Personen met een
cerebrale visuele
inperking
5
,1. Personen met een Cerebrale Visuele Inperking : CVI
1.1 Definitie
Medische definitie CVI
= Een cerebrale visusstoornis is een functiestoornis ten gevolge van
beschadigingen van het visuele systeem voorbij het optisch chiasma.
CVI kan voorkomen met en zonder slechtziendheid.
Plaats van de aandoening
• Vanaf er schade is vanaf het optisch chiasma : heeft CVI
→ Ze zien wel maar kunnen er geen betekenis van geven. Begrijpen niet wat ze zien
• Indien een kind schade heeft voor het optisch chiasma : bv probleem bij netvlies,
zenuw,….
Functionele definitie CVI
= We spreken van CVI wanneer er sprake is van beperkingen in activiteiten en/of
problemen in het dagelijks leven ten gevolge van één of meer zwakten in visuele
functies, die een gevolg zijn van al dan niet aantoonbare schade aan of abnormale
ontwikkeling van één of meer hersendelen.
Wat?
• Lijkt niks aan hand met ogen → oorzaak ligt in hersenen
• Cerebrale visstoornis is hetzelfde als cerebrale visuele inperking
• Engelse term : Cerebral Visual Impairment
1.2 Oogheelkundige kenmerken
Slechtzienden
• 30% van slechtziende kinderen : diagnose CVI
• Veel kinderen met CVI hebben :
- Nystagmus : ritmisch heen en weer bewegen van de ogen
- Strabismus : scheelzien
- Opticusatrofie : atrofie van de oogzenuw
Gezichtsscherpte en gezichtsuitval
• Veel prematuur geboren kinderen : hebben myopie → bijziendheid
• Gezichtsscherpte : sterk variërend
• Gezichtsuitval : vaal onderste deel van gezichtsveld
6
, 1.3 Risicogroepen
Achtergrond kinderen met CVI
• Veel kinderen met CVI : complexe medische voorgeschiedenis eventueel in
combinatie met houdings- en bewegingsstoornissen en/of andere
ontwikkelingsproblemen
Risicogroepen
- Ernstige aanlegstoornissen van de hersenen
- Ernstige prematuriteit
- Ernstig zuurstoftekort rond de geboorte
- Infantiele Encephalopathie (IE)
- Periventriculaire leucomalacie
- Hydrocephalus (waterhoofd)
- Syndroom van Williams
- Infecties van het centrale zenuwstelsel (meningitis/encephalitis)
- Neurotrauma
- Neurodegeneratieve aandoeningen
- Epilepsie.
1.4 De waar-route en de wat-route
CVI : problemen met : 1.4.1 Inleiding
1. De waar-route
2. De wat-route V1 : Primaire visuele cortex
3. Visuele aandacht
• Eerste verwerking van de visuele informatie
→ Welke kleur iets heeft
→ Welke vorm iets heeft
→ Of iets beweegt
gedragskenmerken van kinderen met CVI
• Visueel gedrag : hangt samen met aard en plaats van
beschadiging
• Problemen uit een stoornis in de ‘waar’
verwerkingsroute laten ander gedrag zien dan een
stoornis in de ‘wat’ verwerkingsroute
7
cerebrale visuele
inperking
5
,1. Personen met een Cerebrale Visuele Inperking : CVI
1.1 Definitie
Medische definitie CVI
= Een cerebrale visusstoornis is een functiestoornis ten gevolge van
beschadigingen van het visuele systeem voorbij het optisch chiasma.
CVI kan voorkomen met en zonder slechtziendheid.
Plaats van de aandoening
• Vanaf er schade is vanaf het optisch chiasma : heeft CVI
→ Ze zien wel maar kunnen er geen betekenis van geven. Begrijpen niet wat ze zien
• Indien een kind schade heeft voor het optisch chiasma : bv probleem bij netvlies,
zenuw,….
Functionele definitie CVI
= We spreken van CVI wanneer er sprake is van beperkingen in activiteiten en/of
problemen in het dagelijks leven ten gevolge van één of meer zwakten in visuele
functies, die een gevolg zijn van al dan niet aantoonbare schade aan of abnormale
ontwikkeling van één of meer hersendelen.
Wat?
• Lijkt niks aan hand met ogen → oorzaak ligt in hersenen
• Cerebrale visstoornis is hetzelfde als cerebrale visuele inperking
• Engelse term : Cerebral Visual Impairment
1.2 Oogheelkundige kenmerken
Slechtzienden
• 30% van slechtziende kinderen : diagnose CVI
• Veel kinderen met CVI hebben :
- Nystagmus : ritmisch heen en weer bewegen van de ogen
- Strabismus : scheelzien
- Opticusatrofie : atrofie van de oogzenuw
Gezichtsscherpte en gezichtsuitval
• Veel prematuur geboren kinderen : hebben myopie → bijziendheid
• Gezichtsscherpte : sterk variërend
• Gezichtsuitval : vaal onderste deel van gezichtsveld
6
, 1.3 Risicogroepen
Achtergrond kinderen met CVI
• Veel kinderen met CVI : complexe medische voorgeschiedenis eventueel in
combinatie met houdings- en bewegingsstoornissen en/of andere
ontwikkelingsproblemen
Risicogroepen
- Ernstige aanlegstoornissen van de hersenen
- Ernstige prematuriteit
- Ernstig zuurstoftekort rond de geboorte
- Infantiele Encephalopathie (IE)
- Periventriculaire leucomalacie
- Hydrocephalus (waterhoofd)
- Syndroom van Williams
- Infecties van het centrale zenuwstelsel (meningitis/encephalitis)
- Neurotrauma
- Neurodegeneratieve aandoeningen
- Epilepsie.
1.4 De waar-route en de wat-route
CVI : problemen met : 1.4.1 Inleiding
1. De waar-route
2. De wat-route V1 : Primaire visuele cortex
3. Visuele aandacht
• Eerste verwerking van de visuele informatie
→ Welke kleur iets heeft
→ Welke vorm iets heeft
→ Of iets beweegt
gedragskenmerken van kinderen met CVI
• Visueel gedrag : hangt samen met aard en plaats van
beschadiging
• Problemen uit een stoornis in de ‘waar’
verwerkingsroute laten ander gedrag zien dan een
stoornis in de ‘wat’ verwerkingsroute
7
