Samenvatting Radiodiagnostiek OP1.3 (jaar 1 periode 3)

Samenvatting Radiodiagnostiek OP1.3

Radiologische (digitale) beelddetectoren
Analoge film scherm
Beeldvormingsproces film-scherm.
- Foto-sensitieve film
- Fosfor schermen
- Exposure of the emulsion, latent image
- Ontwikkelen, fixeren en drogen van de film
De film wordt geplaatst in een casette, in de casette zitten fosforschermen. Deze
fosforschermen lichten op als er straling op valt. Hoe meer straling er op valt, hoe
meer het oplicht. Het licht, belicht de emulsie in de filmlaag. Hier wordt een latent beeld in
opgeslagen, om dit zichtbaar te maken moet de film ontwikkeld, gefixeerd en
gedroogd worden. Het beeld komt op de film te staan.

CR: Fosforplaatsysteem (PSP)
Beeldvormingsproces PSP
- Röntgenstraling
o Electronen vallen (electrontraps) in PSP
- Uitlezen PSP
o Laser
- Licht  elektrisch signaal
o Photo Multiplier Tubes (PMT)
- Elektrisch signaal  digitaal signaal
o Analoog/digitaal convertor (ADC)
Als er straling op de plaat valt, worden er elektronen
gevangen in een hoog energie niveau. Als je de plaat met
een laser uitleest, zullen de elektronen in de electrontraps terugvallen in hun oorspronkelijke
energieniveau en daarbij licht uitzenden. Dat licht wordt opgevangen door een PMT en omgezet in
een elektrisch signaal. Het elektrisch signaal wordt omgezet naar een digitaal signaal door een ADC.
Er ontstaat dan een beeld.

Capture element: De detector (BaSrFBr(EU 2+)
Coupling element: Laserlicht, (om te legen en lezen)
Collecting element: PMT-elementen

Overeenkomsten en verschillen film-scherm vs. CR




De Film-scherm wordt niet meer gebruikt in de praktijk, de CR komt nog heel af en toe voor.

, Over-en onderbelichting bij film-scherm en CR
Bij film-scherm wordt de foto bij over- of onderbelichting te licht of te donker, zo kun je hem niet
beoordelen en moet hij weggegooid worden. Bij de digitale technieken (CR en DR), als je te weinig of
te veel straling gebruikt zal de foto niet lichter of donkerder worden maar ruiziger worden.
Links is een voorbeeld van over- en onderbelichting bij film-scherm, rechts van ruis bij CR.


CCD:




Charge Coupled Device
- Niet voor radiodiagnostiek, wel voor
doorlichting op de operatiekamer.
- Betere resolutie
- Duur
Op de afbeelding zie je een beeldversterker, die op de operatiekamer
wordt gebruikt om live beelden te maken. Aan de linkerkant je een ingangsscherm die oplicht als er
straling op komt. Dat licht wordt door een fotokathode omgezet in elektronen, die naar een tweede
luminescentiescherm worden geleid. Dat licht wordt door de CCD opgevangen en in iedere pixel
ontstaat een kleine spanning. Bij het uitlezen van de chip wordt er omstebeurt bij elke pixel een
positieve spanning geladen. De spanning zorgt ervoor dat informatie van pixel naar pixel verplaatst
kan worden, om een totaalsignaal van de hele lijn te verzamelen. De
spanningen worden naar beeld omgezet door middel van een ADC.

Capture element: Csl luminescentiescherm
Coupling element: Contact laag, 2e liminescentiescherm
Collecting element: CCD

Flat Panel Detector (FPD)
Wordt het meest in de bucky kamers gebruikt. De FPD is in de wand- en tafel bucky verwerkt.
Indirecte conversie wordt nauwelijks gebruikt.

Indirecte Conversie
Röntgenstraling wordt omgezet in licht door het
Csl-kristal. Het licht wordt omgezet in een
stroompje (lading) door een matrix of fotodynode.
De stroompjes worden opgeslagen en verwerkt in
het TFT matrix. Het TFT signaal wordt uitgelezen
door de AD converter.

Directe Conversie
Röntgenstraling wordt direct omgezet in een
stroompje (lading), door de halfgeleider (amorf selenium). De stroompjes (ladingen) worden naar de
TFT matrix gestuurd. De TFT slaat de ladingen op, het TFT-signaal wordt uitgelezen en dan omgezet in
een digitaal signaal door de ADC.
Capture element: Csl (indirect DR) of a-Se (direct DR)
Coupling element: Contactlaag van fotodiodes (indirect DR) of geen (direct DR)
Collecting element: TFT