hersenletsel
18
, 2. Personen met een niet-aangeboren hersenletsel
EXAMEN :
2.1 Neuropsychologische gevolgen van NAH
• Voorbeeld krijgen
en zeggen welk
gevolg van NAH 2.1.1 Cognitieve stoornissen
• Omgangstips
geven over hoe je Globale stoornis
om moet gaan
met dit gevolg • In begin : globale stoornis
→ Naarmate stoornis vordert : meer specifieke cognitieve problemen
ontwikkelen
→ Vaak ook combinatie van meerdere problemen
Dom of gek
• Patiënten : geven aan soms het gevoel te hebben dom of gek te zijn
→ Cognitieve stoornis niet duidelijk zichtbaar
→ Moeilijker op te merken
Mogelijke cognitieve problemen door NAH
• Verminderd intellectueel vermogen • Visuoruimtelijke problemen
• Vertraging verwerken van informatie • Apraxieën
• Aandachtsproblemen • Agnosieën
• Geheugenproblemen • Taalproblemen
• Oriëntatieproblemen • Problemen met het rekenen
• Problemen met uitvoerende functies
2.1.1.1 Verminderd intellectueel vermogen
Oorzaak
• Globale beschadiging van de hersenen
→ Verminderd vermogen om zich te concentreren, kennis op te slaan in het
geheugen, oplossen van abstracte problemen, logisch redeneren,
verbanden leggen,…
• Verminderd IQ
2.1.1.2 Aandachtsproblemen
Oorzaak
• Verstoring in wegen in hersenen die nodig zijn om informatie te ontvangen,
verwerken en versturen
→ Mentale traagheid : trager van begrip, denken, handelen en reageren
19
, 2.1.1.3 Aandachtsproblemen
Oorzaak
• Gevolg van letsel in frontaalkwab en/of hersenstam
Alertheid
• Wisselende niveaus van alertheid
→ Ene moment adequate reactie andere lukt niet
→ Persoon lijkt in te dommelen of afwezig
Volgehouden aandacht
• Moeilijk langere tijd aandachtig zijn
• Sneller vermoeid door mentale inspanning
• Vertoont minder goede prestaties
Vb : verhaal luisteren , film volgen, werken,…
Selectieve aandacht
• Beperkter in aandacht richten op specifieke taak is beperkt
• Verstoord door makkelijkere afleidbaarheid van interne of externe afleiders
→ Externe afleiders : lawaai in omgeving, stemmen, geluid, radio
→ Interne afleiders : dagdromen, piekeren, afdwalen in gedachten
Verdeelde aandacht
• Persoon is minder in staat om aandacht te spreiden over verschillende
activiteiten tegelijkertijd
→ Moeilijk om af te wassen en te koken, te rijden en naar de radio te
luisteren,….
Alternerende aandacht
• Moeilijk om aandacht te verleggen van ene naar andere taak en omgekeerd
→ Moeite wanneer gesprek wordt veranderd van onderwerp of moeite met
verder werken aan bereiden van maaltijd
Omgaan met een persoon met aandachtsproblemen
• Zorg voor zo weinig mogelijk afleiding • Trek eerst de aandacht van de persoon
• Werk aan 1 taak per keer voor je iets zegt
• Deel grote taken op in deeltaken • Spreek trager en neem pauzes tussen
• Voorkom tijdsdruk de zinnen
• Pauzeer voldoende • Schrijf zaken op en leg dit op een goed
zichtbare plaats
• Onderbreek de persoon niet20als die met
een bepaalde taak bezig is