel afgeleid, hoge motivatie--> leerling is
geconcentreerd en werkt goed door
doorzettingsvermogen: lage motivatie--> leerling geeft snel op, hoge motivatie--> er
wordt veel moeite gedaan voor goede uitvoer van activiteit(Castelijns et al, 2019).
Welke verschillende motivatie theorieeen zijn er(Castelijns et al, 2019)?
piramide van Maslov= een mens streeft naar behoeften onderin piramide en als deze
vervuld zijn gaat hij naar hogere behoefte---> volgorde klopt echter niet altijd. Als
iemand bijv. ziek is dan kan deze als nog behoefte hebben aan contact.
verwachtingstheorie= motivatie=verwachting x beloning x waarde
attributie theorie= motivatie is verbonden met attributies(de factoren waar een
mens zijn falen of succes aan toekent), kunnen intern en extern zijn.
flowtheorie= als je volledig in beslag genomen wordt door wat je doet en niet meer
bewust bent van je eigen omgeving= bij hoge uitdaging en competent gevoel.
zelfdeterminatietheorie= onderscheiden in intrinsieke, deep learning vindt hierbij
plaats. En extrinsieke motivatie, surface learning vindt hierbij plaats(Castelijns et al,
2019).
Welke dimensies van intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn er(Castelijns et al,
2019)?
motivatie op basis van verplichting(bestaande uit externe en interne verplichting)
motivatie op basis van welwillendheid(bestaande uit persoonlijk belang en passie)
Bij extrinsieke motivatie leert een leerling niet vanuit zichzelf maar omdat het moet vanuit
een persoonlijk belang, interne verplichting of externe verplichting.
Bij intrinsieke motivatie leert een leerling omdat hij zij zelf gemotiveerd is om iets te leren
vanuit passie(Castelijns et al, 2019).
lesgeven(Castelijnst et al, 2019)
Benoem waar de motivatie van leerlingen uit blijkt(Castelijns et al, 2019)
het verschil tussen hoog gemotiveerde en laag gemotiveerde leerlingen blijkt uit;
opstarten: lage motivatie--> uitstelgedrag of anderen al het werk laten doen, hoge
motivatie--> actief aan de slag gaan vanaf start en alle stappen die daarvoor nodig
zijn in gebruik nemen
manier: lage motivatie--> focus ligt bij afronding taak, hoge motivatie--> focus ligt bij
activiteit taak
intensiteit: lage motivatie: leerling is snel afgeleid, hoge motivatie--> leerling is
geconcentreerd en werkt goed door
doorzettingsvermogen: lage motivatie--> leerling geeft snel op, hoge motivatie--> er
wordt veel moeite gedaan voor goede uitvoer van activiteit(Castelijns et al, 2019).
Welke verschillende motivatie theorieeen zijn er(Castelijns et al, 2019)?
piramide van Maslov= een mens streeft naar behoeften onderin piramide en als deze
vervuld zijn gaat hij naar hogere behoefte---> volgorde klopt echter niet altijd. Als
iemand bijv. ziek is dan kan deze als nog behoefte hebben aan contact.
verwachtingstheorie= motivatie=verwachting x beloning x waarde
attributie theorie= motivatie is verbonden met attributies(de factoren waar een
mens zijn falen of succes aan toekent), kunnen intern en extern zijn.
flowtheorie= als je volledig in beslag genomen wordt door wat je doet en niet meer
bewust bent van je eigen omgeving= bij hoge uitdaging en competent gevoel.
zelfdeterminatietheorie= onderscheiden in intrinsieke, deep learning vindt hierbij
plaats. En extrinsieke motivatie, surface learning vindt hierbij plaats(Castelijns et al,
2019).
Welke dimensies van intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn er(Castelijns et al,
2019)?
motivatie op basis van verplichting(bestaande uit externe en interne verplichting)
motivatie op basis van welwillendheid(bestaande uit persoonlijk belang en passie)
Bij extrinsieke motivatie leert een leerling niet vanuit zichzelf maar omdat het moet vanuit
een persoonlijk belang, interne verplichting of externe verplichting.
Bij intrinsieke motivatie leert een leerling omdat hij zij zelf gemotiveerd is om iets te leren
vanuit passie(Castelijns et al, 2019).